ECLI:NL:RBNHO:2017:6128

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 maart 2017
Publicatiedatum
20 juli 2017
Zaaknummer
5577701
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van Nederlands recht op de vereffening van een nalatenschap in een erfrechtszaak

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, afdeling Privaatrecht, sectie Kanton te Haarlem, betreft het een verzoek van [verzoeker] met zaaknummer 5577701. Het verzoek werd op 9 december 2016 ingediend en op 28 februari 2017 vond een zitting plaats. De zaak draait om de vereffening van de nalatenschap van [overledene], die op [overlijdensdatum] is overleden zonder testament. De erfgenamen zijn [verzoeker] en hun minderjarige dochter [minderjarige].

[Verzoeker] verzoekt de kantonrechter om te bepalen dat het Nederlandse recht van toepassing is op de vereffening van de nalatenschap. Subsidiair vraagt hij dat het erfdeel van [minderjarige] niet op een BEM (Beleggingsrekening voor Erfenissen en Minderjarigen) gestort hoeft te worden, maar geïnvesteerd mag worden. Tevens verzoekt hij dat de helft van de netto opbrengst van de verkoop van een Frans vakantiehuis aan hem toekomt, waarna [minderjarige] een vordering op hem zal krijgen van € 43.875,00.

De kantonrechter overweegt dat, gelet op artikel 10:149 van het Burgerlijk Wetboek, het Nederlandse recht van toepassing is op de verdeling van de nalatenschap. Dit is in overeenstemming met de wens van de erflater en de huidige Europese verordening inzake internationaal erfrecht. Het primaire verzoek van [verzoeker] wordt toegewezen. De kantonrechter merkt op dat, nu het Nederlandse recht van toepassing is, de omvang van de vordering van [minderjarige] op [verzoeker] vastgesteld dient te worden op basis van artikel 4:13 BW.

In de beslissing verklaart de kantonrechter het Nederlandse recht van toepassing op de verdeling van de nalatenschap van [overledene], verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad en wijst het verzoek voor het overige af. Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 28 maart 2017.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton – locatie Haarlem
zaaknr.: 5577701 \ EJ VERZ 16-467
datum uitspraak: 28 maart 2017
Beschikking in het verzoek van:
[verzoeker]
wonende te [plaats in Nederland] ,
hierna [verzoeker] te noemen
gemachtigde: W.M.J. van de Groenekan-Bouwman

1.De procedure

1.1.
Op 9 december 2016 is ter griffie het verzoek ontvangen van [verzoeker] .
1.2.
Op 28 februari 2017 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat [verzoeker] ter toelichting naar voren heeft gebracht.

2.De feiten

2.1.
[overledene] , geboren op [geboortedatum] is op [overlijdensdatum] overleden. De laatste woonplaats van de overledene was [plaats in Nederland] .
2.2.
De overleden heeft niet bij testament over haar nalatenschap beschikt. De erfgenamen zijn [verzoeker] en hun minderjarige dochter [minderjarige] , verder te noemen: [minderjarige] .

3.Het verzoek

3.1.
Na het verzoek ter zitting aangevuld te hebben, verzoekt [verzoeker] dat de kantonrechter bepaalt:
primair dat op de vereffening van de nalatenschap het Nederlandse recht van toepassing is; en
subsidiair dat het geldbedrag dat [minderjarige] erft niet op een BEM gestort hoeft te worden, maar geïnvesteerd mag worden en dat de helft van de netto opbrengst van de verkoop van het Franse vakantiehuis dat in de nalatenschap valt aan [verzoeker] toekomt, waarna [minderjarige] een vordering op [verzoeker] zal krijgen van € 43.875,00.

4.De beoordeling

Gelet op artikel 10:149 van het Burgerlijk Wetboek (BW) wordt in het onderhavige geval de wijze waarop de verdeling van de nalatenschap tot stand wordt gebracht door het Nederlandse recht beheerst. Dit is ook in overeenstemming met de (niet gedocumenteerde) wens van de erflater en de wens van [minderjarige] . Ook komt dit overeen met de thans geldende Europese verordening inzake internationaal erfrecht. Het primaire verzoek zal dan ook worden toegewezen.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat, nu het Nederlandse recht van toepassing is, op grond van artikel 4:13 BW en verder de omvang van vordering van [minderjarige] op [verzoeker] vastgesteld dient te worden.

5.Beslissing

De kantonrechter:
5.1.
verklaart het Nederlandse recht van toepassing op de verdeling van de nalatenschap van [overledene] ;
5.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
en wijst het verzoek voor het overige af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.