Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De beoordeling in de echtscheidingsprocedure
.Inkomsten uit arbeid op basis van een arbeidsovereenkomst zijn de belangrijkste verwervingen.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 23 augustus 2017 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, beiden van Turkse nationaliteit. De vrouw heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken, stellende dat het huwelijk duurzaam is ontwricht, hetgeen door de man niet is betwist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft om over het verzoek tot echtscheiding te oordelen, aangezien de gewone verblijfplaats van partijen in Nederland was ten tijde van de indiening van het verzoekschrift. De rechtbank heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen.
Daarnaast heeft de vrouw verzocht om een partnerbijdrage van de man, die aanvankelijk was vastgesteld op € 250 per maand, maar later is gewijzigd naar € 1.350 en uiteindelijk naar € 461 netto per maand. De man heeft verweer gevoerd en betwist dat de vrouw behoeftig is. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vrouw haar behoefte onvoldoende heeft onderbouwd en dat zij in staat is om in haar eigen levensonderhoud te voorzien. Daarom is het verzoek tot partnerbijdrage afgewezen.
Wat betreft de woning heeft de vrouw verzocht om het voortgezet gebruik van de echtelijke woning voor zes maanden, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, evenals het verzoek van de man om een gebruiksvergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw de lasten van de woning al geruime tijd zelf voldoet. Tot slot heeft de rechtbank de wijze van verdeling van de gemeenschappelijke goederen bepaald, waarbij partijen zijn overeengekomen dat de woning zal worden getaxeerd en dat de vrouw de mogelijkheid krijgt om de woning te financieren.