Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 juni 2017 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
[naam 1], te [woonplaats] (vergunninghouder).
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 juni 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor het oprichten van een recreatiewoning. Eiser, vertegenwoordigd door mr. D.A. van Poorten, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk, dat op 18 juli 2016 een omgevingsvergunning heeft verleend voor het bouwen van een recreatiewoning op een perceel dat in strijd is met het bestemmingsplan. Eiser betoogde dat de vergunning niet verleend had mogen worden, omdat de activiteit niet in overeenstemming is met de geldende bestemmingsplanregels.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunning is verleend op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor). De rechtbank oordeelde dat verweerder gebruik heeft kunnen maken van de vrijstelling voor het bouwen van recreatiewoningen, zoals vastgelegd in artikel 3 van bijlage II van het Bor. Eiser stelde dat de recreatiewoning een inbreuk op zijn privacy zou maken en dat het uitzicht zou worden aangetast, maar de rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat zijn belangen zwaarder zouden wegen dan die van de vergunninghouder.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.