Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
2.Feiten
- te bepalen dat de vakanties- en feestdagen tussen partijen bij helfte zullen worden verdeeld;
- te bepalen dat de vader voortaan tezamen met de moeder zal worden belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] ;
- de moeder te verbieden om met [minderjarige] naar Bonaire c.q. het buitenland te verhuizen, althans moeder te bevelen om binnen een straal van 50 kilometer van de woonplaats van de vader te blijven wonen, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,-- per dag of dagdeel dat de moeder in gebreke blijft om aan de in dezen te wijzen beschikking te voldoen, met een maximum van € 10.000,--.
3.Verzoek en verweer
- te bepalen dat een regeling wordt vastgelegd waarbij [minderjarige] voor tenminste de duur van de bodemprocedure iedere zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur bij de vader verblijft, dan wel een zodanige omgangsregeling als uw rechtbank in goede justitie vermeent te behoren;
- de moeder voor ten minste de duur van de bodemprocedure te verbieden om met de minderjarige [minderjarige] naar Bonaire c.q. het buitenland te verhuizen, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,-- per dag of dagdeel dat de moeder in gebreke blijft om aan de in dezen te wijzen beschikking te voldoen, met een maximum van € 10.000,.
4.Verweer en zelfstandige verzoeken
- zij gerechtigd zal zijn en haar vervangende toestemming zal worden verleend om met [minderjarige] naar Bonaire te verhuizen met ingang van 1 januari 2021, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie vermeend te behoren ingangsdatum;
- de vader voorlopig tot 31 december 2020 omgang zal hebben met [minderjarige] eenmaal per twee weken op zaterdag 9.00 uur tot 12.00 uur in de woning van de moeder, althans onder begeleiding in een omgangshuis, althans op een door de rechtbank in goede justitie vermeend te behoren tijdstip en plaats.
- de vader met ingang van januari 2021 contact met [minderjarige] zal hebben welk contactmoment zal plaatsvinden via Skype om de week op zaterdag gedurende 15 minuten per keer, althans op een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen moment en tijdstip;
- de vader met ingang van 1 januari 2021 omgang met [minderjarige] zal hebben van viermaal per jaar in Nederland op een nader overeen te komen dag op een neutrale plek, althans op een door de rechtbank te bepalen tijdstip en plaats;
- de vader zal zijn gehouden om maandelijks bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige] ad € 250,-- per maand, zulks met ingang van 1 november 2020, althans voor een door uw rechtbank in goede justitie vermeend te behoren bedrag aan kinderalimentatie, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen aanvangsdatum.
5.Beoordeling
6.Beslissing
- vervolgens drie weken achtereen in de woning van de vader, zonder begeleiding, op zaterdag van 10.00 uur tot 14.00 uur;
- daarna zal de omgang tussen [minderjarige] en de vader wekelijks op zaterdag van 10.00 – 17.00 uur plaatsvinden;
de voorzieningenrechter verzoekt de Raad in zijn correspondentie aan de rechtbank het hiervoor genoemde zaak-/rekestnummer van de bodemprocedure te vermelden;