ECLI:NL:RBNHO:2018:2136
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening rijbewijs ongeldigverklaring alcoholmisbruik
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 8 maart 2018 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.J. van 't Hoff, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, dat zijn rijbewijs ongeldig had verklaard vanwege alcoholmisbruik. De verzoeker stelde dat hij zijn rijbewijs dringend nodig had voor zijn werkzaamheden en vroeg de voorzieningenrechter om het besluit te schorsen totdat er in de hoofdzaak een onherroepelijke uitspraak zou zijn gedaan.
De voorzieningenrechter overwoog dat het rijbewijs van verzoeker op 14 december 2017 van rechtswege zijn geldigheid had verloren, en dat schorsing van het bestreden besluit niet zou leiden tot het onmiddellijk verkrijgen van een geldig rijbewijs. De voorzieningenrechter concludeerde dat verzoeker geen spoedeisend belang had bij de gevraagde voorlopige voorziening, omdat het verkrijgen van een nieuw rijbewijs afhankelijk was van een nieuw psychiatrisch onderzoek, dat niet kon worden omzeild door schorsing van het besluit. De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van de psychiatrische rapportage in de beoordeling van de geschiktheid van de verzoeker om een motorrijtuig te besturen, en bevestigt dat de voorzieningenrechter niet kan oordelen over de inhoud van deze rapportage zonder aanvullend onderzoek. De uitspraak is definitief en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.