6.3.Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verboden wapenbezit. Verboden wapenbezit is een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan vernieling van een autoruit. Wederom naar aanleiding van een verkeersconflict is verdachte naar de bestuurder van een andere auto gelopen om hem aan te spreken. Omdat de bestuurder hem niet te woord wilde staan en zijn auto had vergrendeld, heeft verdachte de autoruit vernield door deze in te slaan. Door een dergelijke vernieling heeft verdachte de aangever niet alleen schade berokkend, maar ook gevoelens van angst en onveiligheid opgeroepen bij zowel aangever als anderen die van dit feit getuige zijn geweest. Dit rekent de rechtbank verdachte aan.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 12 januari 2017, waaruit blijkt dat aan verdachte op 6 juni 2012 ter zake van een geweldsdelict een strafbeschikking tot betaling van een geldboete is opgelegd.
- het over verdachte uitgebrachte psychiatrisch rapport van [naam] , psychiater in opleiding, gedateerd 22 juli 2014. Dit rapport houdt onder meer het volgende in:
Betrokkene is een 42-jarige man die in behandeling is bij De Waag wegens depressieve klachten, angstklachten (waaronder PTSS-klachten zoals flashbacks en slaapstoornissen) en cluster B persoonlijkheidskenmerken gepaard gaande met agressie en impulsregulatieproblematiek. Er wordt behandeling geboden middels medicamenteuze therapie, cognitieve gedragstherapie en agressie- en impulsregulatietraining. Volgens de behandelaars zijn er vorderingen gemaakt in de behandeling en is het hun verwachting dat er nog progressie te behalen valt.
Betrokkene heeft door zijn stemmingsproblematiek in combinatie met zijn persoonlijkheidskenmerken een impulsregulatiestoornis welke naar voren komt als hij in zijn beleving wordt geprovoceerd of uitgedaagd. Hij is hiervoor in behandeling om alternatieve copingstijlen te ontwikkelen. Enige progressie is hierbij geboekt maar ten tijde van de ten laste gelegde feiten had hij onvoldoende controle over zijn gedrag. Bijkomende belastende factor ten tijde van de ten laste gelegde feiten betrof het gegeven dat hij nog kort op de hoogte was van zijn aanstaande vaderschap, wat wegens zijn voorgeschiedenis beladen aspecten heeft. De hierdoor bijkomende stress heeft in combinatie met zijn psychische condities geleid tot controleverlies over zijn handelen.
Ten tijde van het tenlastegelegde speelden meerdere factoren die elkaar versterkten, de psychische condities bij betrokkene hebben een chronische karakter, de stemmingsstoornis, de angststoornissen en de persoonlijkheidskenmerken veroorzaken bij betrokkene impulsregulatiestoornissen: hij is snel geïrriteerd en heeft de neiging de controle over zijn handelen te verliezen. Als bijkomende factor is het aanstaande vaderschap een stressor van betekenis die de kwetsbare persoonlijkheid van betrokkene heeft gedesintegreerd. Bovengenoemde factoren hebben doorgewerkt in zijn gedragingen. Hierbij ontstond een escalerend scenario waarin hij zich zo bedreigd voelde, dat hij met een imitatiewapen aangever wilde imponeren en afschrikken.
Het recidiverisico is bij ongewijzigde omstandigheden onverminderd aanwezig. De psychische condities van betrokkene, de belastende psychosociale factoren en het aankomend vaderschap geven een verhoogd risico op impulsregulatiestoornissen en bijkomende agressieproblematiek.
Betrokkene is voor zijn klachten in behandeling bij De Waag, een forensisch psychiatrische
instelling, waar psychotherapeutische gesprekken en medicamenteuze therapie wordt geboden voor zijn stemmings- en angstklachten. Verder krijgt hij cognitieve gedragstherapie gericht op alternatieve coping-stijlen en een training voor zijn impulsregulatieproblematiek.
Geadviseerd wordt de behandeling zoals deze nu bij De Waag wordt vormgegeven voort te
zetten. Onderzoeker adviseert uw college, indien zij het tenlastegelegde bewezen acht, om
betrokkene een voorwaardelijk strafdeel op te leggen met als voorwaarde de voortzetting van
de psychiatrische behandeling zoals nu wordt geboden. De reclassering kan daarbij toezicht
houden om zodoende de behandelcontinuïteit te waarborgen.
Er is sprake van een enigszins verminderde toerekeningsvatbaarheid ten aanzien van
het handelen van betrokkene betreffende de ten laste gelegde feiten. Het denken was
verminderd coherent maar niet geheel incoherent.
Hoewel voornoemde bevindingen van de psychiater met name zien op de feiten die gelet op het geslaagde beroep op noodweer niet strafbaar worden geacht, gaat de rechtbank ervan uit dat de geconstateerde stoornissen ten tijde van de vernieling die op 30 september 2014 heeft plaatsgevonden, eveneens bij verdachte aanwezig waren en op de wijze als door de deskundige beschreven in enige mate hebben doorgewerkt bij het plegen van dat feit. De rechtbank zal bij de strafoplegging daarom meewegen dat verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht.
- het over verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 6 februari 2017 van [naam] , als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland. Dit rapport houdt onder meer het volgende in:
De huidige toezichthouder heeft sinds de start van het toezicht d.d. 1 april 2014 contact met betrokkene. Ondanks de verschillende stemmingen van betrokkene blijft hij in contact en zegt steun te ontlenen aan de gesprekken. Voor hem zou het toezicht als een stok achter de deur dienen waardoor hij zich extra bewust is van zijn gedrag en de keuzes hierin. De geboorte van zoon Dirk is tevens een beschermende factor. Gedurende het toezicht traject wordt zichtbaar dat betrokkene steeds beter leert om in nuances (grijstinten) te gaan denken i.p.v. zwart/wit. Hij is in staat om op zichzelf te reflecteren en stelt zich actief op in het meedenken over mechanismen en terugkerend gedrag. Moeilijk voor hem is om echt contact te maken met zijn gevoelens en deze toe te laten. Insteek binnen de behandeling en de gesprekken bij de reclassering is om betrokkene meer aan te spreken op zijn eigen autonomie en hem meer eigen initiatief te laten nemen. Doel is om hierdoor meer kracht en gerichtheid te ontwikkelen omdat hij mede door de aanwezige psychopathologie geneigd is zich terug te trekken en zich afhankelijk op te stellen van mensen om hem heen. Het opkroppen en inslikken van gevoelens kan uiteindelijk leiden tot uitbarstingen van woede en agressie.
Sinds september 2015 is betrokkene niet meer in aanraking gekomen met politie en justitie.
Positieve ontwikkeling is de verhuizing naar een eigen koopwoning geweest waardoor het gezin meer leefruimte heeft gekregen. Nu betrokkene volledig is afgekeurd, zoekt hij naar een zinvolle dagbesteding omdat hij merkt dat dit hem veelal goed doet. Het gevoel zinvol bezig te zijn en het contact met andere mensen is van belang als tegenwicht tegen de depressieve gevoelens en gedachten.
Per 12 november 2012 is betrokkene vanuit een vrijwillig kader gestart bij De Waag. Per november 2015 is dit voortgezet vanuit een gedwongen kader en afgesloten op 29 september 2016. Reden van afsluiting was dat er volgens de behandelaar in een psychotherapeutisch kader geen vooruitgang meer geboekt kon worden. Besloten is om betrokkene te verwijzen naar een FACT team zodat de mogelijkheid er is bij crisis hem thuis te bezoeken. Per 23 mei 2016 is betrokkene gestart met een traject bij Palier, Forensische Zorg. Insteek is het versterken van de autonomie en eigen regie. Geadviseerd wordt een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplichtcontact bij de reclassering en voortzetting van de behandeling bij Palier.
Gelet op de ernst van de strafbare feiten is oplegging van een vrijheidsbenemende straf gerechtvaardigd. De rechtbank zal – gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte – echter bepalen dat deze straf vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit. Aan de voorwaardelijke vrijheidsbenemende straf zal de rechtbank de in het reclasseringsrapport van 6 februari 2017 opgenomen bijzondere voorwaarden verbinden.
De rechtbank is voorts van oordeel dat een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van het na te noemen aantal uren moet worden opgelegd.
Nu de rechtbank verdachte ten aanzien van het onder 1, eerste cumulatief/alternatief tenlastegelegde heeft vrijgesproken en verdachte ten aanzien van het onder 1, tweede cumulatief/alternatief en onder 2 tenlastegelegde niet strafbaar heeft geacht, zal de rechtbank de omvang van de op te leggen straffen aanzienlijk matigen ten opzichte van de eis, waarbij de rechtbank tevens rekening heeft gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn en het feit dat verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht.