ECLI:NL:RBNHO:2018:1139
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing op bezwaar inzake kinderopvangtoeslag en termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 30 januari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R.H. Wormhoudt, en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de beschikking van 29 mei 2013, waarin de kinderopvangtoeslag voor het jaar 2011 op nihil was vastgesteld. De Belastingdienst verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Eiseres had het bezwaarschrift pas op 13 november 2013 ingediend, terwijl de termijn voor indiening was verstreken.
De rechtbank overwoog dat de omstandigheid dat verweerder pas na vier jaar een beslissing op het bezwaarschrift had genomen, het verzuim van eiseres niet verschoonbaar maakte. De rechtbank benadrukte dat het indienen van het bezwaarschrift geen verband kan houden met de termijn waarbinnen verweerder een beslissing neemt. Eiseres had niet aangetoond dat er bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. De rechtbank verwierp ook de argumenten van de gemachtigde van eiseres over een mogelijke schending van de hoorplicht en het feit dat eiseres een bewindvoerder had.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van de Belastingdienst om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.