Op 7 maart 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een voorlopige voorziening. De zaak betreft een besluit van de raad van de gemeente Heemstede, waarbij de bebouwde komgrens op de Cruquiusweg met 192 meter in zuidoostelijke richting is verplaatst. Dit besluit, dat op 22 februari 2018 werd genomen, werd door de raad op 20 december 2018 in stand gelaten, met een aanvulling van de motivering. De verzoeker, het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 7 maart 2019 is de spoedeisendheid van het verzoek besproken. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang, omdat de raad voornemens was om op korte termijn verkeersborden te plaatsen die in strijd zouden zijn met de geldende wegverordening. De voorzieningenrechter heeft de belangen van de verzoeker zwaarder laten wegen dan de belangen van de gemeente, aangezien de bebouwde komgrens al sinds 1973 op de huidige plek ligt en er geen dringende redenen waren om deze te wijzigen.
De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek toegewezen en zowel het bestreden besluit als het primaire besluit geschorst tot de uitspraak op het beroep. Tevens is de gemeente veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 1.024,-, en is bepaald dat het betaalde griffierecht van € 345,- aan de verzoeker moet worden vergoed. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Maarleveld, in aanwezigheid van griffier mr. M. van Excel.