ECLI:NL:RBNHO:2020:10119
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Indexatie erfpachtcanon in civiele procedure tussen exploitatiemaatschappij en gedaagden
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft de kantonrechter op 9 december 2020 uitspraak gedaan in de zaak tussen Exploitatiemaatschappij Bungalowpark Het Geesterambacht B.V. (hierna: Geesterambacht) en twee gedaagden, die in persoon procedeerden. De zaak betreft de indexatie van de erfpachtcanon die de gedaagden aan Geesterambacht verschuldigd zijn. Na een tussenvonnis op 28 oktober 2020 heeft Geesterambacht een akte met bijlagen ingediend, waarover de gedaagden zich schriftelijk hebben uitgelaten. De kantonrechter heeft bepaald dat de nadien ontvangen stukken van de gedaagden niet in behandeling worden genomen, en het verzoek van Geesterambacht om daarop te mogen reageren is afgewezen.
Geesterambacht heeft in haar laatste akte een advies van het CBS overgelegd, waarin wordt geadviseerd om over te stappen op de meest recente index voor de berekening van de erfpachtcanon. Dit advies leidt tot een geïndexeerde erfpachtcanon van € 1.780,13 per jaar. De kantonrechter oordeelt dat het door Geesterambacht gevorderde bedrag van € 898,77 aan erfpachtcanon, dat nog niet door de gedaagden is betaald, toewijsbaar is, aangezien dit bedrag niet is betwist door de gedaagden.
Daarnaast is er een geschil over de bij de wijziging van eis gevorderde rente. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het boetebeding in de erfpachtvoorwaarden, dat een contractuele vertragingsrente van 2% per maand inhoudt, in strijd is met de Europese richtlijnen inzake consumentenrecht. Dit beding is daarom vernietigd. De gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen, omdat deze niet is betwist. Geesterambacht heeft ook aanspraak gemaakt op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, maar deze vordering is afgewezen omdat niet is aangetoond dat aan de wettelijke vereisten is voldaan.
Tot slot heeft de kantonrechter de proceskosten gecompenseerd, omdat beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld. De nakosten zijn toegewezen zoals in het dictum vermeld. Het vonnis is uitgesproken door mr. M. Flipse in aanwezigheid van de griffier.