ECLI:NL:RBNHO:2019:6766
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke rechtszaak over omgevingsvergunning voor verblijfsaccommodatie in Landsmeer
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 juli 2019 uitspraak gedaan in een geschil over een omgevingsvergunning. Verzoekster had een vergunning aangevraagd voor het veranderen van de bestemming van een woning naar verblijfsaccommodatie. Het college van burgemeester en wethouders van Landsmeer had deze vergunning aanvankelijk verleend, maar later herroepen na bezwaar van derde-partijen. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 9 april 2019 zijn verschillende partijen verschenen, waaronder de gemachtigde van verzoekster en vertegenwoordigers van de gemeente.
De voorzieningenrechter heeft in een tussenuitspraak op 19 april 2019 geoordeeld dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd was en verweerder in de gelegenheid gesteld om het gebrek te herstellen. Na aanvullende motivering van verweerder heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het belang van het behoud van woonruimte zwaarder weegt dan het belang van verzoekster. De voorzieningenrechter heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. Dit betekent dat de weigering om de omgevingsvergunning te verlenen blijft bestaan. Verweerder is tevens veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoekster.
De uitspraak benadrukt de beleidsvrijheid van het college bij het verlenen van omgevingsvergunningen en de noodzaak van een zorgvuldige motivering, vooral in het licht van de woningnood in de regio. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de motivering van verweerder na de tussenuitspraak voldoende was om de weigering van de vergunning te rechtvaardigen, ondanks de bezwaren van verzoekster.