Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[verzoeker1] ,
[verzoeker2],
[verzoeker3],
[verzoeker4],
[verzoeker5],
[verzoeker6],
[verzoeker7],
[verzoeker8],
[verzoeker9],
[verzoeker10],
[verzoeker11] ,
[verzoeker12],
[verzoeker13],
Rechtbank Noord-Holland
Op 12 april 2019 heeft de Rechtbank Noord-Holland een beschikking gegeven in de zaak betreffende het verzoek tot ontslag van de curator, Mr. B. Breederveld, in het faillissement van [A.]. Het verzoek is ingediend door een groep schuldeisers, vertegenwoordigd door advocaat Mr. J.M.R. Vlaar. De verzoekers stelden dat de curator zijn taken niet naar behoren had uitgevoerd, onder andere door een vordering van [A.] op de ING bank niet te stuiten en door een pand van [F.] leeg te laten slopen. De rechtbank heeft de procedure en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. De curator heeft zijn beleid en handelen toegelicht en de rechter-commissaris heeft in een eerdere brief aangegeven dat er geen aanleiding was voor ontslag van de curator. De rechtbank concludeerde dat de verzoekers onvoldoende onderbouwing hebben gegeven voor hun claims en dat de curator binnen zijn bevoegdheden heeft gehandeld. Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot ontslag van de curator afgewezen en de verzoekers niet ontvankelijk verklaard in hun verzoek. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.