Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 12 december 2019 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] eiser,
de Staatssecretaris van Financiën, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
: “De memo wil een handvat geven voor de beantwoording van deze vragen. Dit is hiermee een meningsvormend stuk en is niet bedoeld als beleid. De memo mag niet extern worden verstrekt, maar kan worden gebruikt bij het vormen van een eigen antwoord.”Verweerder erkent dat de memo door inspecteurs kan worden gebruikt als hulpmiddel, maar zij zijn er volgens verweerder niet aan gebonden. Een inspecteur is immers bevoegd om af te wijken van de visie van de schrijvers, omdat hij in de hem voorliggende casus zelf een afweging moet maken en op basis van de specifieke feiten en omstandigheden een beslissing dient te nemen en te motiveren. Dat de inspecteur aan de hand van de memo de juiste toepassing van de sectorpremie controleert, zoals eiser suggereert, is dus onjuist. Het gaat bij de boordeling door de inspecteur om veel meer dan de memo. Eiser hecht veel meer waarde aan de memo, dan eraan toegekend kan en mag worden. Verweerder heeft verder toegelicht op welke manier de memo in de beslispraktijk wordt gebruikt. Aangegeven is dat in het geval van bezwaar of beroep (onderdelen uit) de memo aan een belanghebbende kenbaar kunnen worden gemaakt. Dan rust echter de plicht tot geheimhouding op partijen, wat niet het geval is bij openbaarmaking in de zin van de Wob.
Gelet op het voorgaande verklaart de rechtbank het beroep ongegrond. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of een vergoeding van het griffierecht.