Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding in vrijwaring van 29 juni 2017, met producties;
- de incidentele conclusie van 7 maart 2018 tot onbevoegdverklaring van de zijde van Kässbohrer, met producties;
- de conclusie van antwoord van 21 maart 2018 in het incident.
2.De standpunten in het incident
- Op grond van art. 8 lid 2 EEX-Vo II is de rechter in Alkmaar bevoegd, omdat de hoofdzaak en vrijwaring verknocht zijn.
- De subsidiaire grondslag van de vordering in vrijwaring is een door Kässbohrer jegens TGN gepleegde onrechtmatige daad. Op grond van art. 7 EEX-Vo II is daarom de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar bevoegd.
- Het forumkeuzebeding is onduidelijk; in Kleve is bijvoorbeeld naast een Amtsgericht en een Landgericht ook nog een arbitrage-instituut aanwezig;
- In het beding wordt niet nadrukkelijk naar een gerecht of rechter verwezen.
3.De beoordeling in het incident
a) hetzij bij een schriftelijke overeenkomst of bij een schriftelijk bevestigde mondelinge overeenkomst; (...)
- The laws of the Federal Republic of Germany under exclusion of the UN Convention on Contracts for the International Sale of Goods (CISG) are applicable.
- The exclusive jurisdiction regarding any present or future disputes out of or in relation to this contract is in Kleve. But the seller is authorized to sue the Customer at his common jurisdiction.”
4.De beslissing
16 mei 2018.