Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser1],
[eiser2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 31 augustus 2016
- het proces-verbaal van comparitie van 18 april 2017 en de daarin genoemde stukken
- de antwoordakte aan de zijde van [gedaagde] d.d. 17 mei 2017 naar aanleiding van de eisvermeerdering
- de akte overlegging productie aan de zijde van [eiser1] d.d. 17 mei 2017
- de conclusie van repliek in conventie ten aanzien van de eisvermeerdering d.d. 28 juni 2017
- de conclusie van dupliek naar aanleiding van de eisvermeerdering d.d. 9 augustus 2017.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
E.e.a. is overgemaakt op bankrekening: [nummer] t.n.v. [gedaagde] te [woonplaats]” is in het licht van de betwisting van [gedaagde] dat hij (ook) dat bedrag heeft ontvangen onvoldoende. Bij die stand van zaken zullen [eisers] niet worden toegelaten tot het alsnog leveren van bewijs. Daarbij komt dat [gedaagde] terecht betoogt dat uit de overeenkomsten niet voortvloeit dat sprake is van een leningovereenkomst waaruit een verplichting voor [gedaagde] zou voortvloeien tot terugbetaling. Aldus ontbreekt een grondslag voor de vorderingen.
geleend aan [gedaagde]” en een e-mail van 13 november 2011 met een verwijzing door [gedaagde] naar een ticket dat “
waarschijnlijk” € 350,- kost.
4.263,00(3,0 punt × tarief € 1.421,00)
van [eisers] af te zijn”. Dat is echter onvoldoende voor een geslaagd beroep op bedreiging in de zin van artikel 3:44 lid 2 dan wel op misbruik van omstandigheden in de zin van artikel 3:44 lid 4 BW. [gedaagde] heeft nagelaten overigens te concretiseren welke feiten volgens hem tot de conclusie zouden moeten leiden dat sprake is van bedreiging dan wel misbruik van omstandigheden in de zin van artikel 3:44 lid 4 BW. De omstandigheid dat [eisers] veelvuldig contact met hem zouden hebben gezocht is daartoe onvoldoende. De door [gedaagde] als producties 4 en 5 overgelegde aangiftes en daarbij gevoegde e-mailberichten dateren van na december 2014 en kunnen dus ook niet dienen als onderbouwing van deze vordering.