ECLI:NL:RBNHO:2017:8308

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 oktober 2017
Publicatiedatum
10 oktober 2017
Zaaknummer
AWB - 16 _ 2513
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen inzake verstrekking van een iPad Pro

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 13 oktober 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, wettelijk vertegenwoordigd door zijn moeder, had een beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) inzake de verstrekking van een iPad Pro met toebehoren. In een eerdere tussenuitspraak van 13 juni 2017 had de rechtbank geoordeeld dat eiser voldeed aan de voorwaarden voor de gevraagde voorziening en dat het UWV deze in redelijkheid niet had kunnen weigeren. Na deze tussenuitspraak heeft het UWV op 11 juli 2017 een nieuw besluit genomen, waarin het eiser alsnog de gevraagde voorziening toekende. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV met dit besluit volledig tegemoet is gekomen aan de aanvraag van eiser.

De rechtbank heeft vervolgens overwogen dat eiser geen belang meer had bij een verdere beoordeling van zijn beroep tegen het eerdere besluit van 22 april 2016, aangezien het UWV met het nieuwe besluit van 11 juli 2017 was teruggekomen op het eerdere besluit. Hierdoor werd het beroep tegen het besluit van 22 april 2016 niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten zijn, maar dat het UWV wel het griffierecht van € 46,00 aan eiser moet vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 16/2513

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 oktober 2017 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

wettelijk vertegenwoordigd door zijn moeder [wettelijk vertegenwoordiger]
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (districtskantoor Alkmaar),verweerder
(gemachtigde: J. Knufman).

Procesverloop

Voor een weergave van het procesverloop tot aan de tussenuitspraak verwijst de rechtbank naar haar tussenuitspraak van 13 juni 2017.
In de tussenuitspraak heeft de rechtbank verweerder in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na verzending van de tussenuitspraak, met inachtneming van wat in de tussenuitspraak is overwogen, het geconstateerde gebrek in het bestreden besluit te herstellen.
Verweerder heeft bij brief van 27 juni 2017 laten weten het gebrek te zullen herstellen.
Verweerder heeft op 11 juli 2017 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen.
Eiser heeft hierop een schriftelijke zienswijze gegeven.
Bij brief van 5 september 2017 heeft verweerder nadere informatie verstrekt.
De rechtbank heeft het onderzoek op 19 september 2017 zonder nadere zitting gesloten.

Overwegingen

1.1.
Voor een weergave van de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de rechtbank naar de tussenuitspraak.
1.2.
De rechtbank heeft in de tussenuitspraak geoordeeld dat eiser voldoet aan de voorwaarden voor verstrekking van de gevraagde voorziening (een iPad Pro met toebehoren) en dat verweerder deze voorziening in redelijkheid niet heeft kunnen weigeren.
2.1.
Naar aanleiding van de tussenuitspraak heeft verweerder op 11 juli 2017 een nieuw besluit genomen. In dit besluit heeft verweerder eiser meegedeeld dat hem alsnog een voorziening wordt toegekend in de vorm van een iPad Pro 12,9 inch met een Apple pen.
2.2.
Bij brief van 5 september 2017 heeft verweerder de rechtbank meegedeeld dat bij de afdeling Voorzieningen aangedrongen is op een spoedige levering van de gevraagde voorziening, zijnde een iPad Pro met een Apple pen, inclusief een koptelefoon, beschermbox en toetsenbord.
3. De rechtbank leest het besluit van 11 juli 2017 in combinatie met de brief van 9 september 2017 zo dat aan eiser een iPad Pro met een Apple pen, inclusief een koptelefoon, beschermbox en toetsenbord is toegekend. Dat betekent dat verweerder met dit besluit volledig tegemoet is gekomen aan eisers aanvraag en aan zijn beroep. Het beroep van eiser is daarom niet mede gericht tegen het besluit van 11 juli 2017.
4. De rechtbank overweegt voorts dat niet is gebleken dat eiser nog belang heeft bij een verdere beoordeling van zijn beroep tegen het besluit van 22 april 2016 dan in de tussenuitspraak is gedaan. Met het besluit van 11 juli 2017 is verweerder immers teruggekomen van dit besluit. Dit betekent dat het beroep tegen het besluit van 22 april 2016 niet-ontvankelijk wordt verklaard.
5. Van voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten is niet gebleken. Wel dient verweerder aan eiser het griffierecht te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank
  • verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
  • bepaalt dat verweerder eiser het griffierecht van € 46,00 vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.J.A.M. van Brussel, rechter, in aanwezigheid van D.M.M. Luijckx, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2017.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak en de tussenuitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.