Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
FR Algemene Diensten B.V.,
1.Het procesverloop
Langs deze weg wil ik u informeren dat op 21 maart 2018 het besluit is genomen de besloten vennootschap FR Algemene Diensten BV te ontbinden, in de volksmond een turbo ontbinding bij gebrek aan enig activa, bate of vooruitzicht daarop. Vanwege het daarmee ontvallen van een processueel belang verzoeken wij u de op dit moment onder bovenvermeld dossier nummer lopende procedure te schorsen of als niet-ontvankelijk te verklaren. Indien vereist mag u deze brief als akte tot schorsing en/of een verzoek tot niet-ontvankelijk beschouwen.’
2.De brief van 23 maart 2018, ontvangen op 29 maart 2018
3.De feiten
[werkneemster] maakt een terugval door. Deze wordt bevestigd door haar behandelaars. Ze heeft zich ook moeten laten behandelen door haar huisarts. (…) Ik raad aan om als werkgever en werknemer na te gaan hoe het ontstane gebrek aan vertrouwen kan worden hersteld. In deze situatie acht ik het niet in het belang van de gezondheid van [werkneemster] om haar te laten werken in het eigen werk. (..)’
[werkneemster] is gevraagd om te reageren op het voorstel om te willen werken aan het herstel in vertrouwen tussen werkgever en werknemer. Hoewel het niet reageren hierop per direct aan een sanctie verbonden is en dit vergaand lijkt, geef ik hierbij namens [werkneemster] aan dat zij ingaat op het voorstel en hiertoe bereid is.
(…) Aanstaande vrijdag zou cliënt schikken om 10.00 uur op zijn kantoor. (…)’
(…) Zoals vanochtend telefonisch besproken, is [werkneemster] aanstaande vrijdag om 10 uur verhinderd. Liever zou zij, zoals tevens besproken, de afspraak op een neutraal terrein hebben. Dit kan zijn bij u op kantoor, maar ook op een andere plek.
(…) U bericht ik vanavond. Morgen kan de bespreking niet plaatsvinden. (…)’
(…) Het feit dat uw cliente morgenochtend niet wil komen voor de bespreking bij werkgever in verband met haar cursus wordt als werkweigering aangemerkt.
4.Het verzoek
5.Het verweer en het tegenverzoek
6.De beoordeling
Kamerstukken I, 2013-2014, 33 818, nr. C, pag. 99 en 113). Een ontslag op staande voet dat niet rechtsgeldig wordt geacht, is dus als zodanig al ernstig verwijtbaar, omdat dan is opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. Nu hiervoor is geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, moet het verzoek van [werkneemster] om toekenning van een billijke vergoeding dan ook worden toegewezen.
New Hairstyle)). Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De billijke vergoeding heeft echter geen specifiek punitief karakter en bij het begroten daarvan kan dus geen rol spelen welk bedrag voor de werkgever een ‘bestraffend’ effect heeft.