8.2De rechtbank stelt vast dat op grond van voorschrift 5 van de omgevingsvergunning het bouwen overeenkomstig de bepalingen van het Bouwbesluit en de Bouwverordening van de gemeente Heemskerk moet geschieden. De beroepsgrond mist dus feitelijke grondslag. Indien niet aan voornoemde voorwaarde wordt voldaan, is dat een handhavingskwestie.
9. Voor zover het beroep van eisers ziet op het betoog dat zij in aanmerking komen voor nadeelcompensatie overweegt de rechtbank dat dat buiten de omvang van dit geding valt. Het is de rechtbank overigens ook niet gebleken dat eisers een verzoek om schadevergoeding bij verweerder hebben ingediend.
10. De rechtbank is voorts van oordeel dat eisers onvoldoende hebben onderbouwd waarom het project in strijd zou zijn met de Wet Markt en Overheid. De beroepsgrond kan derhalve niet leiden tot vernietiging van het bestreden besluit.
11. Tot slot heeft verweerder de rechtbank ter zitting verzocht het bestreden besluit te vernietigen en verweerder via een bestuurlijke lus in de gelegenheid te stellen om de situatie op de tekening met de titel ‘feitelijke situatie’ te vergunnen (in de plaats van de tekening met de titel ‘vergunde situatie’), dan wel dat zelfvoorzienend te doen. De rechtbank ziet daar reeds vanaf omdat bij een vergunning de aanvraag leidend is. Vergunninghouder is in deze zaak geen partij, zodat die op dit verzoek niet is gehoord. Het is aan vergunninghouder een nieuwe aanvraag in te dienen voor een omgevingsvergunning ter realisatie van de situatie zoals weergegeven op de tekening met de titel ‘feitelijke situatie’. Zolang die aanvraag er niet ligt zou de situatie kunnen ontstaan dat tegen de wens van de vergunninghouder de vergunning zou worden gewijzigd. Het systeem van de Awb verzet zich daartegen. Het verzoek wordt afgewezen. Indien verweerder dat wenst kan zij vergunninghouder aansporen een nieuwe aanvraag in te dienen en daarop een nieuw besluit nemen of het bestreden besluit met een nieuw besluit wijzigen.
12. Gelet op overweging 4. is het beroep gegrond. De rechtbank zal het bestreden besluit vernietigen voor zover dat ziet op de datum waarop de omgevingsvergunning in werking is getreden. De rechtbank ziet aanleiding om zelf in de zaak te voorzien door het bestreden besluit voor zover dat wordt vernietigd aan te passen zoals in het dictum is weergegeven. Voor het overige faalt het beroep, zodat het bestreden besluit voor het overige ongewijzigd van kracht blijft.
13. De rechtbank veroordeelt verweerder in de gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand voor eisers vast op € 2.560,- (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting, 1 punt voor het indienen het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, 0,5 punt voor het geven van schriftelijke inlichtingen en 0,5 punt voor een nadere zitting met een waarde per punt van € 512,- en een wegingsfactor 1).
14. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eisers het door hen betaalde griffierecht vergoedt.