ECLI:NL:RBNHO:2017:1988
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 1 maart 2017 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van het beroep van eiser tegen een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2011. Eiser, die de Nederlandse nationaliteit heeft en in 2011 in Nederland woonachtig was, had een aanslag ontvangen van de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Eindhoven, die was berekend naar een verzamelinkomen van € 14.500. Eiser had tegen deze aanslag bezwaar aangetekend, maar de inspecteur handhaafde de aanslag bij uitspraak op bezwaar.
Tijdens de zitting op 8 november 2016 heeft de gemachtigde van eiser verklaard dat hij geen inhoudelijke behandeling van het beroep wenst en dat het belang van eiser ligt in het voeren van een procedure over een eventuele navorderingsaanslag. De rechtbank overweegt dat een beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard als de indiener daar geen belang bij heeft. Dit is het geval wanneer het aanwenden van het rechtsmiddel de indiener niet in een betere positie kan brengen met betrekking tot het bestreden besluit.
De rechtbank concludeert dat eiser geen belang heeft bij het onderhavige beroep, aangezien hij in de toekomst tegen een eventuele navorderingsaanslag bezwaar kan maken. De rechtbank verklaart het beroep dan ook niet-ontvankelijk. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Amsterdam.