ECLI:NL:RBNHO:2016:4876
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J. de Lange
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde aanvraag werkloosheidsuitkering op basis van referte-eis en detentie
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 juni 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die een werkloosheidsuitkering aanvroeg, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen als verweerder. De eiser, die als politieagent werkte, was per 1 mei 2006 ontslagen en verbleef van 16 januari tot 12 oktober 2006 in detentie. Hij diende op 24 oktober 2006 een aanvraag in voor een werkloosheidsuitkering per 1 september 2006, welke werd afgewezen omdat hij niet voldeed aan de referte-eis van de Werkloosheidswet (WW). Eiser heeft meerdere keren een aanvraag ingediend, maar telkens werd deze afgewezen op basis van dezelfde grond. De rechtbank moest beoordelen of de verlaging van de detentie van negen naar zes maanden, die in hoger beroep was vastgesteld, als nieuw feit kon worden aangemerkt dat de eerdere afwijzing zou kunnen herzien.
De rechtbank overwoog dat de referte-eis inhoudt dat de werknemer beschikbaar moet zijn om arbeid te aanvaarden. Eiser stelde dat hij door de verlaging van de detentie eerder beschikbaar had kunnen zijn voor werk, maar de rechtbank oordeelde dat hij feitelijk pas op 12 oktober 2006 beschikbaar was. De rechtbank concludeerde dat de verlaging van de detentie niet als nieuw feit kon worden aangemerkt en dat verweerder terecht had geoordeeld dat eiser niet voldeed aan de referte-eis. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.