In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 29 juni 2017 uitspraak gedaan in een beroep tegen een omgevingsvergunning die was verleend voor het plaatsen van een rosmolen op een parkeerterrein nabij het Cultuurhistorisch Museum Texel. Eiser, eigenaar van een nabijgelegen woning, betwistte de vergunning op de grond dat de rosmolen niet op hetzelfde perceel als het hoofdgebouw wordt gebouwd, wat volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) vereist is voor een bijbehorend bouwwerk. De rechtbank oordeelde dat de rosmolen niet als bijbehorend bouwwerk kan worden aangemerkt, omdat de percelen in eigendom zijn bij verschillende eigenaren en het parkeerterrein niet feitelijk ten behoeve van het museum wordt gebruikt. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de gemeente Texel en verklaarde het beroep gegrond. Verweerder werd opgedragen om opnieuw op het bezwaar te beslissen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser.