ECLI:NL:RBNHO:2017:5617
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toekenning van nachtslots en het gelijkheidsbeginsel in bestuursrechtelijke context
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 29 juni 2017 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van TUIfly Airlines Nederland B.V. tegen een besluit van de Stichting Airport Coordination Netherlands. Het primaire besluit, genomen op 31 mei 2017, betrof de toekenning van 58 nachtslots aan TUIfly. TUIfly heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij meende dat zij in een gelijke positie verkeerde als Corendon Dutch Airlines B.V., die ook nachtslots had aangevraagd en een vonnis had verkregen dat haar een gelijke behandeling garandeerde.
Tijdens de zitting op 29 juni 2017 zijn zowel de verzoekster als de verweerder vertegenwoordigd door hun gemachtigden. De voorzieningenrechter heeft na de zitting direct uitspraak gedaan en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen sprake was van gelijke gevallen, omdat Corendon een vonnis had dat haar aanspraak gaf op de toekenning van slots, terwijl dit voor TUIfly niet het geval was. Dit betekende dat het besluit van 31 mei 2017 niet in strijd was met het gelijkheidsbeginsel.
De voorzieningenrechter heeft verder overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding. De afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening houdt in dat TUIfly voorlopig geen recht heeft op de gevraagde slots, en dat de situatie van Corendon niet automatisch van toepassing is op andere luchtvaartmaatschappijen. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve criteria bij de toekenning van luchthavenslots en de noodzaak om gelijke gevallen gelijk te behandelen, maar ook dat niet alle aanvragen automatisch gelijk behandeld kunnen worden zonder rekening te houden met specifieke omstandigheden.