I. Gedaagde te bevelen binnen 3 werkdagen na de betekening van het in dezen te wijzen vonnis Eiseres inzage te
verlenen in en afschrift te verschaffen van:
(a.) de door Gedaagde bij de sales presentatie(s) voor haar namaakproduct bij de Retailers gebruikte power point- (of vergelijkbare software)bestanden, teksten en materialen, voor zover die teksten en materialen aantonen dat Gedaagde het product Poo Pourri en/of de marketingmaterialen voor het product Poo Pourri (waaronder de “Girls Don’t Poop” en/of “Imagine Where You Can Go” video’s) heeft gebruikt voor deze sales presentatie(s);
(b.) (interne) (e-mail)correspondentie van en aan Gedaagde aangaande voornoemde sales presentaties, voor zover in die correspondentie wordt verwezen naar het product Poo Pourri, de marketing materialen voor het product Poo Pourri (waaronder de “Girls Don’t Poop” en/of “Imagine Where You Can Go” video’s) en/of het bedrijf van Poo Pourri;
(c.) (interne) (e-mail)correspondentie van en aan Gedaagde aangaande of met de Retailers, voor zover in die correspondentie wordt verwezen naar het product Poo Pourri en/of het bedrijf van Poo Pourri; en
(d.) de Engelstalige versie van de marketingvideo voor V.I.Poo;
althans inzage te verlenen en afschrift te verschaffen in de door de Voorzieningenrechter te bepalen bescheiden.
II. Gedaagde te veroordelen toe te staan dat Eiseres direct na het in dezen te wijzen vonnis inzage verkrijgt in en afschrift wordt verschaft van de door het bewijsbeslag getroffen bescheiden, en Gedaagde in dat verband te veroordelen alle benodigde medewerking te verlenen;
III. Subsidiair, voor zover het gevorderde onder I dan wel II zou worden afgewezen in verband met een beroep van Gedaagde op de aanwezigheid van vertrouwelijke bedrijfsgegevens (waarbij gegevens die direct betrekking hebben op het onder I sub a t/m d genoemde niet als vertrouwelijk moeten worden gehouden), Gedaagde te bevelen over te gaan tot het onder I dan wel II gevorderde, met bepaling dat:
(a.) Gedaagde binnen de bevolen termijn een kopie van de bescheiden onder het gevorderde sub I en II (houdende de vertrouwelijke bedrijfsgegevens in leesbare vorm) in gerechtelijke bewaarneming verstrekt aan ICT-dienstverlener DigiJuris B.V. te Amersfoort;
(b.) Gedaagde een aanvullende termijn van 1 dag wordt geboden om de bescheiden onder het gevorderde sub I en II eerst te ontdoen van vertrouwelijke bedrijfsgegevens door deze informatie zwart of te maken, alvorens inzage te verlenen en afschrift te verstrekken aan Eiseres; en
(c.) deurwaarder [C.] (deurwaarder in die het bewijsbeslag gelegd heeft), althans een door de Voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen deskundige, als deskundige wordt benoemd die op schriftelijk verzoek van Eiseres de onder III sub b. in gerechtelijke bewaarneming genomen bescheiden mag onderzoeken op naleving van het bevel onder I, II en III sub a en hierover verslag uit zal brengen.
IV. Meer subsidiair, indien het gevorderde onder I, II en III zou worden afgewezen:
Gedaagde te veroordelen binnen 3 werkdagen na de betekening van het in dezen te wijzen vonnis Eiseres uittreksel te verschaffen van de onder I. genoemde bescheiden, althans Gedaagde te veroordelen toe te staan dat de deurwaarder die het bewijsbeslag heeft gelegd, al dan niet in samenwerking met de daarbij aanwezige ICT-deskundige, direct na het in dezen te wijzen vonnis inzage neemt in de door het bewijsbeslag getroffen bescheiden en een uittreksel daarvan aan Eiseres ter beschikking stelt;
en in alle gevallen:
V. Gedaagde te veroordelen tot betaling van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 25.000,- (vijfentwintigduizend euro), althans een door de Voorzieningenrechter te bepalen bedrag, per dag of gedeelte van een dag dat Gedaagde, in strijd handelt met het onder I, II, althans III, althans IV gevorderde;
VI. Gedaagde te veroordelen in de kosten van dit geding;
VII. Gedaagde te veroordelen in de nader te bepalen werkelijke kosten van dit geding ex artikel 1019h Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, voor zover deze kosten betrekking hebben op de vorderingen van Eiseres ten aanzien van auteursrecht- en modelrechtinbreuk;
VIII. Gedaagde te veroordelen tot betaling van een nader te bepalen bedrag, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, ter zake van het leggen van conservatoir bewijsbeslag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IX. De termijn zoals bedoeld in artikel 1019i Rv en artikel 50 lid 6 TRIPs, te bepalen op 6 (zes) maanden na het op grond van dit verzoek te wijzen vonnis.