ECLI:NL:RBNHO:2017:5181
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onterecht opgelegde last onder dwangsom door gemeente Purmerend
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 juni 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend. De eiser, vertegenwoordigd door mr. E. Erkamp, had beroep ingesteld tegen een besluit van de gemeente waarin hem een last onder dwangsom was opgelegd. Deze last hield in dat de eiser zijn aanhangwagen met reclameborden van de weg moest verwijderen en verwijderd moest houden, met een dwangsom van € 250,00 per overtreding, tot een maximum van € 1.000,00. De rechtbank heeft vastgesteld dat de lastgeving uit twee onderdelen bestond: het verwijderen van de aanhangwagen en het verbod op het parkeren van een ander voertuig met handelsreclame op de weg.
De rechtbank heeft in haar overwegingen geanalyseerd of de gemeente bevoegd was om handhavend op te treden. Het eerste onderdeel van de last, dat betrekking had op het verwijderen van de aanhangwagen, werd als onterecht beoordeeld, omdat dit niet in strijd was met de relevante regelgeving. Het tweede onderdeel, dat betrekking had op het parkeren van een ander voertuig met handelsreclame, werd eveneens als onterecht beoordeeld, omdat er geen bewijs was dat de eiser een dergelijk voertuig had of dat er een dreiging bestond dat hij dit zou doen. De rechtbank concludeerde dat de gemeente niet bevoegd was om de last op te leggen en verklaarde het beroep gegrond.
De rechtbank heeft het primaire besluit van de gemeente herroepen, het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat de gemeente het griffierecht van € 168,- aan de eiser moet vergoeden. Daarnaast is de gemeente veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de eiser, vastgesteld op € 990,-. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en kan binnen zes weken na verzending worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.