Op 8 september 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 17 november 2014 te Schiphol ongeveer 21.883,7 gram ayahuasca-thee, een middel dat DMT (dimethyltryptamine) bevat, heeft ingevoerd. De verdachte, die verbonden is aan de Santo Daime kerk, voerde de thee in voor gebruik tijdens religieuze ceremonies. De officier van justitie vorderde vervolging op basis van de Opiumwet, terwijl de verdediging aanvoerde dat de invoer van de thee niet strafbaar was vanwege de vrijheid van godsdienst, zoals gewaarborgd in artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank oordeelde dat de inbreuk op de godsdienstvrijheid niet noodzakelijk was in een democratische samenleving, gezien de specifieke omstandigheden van het gebruik van ayahuasca binnen de Santo Daime kerk. De rechtbank concludeerde dat de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet niet van toepassing waren op de verdachte, waardoor het bewezen verklaarde feit niet strafbaar was. De verdachte werd ontslagen van alle rechtsvervolging.