ECLI:NL:RBNHO:2020:11148

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 december 2020
Publicatiedatum
24 december 2020
Zaaknummer
C/15/287162 / HA ZA 19-255
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg en geschil over samenwerkingsovereenkomst tussen VNU Exhibitions Europe B.V. en Fun & Forest B.V. met betrekking tot de organisatie van beurzen

In deze zaak gaat het om een geschil tussen VNU Exhibitions Europe B.V. (VNU-EE) en Fun & Forest B.V. (Fun & Forest) over de uitleg van een samenwerkingsovereenkomst die op 22 februari 2013 is gesloten. VNU-EE vordert dat de rechtbank verklaart dat Fun & Forest c.s. hebben gewanpresteerd en dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die VNU-EE heeft geleden. De kern van het geschil betreft de vraag of Fun & Forest zich heeft gehouden aan de afspraken in de samenwerkingsovereenkomst, die onder andere betrekking hebben op de organisatie van de beurs Ecomobiel en andere aanpalende evenementen. VNU-EE stelt dat Fun & Forest zonder overleg andere activiteiten heeft ontplooid, wat in strijd zou zijn met de overeenkomst. Fun & Forest betwist dit en stelt dat de samenwerkingsovereenkomst niet opzegbaar is, omdat de contractueel vastgelegde opzeggingsgronden zich niet voordoen. De rechtbank oordeelt dat de samenwerkingsovereenkomst in beginsel niet opzegbaar is zolang de in de overeenkomst genoemde opzeggingsgronden zich niet voordoen. De rechtbank wijst de vorderingen van VNU-EE af, omdat Fun & Forest niet tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. In reconventie verklaart de rechtbank dat de opzegging van de samenwerkingsovereenkomst door Fun & Forest geen rechtsgevolg heeft gehad, en dat de samenwerkingsovereenkomst onverminderd voortduurt. De rechtbank compenseert de proceskosten in conventie, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/287162 / HA ZA 19-255
Vonnis van 9 december 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VNU EXHIBITIONS EUROPE B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
advocaat: mr. T. van der Lans te Naaldwijk,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
54EVENTS B.V.,
statutair gevestigd te Rotterdam, kantoorhoudende te Breukelen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
C.F. VAN DER WOUDE BEHEER B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GEIJNTJE B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Haarlem,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FUN & FOREST B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht,
gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie,
advocaat: mr. P.P.A. Vroegrijk te Breda.
Eiseres in conventie, tevens verweerster in reconventie zal hierna VNU-EE worden genoemd.
Gedaagden in conventie, tevens eiseressen in reconventie, zullen afzonderlijk 54Events, Van der Woude Beheer, Geijntje en Fun & Forest worden genoemd, en gezamenlijk worden aangeduid als Fun & Forest c.s.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding en akte overlegging producties met producties 1 tot en met 12 van de zijde van VNU-EE;
  • de conclusie van antwoord (tevens houdende een eis in reconventie) met producties 1 tot en met 37 van de zijde van Fun & Forest c.s.;
  • de akte overlegging producties tevens vermindering eis tevens vermeerdering eis met producties 13 tot en met 16 van de zijde van VNU-EE;
  • de conclusie van antwoord in reconventie van de zijde van VNU-EE;
  • het proces-verbaal van comparitie van partijen van 5 november 2019 en de daarin genoemde stukken;
  • de akte vermeerdering eis tevens conclusie na comparitie in conventie en in reconventie met productie 17 tot en met 19 van de zijde van VNU-EE;
  • de conclusie in conventie tevens houdende een conclusie in reconventie met producties 38 van de zijde van Fun & Forest c.s.;
  • de antwoordconclusie na comparitie in conventie en reconventie tevens vermindering van eis in conventie met productie 20 van de zijde van VNU-EE;
  • de antwoordconclusie in conventie tevens houdende antwoordconclusie in reconventie met producties 39 tot en met 43 van de zijde van Fun & Forest c.s.
1.2.
Het proces-verbaal van comparitie van partijen van 5 november 2019 is met instemming van partijen buiten hun aanwezigheid opgesteld. Zij zijn in de gelegenheid gesteld om opmerkingen te maken bij het proces-verbaal in de conclusie na de comparitie. Partijen hebben van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
1.3.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
VNU-EE behoort tot de Jaarbeurs-groep. Zij houdt zich bezig met het organiseren en faciliteren van beurzen en events.
2.2.
Fun & Forest is een beheermaatschappij. De aandelen worden gehouden door Van der Woude Beheer en Geijntje. Zij zijn ook de bestuurders van Fun & Forest. Van der Woude Beheer is een persoonlijke holdingvennootschap van de heer C.F. van der Woude (hierna: Van der Woude). Geijntje is een persoonlijke holdingvennootschap van mevrouw W.N. van de Geijn (hierna: Van de Geijn).
2.3.
Zowel Van der Woude (sinds 1999), als Van de Geijn (sinds 2002) zijn werkzaam geweest voor VNU-EE (althans voor de Jaarbeurs-groep). Beiden hielden zij zich bezig met het ontwikkelen van nieuwe concepten en producten. Eind 2012 is Van der Woude bij VNU-EE vertrokken vanwege een verschil van inzicht met de toenmalige CEO van VNU-EE (althans van de Jaarbeurs-groep), de heer [A.] (hierna: [A.]). Van de Geijn heeft ontslag genomen bij VNU-EE.
2.4. 54
Events hield zich tot begin 2012 uitsluitend bezig met het organiseren van Ecomobiel, een beurs op het gebied van duurzame mobiliteit. Fun & Forest heeft op enig moment alle aandelen in 54Events gekocht voor een koopprijs van € 360.000.
2.5.
Op 22 februari 2013 hebben Fun & Forest en VNU-EE een “samenwerkings-overeenkomst” (hierna: de samenwerkingsovereenkomst) gesloten, waarin - voor zover hier van belang - het navolgende is bepaald:

nemen het volgende in aanmerking
(…)
-
Dat Partijen wensen samen te werken ten einde de Vennootschap bij de organisatie van de beurs Ecomobiel en mogelijk andere in de toekomst te ontwikkelen gelieerde beursconcepten of gelieerde evenementen en dienstverlening daaromtrent wenst te ondersteunen.
En verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
(…)
Artikel 2 Taken en bevoegdheden Partijen
1. Ten einde FUN & FOREST B.V. te ondersteunen bij de financiering en ondersteuning van de organisatie van de beurs Ecomobiel door de Vennootschap en mogelijk andere in de toekomst te ontwikkelen beursconcepten en gelieerde evenementen en dienstverlening daaromtrent zullen Partijen de hiernavolgende taken op zich nemen:
VNU-EE zal (…):
a.
Een bijdrage van Euro € 108.000 aan FUN & FOREST B.V. ter beschikking stellen.
(…)
4. VNU-EE zal de Vennootschap in de gelegenheid stellen, onder nader overeen te komen voorwaarden, Ecomobiel en/of andere in de toekomst gelanceerde aanpalende evenementen te verplaatsen naar Jaarbeurs Utrecht teneinde middels aanpalende co-locaties met de beurs ICT & Logistiek beider platformen te versterken.
Artikel 3 Vergoeding
1. VNU-EE heeft jaarlijks recht op een vergoeding gelijk aan 30% van het totale aandelenpercentage dat FUN & FOREST B.V. houdt in de Vennootschap van het resultaat voor vennootschapsbelasting van de Vennootschap. Dat bedrag zal door VNU-EE aan de Vennootschap worden gefactureerd en vanuit de Vennootschap worden uitgekeerd.
2. VNU-EE zal bij eerstvolgende gelegenheid, nadat FUN & FOREST B.V. een 100% belang in de Vennootschap heeft verworven, haar 30% rechten die voortvloeien uit deze overeenkomst omruilen tegen een 30% aandelenbelang in de Vennootschap. In dat geval zal deze overeenkomst worden vervangen door een aandeelhoudersovereenkomst.
3. VNU-EE zal middels een geldlening naar rato (30%) bijdragen aan de benodigde financiering van de Vennootschap waarbij FUN & FOREST B.V. bij overdracht van de aandelen de bestaande leningen van de huidige aandeelhouders aan de Vennootschap zal aflossen. Financiering vanuit VNU-EE zal plaatsvinden op basis van dezelfde zakelijke condities (Euribor 3 maanden + maximaal 5%) die zijn overeengekomen tussen FUN & FOREST B.V. en de Vennootschap.
4. Het resultaat van de Vennootschap, hierna te noemen “Resultaat”, is gedefinieerd als: het resultaat voor vennootschapsbelasting, waarbij ten aanzien van de vergoedingen voor kosten van FUN & FOREST B.V. een maximum is vastgesteld van een bedrag van Euro 180.000 per jaar. Ingeval van een negatief resultaat van de Vennootschap zal de vergoeding ten behoeve van de berekening van het resultaat naar beneden worden bijgesteld tot maximaal Euro 132.000 per jaar.
(…)
6. Binnen 2 maanden na afloop van elk boekjaar zal FUN & FOREST B.V. aan VNU-EE een de balans en resultatenrekening van de voorgaande kalanderjaar van de Vennootschap zenden inclusief een calculatie van het aandeel in het resultaat voor belasting dat op basis van deze overeenkomst ten goede komt aan VNU-EE. FUN & FOREST B.V. zal de aan VNU-EE toekomende vergoeding binnen veertien dagen na accordering van het overzicht door VNU-EE betalen.
7. VNU-EE is gerechtigd voor haar rekening een accountant inzage te laten nemen in de administratie van de Vennootschap. (…)
Artikel 4 Overleg
Partijen hebben de plicht elkander op de hoogte te stellen van alle relevante aangelegenheden met betrekking tot de Vennootschap.
Minimaal tweemaal per jaar zal een bespreking plaatsvinden inzake voortgang planning en realisatie, acquisitie, publiciteit, en resultaatverwachting voor het lopende en volgende kalenderjaar.
(…)
Artikel 5 Duur, einde + gevolgen einde van de overeenkomst
Deze overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
Deze overeenkomst is tussentijds beëindigbaar indien zich een situatie als genoemd in lid 3 en/of lid 4 van dit artikel voordoet.
De overeenkomst kan door elk van Partijen met onmiddellijke ingang worden opgezegd wanneer een partij:
surseance van betaling aanvraagt;
in staat van faillissement wordt verklaard
tot liquidatie overgaat
In een zodanig geval gaan alle rechten en plichten met onmiddellijke ingang van rechtswege over aan de wederpartij zonder dat deze daarvoor enige (financiële) tegenprestatie verschuldigd is.
4.
Indien als gevolg van een overdracht van Aandelen FUN & FOREST B.V. geen Aandelen meer houd in de Vennootschap zal deze overeenkomst beëindigd zijn.
Artikel 6 Koopoptie
1.
FUN & FOREST B.V. verplicht zich de Aandelen in de Vennootschap, in het geval FUN & FOREST B.V. besluit om de Aandelen in de Vennootschap over te dragen, deze eerst aan te bieden aan VNU-EE. De waarde van de Aandelen in de Vennootschap gehouden door FUN & FOREST B.V. zullen worden vastgesteld volgens algemeen aanvaarde waarderingsnormen in de branche waarbij de in artikel 3.4. genoemde managementfee deel uitmaakt van de kosten die worden meegerekend ter bepaling van de waarde.
(…)
Artikel 7 Non-concurrentie
FUN & FOREST B.V. respectievelijk VNU-EE zal gedurende de looptijd van deze overeenkomst geen belang nemen in activiteiten die concurreren met het concept van de beurs Ecomobiel in Nederland noch zal zij zich daarin direct of indirect betrekken. Het concept van de beurs Ecomobiel is als bijlage 1 bij deze overeenkomst bijgevoegd.
Als concurrente wordt beschouwd gehele overeenstemming met alle elementen als genoemd in bijlage 1 onder A t/m E”.
2.6.
Over de tekst van deze overeenkomst is tussen Van der Woude (Fun & Forest) en [A.] (VNU-EE) onder meer per e-mails van 28, 29, 30 en 31 januari 2013 onderhandeld. In de e-mail van 28 januari 2013 van Van der Woude aan [A.] is, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:

Net na zonsondergang dan onze reactie. Er zitten m.i. wat haken en ogen (o.a. fiscaal / juridisch) aan het feit dat de overeenkomst wordt gesloten met Fun & Forest BV terwijl de voorgenomen aandelen transactie (waarvoor de overeenkomst in de plaats zou komen) betrekking heeft op 54 Events. Ik stel dan ook voor dat we zodra we 100% in de Vennootschap bezitten deze overeenkomst omzetten in een aandeelhoudersovereenkomst tussen VNUEE en 54 Events. (…)
2.7.
[A.] heeft op 29 januari 2013 het volgende geschreven aan Van der Woude:

What’s in for us? We leveren een financiële bijdrage om op termijn project naar Utrecht te zien komen en de mogelijkheid te hebben van een Buy-Out. We leveren daarvoor zeggenschap in (hebben we helemaal niet) accepteren een forse managementvergoeding en je kunt logo gebruiken (om niet).
(…)
Kijk er nog eens naar en denk er nog eens over na met het voorgaande en volgende in het achterhoofd: Waarom zou VNU zich beperken (non-compete), een financiële bijdrage leveren (risico dragen), het VNU logo (=waarde) leveren zonder dat duidelijk is wat er voor ons in het vat zit.”
2.8.
Van der Woude heeft in zijn e-mail van 30 januari 2013 aan [A.] het volgende geantwoord:
“(…)
M.b.t. de management fee: deze is voor 2013 vastgesteld op € 108.000 (plus reis en telefoonkosten) De genoemde maximum fee komt voor de BV op hetzelfde neer als een bruto salaris van 69K FT pp. Beneden marktconform voor Wendy en mijzelf. Om aan je punt tegemoet te komen zij wij daarbij in principe bereid om in geval van verlies deze fee terug te brengen naar 140K. Hoe dit zou werken in het licht van mogelijke door beiden gewenste lanceringen van nieuwe titels moeten we even over nadenken. (…)
Voor wat betreft de non compete. Ik zie met de huidige formulering niet in hoe deze VNUEE op enigerlei wijze zou beperken behalve in het investeren in tijd en geld om een Ecomobiel kloon in het leven te roepen. Dit lijkt mij geen serieuze zakelijke overweging. We kunnen ook bespreken om de non compete geheel te schrappen.
Voor ons is duidelijk wat er voor VNUEE in het vat zit. Zoals je weet hebben wij de ambitie om naast Ecomobiel nieuwe events / producten te lanceren. Specifiek is hier al gesproken over Duurzame Logistiek en/of Stadsdistributie. Ook hiervoor gelden de rechten van VNUEE en kunnen jullie waar nodig rekenen op een 70% investering van ons. Onze volledige inzet om van zaken een financieel succes te maken lijkt me gezien de forse persoonlijke investering die wij doen ook gegarandeerd. Wat ons betreft zouden we afspraken over in de toekomst door F&F te lanceren events in markten waar VNUEE een strategische rol kan vervullen in overleg breder kunnen maken dan genoemde duurzame mobiliteit waardoor F&F als incubator kan fungeren voor VNUEE.
2.9.
Per e-mail van 30 januari 2013 heeft [A.] aan Van der Woude onder meer als volgt gereageerd:
“(…) Een tweede punt is de omzetting naar aandelen. Ja dat is logisch maar indien dit een plicht is en zo omschreven moet ik dit via RvC laten lopen. Dan gaat het nog even duren. Ik hoop dat we er zo uit zijn en dat jullie aan de slag kunnen. Indien nodig ben ik tot 18.30 mobiel bereikbaar.”
2.10.
Eveneens op 22 februari 2013 is tussen VNU-EE als geldgever, en Fun & Forest als geldlener, een geldleningovereenkomst gesloten, met een hoofdsom van € 60.000. Daarbij is overeengekomen dat aflossing geschiedt indien voldoende werkkapitaal aanwezig is. Ook is afgesproken de geldleningsovereenkomst eindigt op 31 december 2015.
2.11.
VNU-EE, Fun & Forest en 54Events zijn op 26 februari 2014 overeengekomen dat de rechten en plichten van Fun & Forest uit de geldleningsovereenkomst met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014 worden overgedragen aan 54Events.
2.12.
Jaarbeurs B.V., een andere vennootschap van de Jaarbeurs-groep, heeft op 4 februari 2015 met 54Events een managementovereenkomst gesloten. Daarin heeft Jaarbeurs B.V. aan 54Events opdracht gegeven tot het verlenen van diensten op het gebied van management en organisatie van de beurzen Energie en Solarevent. Deze beurzen behoorden tot het portfolio van Libéma Exhibitions B.V. (hierna: Libéma) en werden door Jaarbeurs B.V. onder licentie van Libéma geëxploiteerd. In de managementovereenkomst is in artikel 6 voorts bepaald dat het 54Events zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Jaarbeurs B.V., niet is toegestaan direct of indirect activiteiten te verrichten die concurrerend zijn met de beurs Energie en Solarevent. Daarbij is tevens bepaald dat dit non‑concurrentiebeding niet van toepassing is op de beurzen Ecomobiel en Ecologistiek.
2.13.
Kort na het sluiten van de managementovereenkomst is duidelijk geworden dat de samenwerking tussen VNU-EE en Libéma zou eindigen. Per brief van 11 augustus 2015 heeft [A.] aan 54Events bevestigd dat daarom ook de managementovereenkomst tussen Jaarbeurs B.V. en 54Events zal eindigen na de editie 2015 van de beurzen Energie en Solarevent.
2.14.
Begin april 2015 heeft 54Events aan [A.] toestemming gevraagd voor het opzetten van een energie-gerelateerd event in de noordelijke provincies. [A.] heeft daarop geantwoord dat hij dit met Libéma wenst te bespreken, omdat de concepten Energie Noord en Bouwbeurs Noord onderdeel uitmaakten van het portfolio van Libéma.
2.15.
In de zomer van 2015 is tussen 54Events en Libéma gesproken over een voorstel van 54Events voor het opzetten van de Vakbeurs Energie en de Energiebeurs in Assen. Deze beurzen maken onderdeel uit van de portfolio van Libéma. Van der Woude heeft [A.] hiervan op de hoogte gebracht en input gevraagd. [A.] heeft toen aangegeven dat de beurs in Assen geen onderdeel zal uitmaken van de samenwerking tussen VNU-EE en Fun & Forest. Op 2 september 2015 heeft 54Events aan VNU-EE gemeld dat 54Events overeenstemming heeft bereikt met Libéma over het management van de Vakbeurs Energie door 54Events en het ontwikkelen van een nieuwe beurs in Noord-Nederland. Daarbij heeft 54Events voorgesteld dat VNU-EE haar “
virtuele aandelen” in 54Events teruggeeft aan Fun & Forest, in ruil waarvoor de lening van € 60.000 zal worden afgelost met de winst van 54Events. [A.] van VNU-EE heeft hierop op 3 september 2015 als volgt geantwoord:

M.b.t. ons ‘aandeel’ stel ik voor om de zaak praktisch aan te vliegen. Het is een samenwerkingsovereenkomst zoals wij die zelf vele hebben. De exploitatie is in jullie handen en contractueel vastgelegd hoe we met elkaar omgaan. Het feit dat jullie meerdere zaken uitvoeren in één en dezelfde BV is geen bezwaar. Ik geef je wel in overweging om beheer (van de naam/bestanden/concept-eigendom) en exploitatie juridisch te splitsen. En wel zodanig dat ingeval van een faillissement slechts een exploitatie BV wordt getroffen.
2.16.
Na de editie 2015 van de beurzen Energie en Solarevent, is 54Events op basis van de voormelde afspraken met Libéma, de Vakbeurs Energie gaan organiseren. Onderdeel van de Vakbeurs Energie, en daarom ook eigendom van Libéma, is het segment “industrie & energie”. Met ingang van 2018 heeft 54Events een evenement georganiseerd met de naam “Industrial Heat & Power”. Dit evenement vond plaats gelijktijdig met de Vakbeurs Energie.
2.17.
In augustus 2015 heeft Vondel Finance aan VNU-EE een anoniem bedrijfsprofiel toegestuurd, met de vraag of VNU-EE geïnteresseerd was in de bedrijfsovername. [A.] van VNU-EE heeft de e-mail doorgestuurd aan 54Events met de vraag ”
Zie bijgaand ; iets voor jullie?”.
2.18.
[A.] heeft per e-mail van 7 januari 2016 er mee ingestemd dat de geldleningsovereenkomst werd verlengd tot en met 31 december 2016. Daarbij heeft [A.] tevens vermeld dat indien 54Events op dat moment de geldlening niet heeft afgelost, partijen met elkaar zullen spreken over de condities.
2.19.
In 2016 heeft 54Events tevens de Strategie Summit, onderdeel van het portfolio van VNU-EE, georganiseerd. Dit vond plaats in overleg met de heer [B.], destijds business unit manager van VNU-EE. 54Events heeft hiervoor een overeengekomen bedrag van € 10.363 aan VNU-EE betaald.
2.20.
In februari 2017 heeft [B.] van VNU-EE de contactgegevens van een bestuurslid van BTP (Beauty Trade Professionals) aan 54Events toegezonden. BTP houdt zich onder meer bezig met het organiseren van beauty vakbeurzen.
2.21.
Op 4 oktober 2017 heeft Libéma formeel aan 54Events en VNU-EE bevestigd, dat 54Events onder licentie van Libéma de Renovatiebeurs gaat organiseren. Hieraan voorafgaand had op 25 juli 2017 een overleg plaatsgevonden tussen Libéma, 54Events en VNU-EE (het toenmalige directielid [C.] en [D.], toenmalig aanspreekpunt voor 54Events). VNU-EE heeft de relevante bescheiden over eerdere edities van de Renovatiebeurs aan 54Events verstrekt.
2.22.
In 2019 heeft 54Events tevens de Vakbeurs Monument georganiseerd. Deze beurs is door 54Events zelf ontwikkeld. Hiervan heeft 54Events VNU-EE per e-mail van 28 september 2018 op de hoogte gebracht. Daarbij heeft 54Events vermeld dat de exploitatie impact zal hebben op de begroting voor 2019 en dat zij de uitwerking daarvan zal bespreken tijdens het komende overleg.
2.23.
In 2018 heeft 54Events het plan opgevat om een beurs te organiseren met het thema prefab / industrialisatie van het bouw- en installatieproces. De domeinnaam ‘prefabbeurs.nl’ is sinds 2012 is bezit van Fun & Forest.
2.24.
In ieder geval op 19 december 2013, 3 maart 2014, 13 november 2014, 10 februari 2015, 17 december 2015, 16 december 2016, en 19 december 2017 heeft 54Events aan VNU-EE per e-mail informatie verstrekt over haar (jaar)cijfers. Op 23 januari 2018 heeft [F.] (business controller van VNU-EE) aanvullende stukken/informatie gevraagd. Op 23 januari 2018 en 13 februari 2018 heeft 54Events aanvullende informatie gestuurd. Tevens heeft 54Events per e-mail van 16 april 2018 (nogmaals) de jaarrekeningen 2013-2017 aan Kemp verzonden.
2.25.
In een e-mail van 30 april 2018 heeft [E.], de nieuwe CFO van VNU-EE, zich op het standpunt gesteld dat 54Events zonder de benodigde toestemming van VNU-EE nieuwe activiteiten is gaan ondernemen en daarnaast tekort is geschoten in het aanleveren van (financiële) informatie aan VNU-EE. Daarbij heeft [E.] tevens vermeld dat VNU-EE sterk overweegt om van het recht van omzetting van haar economisch belang in een aandelenbelang gebruik te maken.
2.26.
Op 26 juli 2018 heeft Fun & Forest aan VNU-EE op basis van eerder tussen hen gevoerde gesprekken een voorstel gedaan voor de beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst, in de vorm van een vaststellingsovereenkomst. VNU-EE heeft daarmee niet ingestemd en heeft een tegenvoorstel gedaan, welk aanbod door Fun & Forest is afgewezen.
2.27.
Op 29 november 2018 heeft 54Events aan VNU-EE de begroting voor 2019 verstrekt.
2.28.
Onder meer per brief van 30 november 2018 heeft VNU-EE - naast overige sommaties - Fun & Forest gesommeerd tot het terugbetaling van de op dat moment resterende geldlening van € 30.000, te vermeerderen met de contractuele rente.
2.29.
VNU-EE, althans Jaarbeurs B.V., heeft 54Events op 14 december 2018 een factuur gestuurd voor de winstafdracht over 2018, ter hoogte van € 21.571,88. 54Events heeft tegen de hoogte van deze factuur op 19 december 2018 bezwaar gemaakt, waarop [E.] heeft verzocht alvast het onbetwiste gedeelte van de factuur te betalen. 54Events heeft 25 januari 2019 een bedrag van € 16.875,99 voldaan aan VNU-EE. Per e-mail van 25 januari 2019 heeft 54Events tevens toegelicht dat de factuur van 14 december 2018 voor een bedrag van € 3.880,90 (inclusief btw) moet worden gecrediteerd, gelet op het resultaat over de jaren 2013-2017 en de reeds door 54Events verrichtte betalingen aan VNU-EE.
2.30.
VNU-EE heeft Fun & Forest onder meer per brief van 31 januari 2019 gesommeerd binnen 30 dagen 30% van de aandelen in 54Events te leveren aan VNU-EE. Fun & Forest heeft daaraan geen uitvoering gegeven.
2.31.
In diezelfde brief heeft VNU-EE Fun & Forest wederom gesommeerd tot betaling van de resterende geldlening, op dat moment ter hoogte van € 10.000, te vermeerderen met de contractuele rente en de buitengerechtelijke incassokosten. 54Events heeft de geldlening terugbetaald, alsmede de contractuele rente voldaan.
2.32.
Op 22 februari 2019 heeft 54Events de jaarrekening van 2018 aan VNU-EE verstrekt.
2.33.
Fun & Forest heeft per brief van 16 mei 2019 de samenwerkingsovereenkomst met VNU-EE opgezegd, met aanbieding van een betaling van een vergoeding van € 46.505. VNU-EE heeft op 20 mei 2019 54Events gesommeerd de opzegging in te trekken. Per e-mail van 21 mei 2019 heeft 54Events medegedeeld dat zij de opzegging niet zal intrekken, maar zij hangende deze procedure zal handelen conform de samenwerkingsovereenkomst.
2.34.
Na de comparitie van partijen op 5 november 2019 hebben partijen wederom gesprekken gevoerd om een minnelijke regeling te beproeven. Tot bindende afspraken heeft dit echter niet geleid.
2.35.
Per e-mail van 17 juni 2020 heeft VNU-EE, althans Jaarbeurs B.V. aan 54Events een factuur gestuurd voor de winstafdracht 2019 ter hoogte van € 32.479,30.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
VNU-EE vordert samengevat en na herhaalde wijziging van eis - dat de rechtbank, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1.A. voor recht verklaart dat Fun & Forest c.s. hebben gewanpresteerd althans toerekenbaar onrechtmatig hebben gehandeld, alsmede dat zij ieder jegens VNU-EE hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle dientengevolge door VNU-EE geleden en te lijden schade;
1.B. Fun & Forest c.s. hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan VNU-EE van bedrag nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente;
1.C. Fun & Forest en 54Events hoofdelijk veroordeelt tot betaling aan VNU-EE van:
- € 32.411,54 aan resultaatsuitkering overeenkomstig artikel 3 van de samenwerkingsovereenkomst, alsmede
- € 4.696 aan nog onbetaald gelaten resultaatsuitkering over 2018 overeenkomstig artikel 3 van de samenwerkingsovereenkomst,
te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
2.A. 1. 54Events met onmiddellijke ingang verbiedt zonder overleg met VNU-EE activiteiten te verrichten die niet zijn gerelateerd aan Ecomobiel en daaraan gelieerde beurzen en events, op straffe van verbeurte van een dwangsom, alsmede
2. Van der Woude Beheer en Geijntje gebiedt c.q. veroordeelt binnen een maand na betekening van dit vonnis als bestuurders van 54Events al het mogelijke in het werk te stellen c.q. te doen teneinde 54Events te doen stoppen met alle activiteiten die niet gerelateerd zijn aan Ecomobiel en daaraan gelieerde beurzen en events, behoudens de activiteiten die in overleg met VNU-EE binnen 54Events wordt ontplooid, op straffe van verbeurte van een dwangsom, alsmede
3. Fun & Forest gebiedt c.q. veroordeelt binnen een maand van betekening van dit vonnis als aandeelhouder van 54Events al het mogelijke in het werk te stellen c.q. te doen, zo nodig door o.a. door aandeelhoudersbesluiten te nemen en te doen effectueren o.a. ter wijziging van de statutaire doelstelling van 54Events en het verstrekken van aanwijzingen aan de directie ook in een directiereglement, teneinde 54Events te doen stoppen met alle activiteiten die niet gerelateerd zijn aan Ecomobiel en daaraan gelieerde beurzen en events, behoudens de activiteiten die in overleg met VNU-EE binnen 54Events wordt ontplooid, op straffe van verbeurte van een dwangsom
2.B. Fun & Forest c.s. gebiedt c.q. veroordeelt alle benodigde medewerking te verlenen aan het tijdig op de hoogte houden van VNU-EE van alle relevante aangelegenheden met betrekking tot 54Events, dit o.a. door verstrekking van de volgende informatie:
- aansluiting van de projectcijfers op de jaarrekeningen en het budget;
- balans en cashflow analyse waaruit de investeringen blijken (historisch en toekomstig);
- alle materiele overeenkomsten met derden waaronder afspraken met venues, meerjarencontracten, personeel;
dit alles op straffe van verbeurte van een dwangsom;
2.E. Fun & Forest c.s. veroordeelt binnen een maand na betekening van dit vonnis mee te werken aan de levering van 30% van de aandelen in 54Events aan VNU-EE ex artikel 3.2 van de samenwerkingsovereenkomst, welke aandelen alsdan vrij dienen te zijn van bijzondere lasten en beperkingen, waaronder van beslag, pandrechten en vruchtgebruik, onder meer door alle benodigde (rechts)handelingen te verrichten, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
2.F. bepaalt dat, indien en voor zover Fun & Forest in gebreke blijft aan 2.E. te voldoen, dit vonnis in de plaats treedt van de wilsverklaring(en) van Fun & Forest die benodigd is/zijn voor vorenbedoelde eigendomsoverdracht;
2.G. voor recht verklaart dat de samenwerkingsovereenkomst tussen Fun & Forest en VNU-EE vanaf 16 mei 2019 onverminderd voortduurt en Fun & Forest haar verplichtingen daaruit vanaf 16 mei 2019 onverminderd dient na te komen;
3. Fun & Forest althans 54Events veroordeelt tot betaling aan VNU-EE van een bedrag van € 875 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
een ander met hoofdelijke veroordeling van Fun & Forest c.s. in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Hieraan legt VNU-EE - zakelijk weergegeven - ten grondslag dat in de samenwerkingsovereenkomst is afgesproken dat 54Events zich uitsluitend mag bezighouden met de organisatie van de beurs Ecomobiel en gelieerde evenementen op het gebied van duurzame mobiliteit. Door zonder overleg met VNU-EE andere activiteiten te ontplooien handelt Fun & Forest daarom in strijd met de samenwerkingsovereenkomst en concurreert 54Events met de activiteiten van VNU-EE. Daarom zijn Fun & Forest c.s. volgens VNU-EE schadeplichtig en dienen zijn hun handelen in strijd met de samenwerkingsovereenkomst te staken. Daarnaast moet Fun & Forest voldoen aan de informatieplicht jegens VNU-EE en voorts medewerking verlenen aan het in artikel 3 lid 2 van de samenwerkingsovereenkomst vastgelegde recht van VNU-EE om 30% van de aandelen in 54Events te verkrijgen. Aan de opzegging van de samenwerkingsovereenkomst van 16 mei 2019 komt voorts geen rechtsgevolg toe, omdat geen van de in de samenwerkingsovereenkomst overeengekomen opzeggingsgronden aan de orde is. Nu Fun & Forest en 54Events de geldlening en de daarover verschuldigde rente pas hebben voldaan na het uitbrengen van de dagvaarding, zijn zij voorts de buitengerechtelijke kosten verschuldigd, aldus steeds VNU-EE.
3.3.
Fun & Forest c.s. voert verweer, dat hierna - voor zover van belang - zal worden besproken.
in reconventie
3.4.
Fun & Forest c.s. vordert samengevat - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht verklaart dat Fun & Forest de samenwerkingsovereenkomst rechtsgeldig heeft opgezegd en dat deze opzegging per 16 mei 2019 directe werking heeft gehad, althans de opzegging met inachtneming van een opzegtermijn werking heeft per ultimo augustus 2019, althans ultimo 2019, althans een door de rechtbank te bepalen datum, met veroordeling van VNU-EE in de kosten, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.
3.5.
Hieraan legt Fun & Forest c.s. - zakelijk weergegeven - ten grondslag dat de samenwerkingsovereenkomst moet worden aangemerkt als een duurovereenkomst en daarom in beginsel opzegbaar is. De in de samenwerkingsovereenkomst vastgelegde opzeggingsgronden sluiten niet uit dat de samenwerkingsovereenkomst ook op andere gronden kan worden opgezegd. Aanleiding voor de opzegging was dat VNU-EE niet heeft voldaan aan haar informatieplicht, zij de activiteiten van 54Events dermate wenst te beperken dat geen toekomst voor 54Events mogelijk is, en zij bovendien plots aandeelhouder wenst te worden van 54Events, terwijl zij niet de belangen van 54Events nastreeft. Bovendien heeft Fun & Forest aangeboden een vergoeding te betalen aan VNU-EE om tegemoet te komen aan de investeringen van VNU-EE in 54Events, aldus steeds Fun & Forest c.s.
3.6.
VNU-EE voert verweer, dat hierna - voor zover van belang - zal worden besproken.

4.De beoordeling

in reconventie

4.1.
De rechtbank ziet aanleiding eerst de vordering in reconventie te beoordelen, omdat die beoordeling gevolgen heeft voor de vorderingen in conventie.
4.2.
In reconventie ligt in de kern de vraag voor op de opzegging van de samenwerkingsovereenkomst door Fun & Forest op 16 mei 2019 rechtsgevolg toekomt, hetgeen VNU-EE weerspreekt.
4.3.
Partijen hebben uitdrukkelijk afgesproken dat de samenwerkingsovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd. Anders dan Fun & Forest betoogt, betekent dit nog niet dat de overeenkomst in beginsel opzegbaar is. Fun & Forest heeft zich daarbij beroepen op het arrest van de Hoge Raad van 2 februari 2018 (ECLI:NL:HR:2018:141). Daaruit volgt dat indien wet en overeenkomst niet voorzien in een regeling van de opzegging, de overeenkomst in beginsel opzegbaar is. Die situatie doet zich echter niet voor, omdat in de samenwerkingsovereenkomst in artikel 5 lid 2, 3 en 4 is voorzien in een opzegregeling. In die contractuele opzegregeling is bepaald op welke gronden de samenwerkingsovereenkomst kan worden opgezegd. Tussen partijen staat vast dat die gronden zich niet voordoen.
4.4.
De rechtbank is van oordeel dat de samenwerkingsovereenkomst in beginsel niet opzegbaar is zolang de in de samenwerkingsovereenkomst genoemde opzeggingsgronden zich niet voordoen. Daartoe is redengevend de aard van de samenwerkingsovereenkomst, die er blijkens artikel 2 lid 3 uit bestond dat VNU-EE en Fun & Forest gezamenlijk aandeelhouder zouden worden van 54Events. Dit biedt steun aan de door VNU-EE verdedigde uitleg, dat partijen een langdurige samenwerking beoogde die niet zomaar eenzijdig door één van partijen kon worden beëindigd, maar uitsluitend kon worden beëindigd op de in artikel 5 vermelde gronden. Deze uitleg vindt ook bevestiging in de formulering van artikel 5 lid 2 van de samenwerkingsovereenkomst, waaruit kan worden afgeleid dat partijen limitatieve opzeggingsgronden zijn overeengekomen (“
Deze overeenkomst is tussentijds beëindigbaar indien zich een situatie als genoemd in lid 3 en/of lid 4 van dit artikel voordoet”). Voor de door Fun & Forest verdedigde uitleg, dat de in artikel 5 genoemde opzeggingsgronden slechts voorbeelden vormden van situaties waarin de samenwerkingsovereenkomst in ieder geval kon worden opgezegd, en dat de overeenkomst ook op andere gronden vrij opzegbaar is, bevatten de inhoud van de overeenkomst en de kenbare partijbedoelingen geen aanknopingspunten. De enkele omstandigheid dat partijen niet hebben onderhandeld over de opzeggingsgronden in artikel 5 maakt dat niet anders, omdat partijen wel worden geacht die bepalingen te zijn overeengekomen. Nu Fun & Forest zelf heeft gesteld dat over de opzeggingsregeling tussen partijen niet is onderhandeld, wordt aan bewijslevering op dit punt niet toegekomen.
4.5.
Uit het in het voorgaande aangehaalde arrest van de Hoge Raad volgt dat wanneer sprake is van een niet-opzegbare duurovereenkomst, Fun & Forest onder omstandigheden een beroep kan doen op de artikelen 6:248 lid 2 BW en 6:258 BW (vgl. ook HR 15 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:660, NJ 2016/236). Omdat uit het voorgaande volgt dat de samenwerkingsovereenkomst in beginsel niet-opzegbaar was omdat de overeengekomen opzeggingsgronden zich niet voordoen, is het aan Fun & Forest om te stellen dat een beroep van VNU-EE op de niet-opzegbaarheid van de samenwerkingsovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, althans dat sprake is van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat VNU-EE naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten.
4.6.
Fun & Forest heeft in het kader van haar beroep op artikel 6:248 lid 2 BW aangevoerd dat VNU-EE onvoldoende heeft voldaan aan de op haar rustende informatieplicht. Zij verwijst daarbij naar artikel 4 lid 1 van de samenwerkingsovereenkomst waarin is bepaald dat partijen over en weer de plicht hebben elkaar op de hoogte te stellen van alle relevante aangelegenheden met betrekking tot 54Events. Fun & Forest verwijt VNU-EE dat VNU-EE haar niet op de hoogte heeft gebracht van potentiële business opportunity’s voor 54Events, bestaande uit het organiseren van de Renovatiebeurs en de beurs Electrotechniek. De rechtbank is echter van oordeel dat Fun & Forest onvoldoende concreet heeft gesteld dat de informatieverplichting van VNU-EE zo ver strekt, dat zij eventuele business opportunity’s steeds moet melden aan 54Events. Dat volgt in ieder geval niet uit de tekst van de samenwerkingsovereenkomst en is verder door Fun & Forest niet geconcretiseerd, zodat hieraan voorbij wordt gegaan.
4.7.
Verder heeft Fun & Forest aan haar opzegging ten grondslag gelegd dat VNU-EE de activiteiten van 54Events dermate vergaand probeert te beperken, dat 54Events niet meer levensvatbaar is, alsmede dat VNU-EE probeert aandeelhouder van 54Events te worden terwijl zij de belangen van 54Events niet nastreeft. Ook dit betoog leidt niet tot het oordeel dat het beroep van VNU-EE op de onopzegbaarheid van de samenwerkingsovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. In conventie zal immers worden geoordeeld dat de pogingen van VNU-EE om de activiteiten van Fun & Forest vergaand te beperken niet kunnen slagen en dat zij ook geen recht meer heeft op levering van de aandelen.
4.8.
Fun & Forest heeft tevens een beroep gedaan op onvoorziene omstandigheden (6:258 BW). Zij heeft dit betoog echter niet van een verdere toelichting voorzien. Voor zover zij daaraan eveneens de voormelde argumenten ten grondslag legt, kan dat betoog niet slagen gelet op hetgeen daarover in het voorgaande is overwogen. De omstandigheid dat Fun & Forest teleurgesteld is over de wijze waarop VNU-EE uitvoering geeft aan de beoogde samenwerking kan in zijn algemeenheid bovendien niet worden aangemerkt als een onvoorziene omstandigheid in de zin van artikel 6:258 BW.
4.9.
Het voorgaande leidt tot de slotsom in reconventie, dat sprake is van een contractuele opzeggingsregeling in de samenwerkingsovereenkomst, terwijl de daarin limitatief opgesomde opzeggingsgronden zich niet voordoen, en het beroep van VNU-EE op de onopzegbaarheid van de samenwerkingsovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is. Daarom heeft de opzegging van 16 mei 2019 van Fun & Forest geen rechtsgevolg gehad. Evenmin bestaat aanleiding voor het oordeel dat een opzegging met inachtneming van een opzegtermijn wel geldig zou is. Dat betekent dat de vordering in reconventie zal worden afgewezen.
4.10.
Fun & Forest c.s. zal als de in reconventie in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, die aan zijde van VNU-EE in reconventie worden begroot op € 814,50 aan salaris advocaat (3 punten x tarief € 543 x factor 0,5). De nakosten en wettelijke rente zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
in conventie
Uitleg van de samenwerkingsovereenkomst – scope van de samenwerking
4.11.
In conventie is tussen partijen in de eerste plaats in geschil wat partijen in de samenwerkingsovereenkomst hebben afgesproken over de activiteiten die 54Events mocht verrichten, door partijen ook wel de scope van de samenwerking genoemd. Daarbij komt het aan op uitleg van de samenwerkingsovereenkomst. Hierbij is niet alleen de taalkundige betekenis, en dus de tekst van de overeenkomst van belang, maar moet ook gekeken worden naar de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen van de overeenkomst mochten toekennen en naar hetgeen zij over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (de Haviltex-maatstaf). Bij deze uitleg dient ook betekenis te worden toegekend aan de gedragingen van partijen ná het sluiten van de samenwerkingsovereenkomst.
4.12.
Partijen verschillen principieel van inzicht over de overeengekomen scope van de samenwerking. VNU-EE betoogt dat is afgesproken dat 54Events alleen de beurs Ecomobiel en aanpalende beurzen op het gebied van duurzame mobiliteit mag organiseren, en dat overige activiteiten voor 54Events verboden zijn zonder toestemming van, althans overleg met VNU-EE. Fun & Forest c.s. heeft dit weersproken.
4.13.
Vooropgesteld wordt dat zowel uit de e-mailcorrespondentie voorafgaand aan het sluiten van de samenwerkingsovereenkomst, als uit de tekst van die overeenkomst, duidelijk wordt dat partijen voor ogen stond dat 54Events met ingang van 2013 Ecomobiel zou gaan organiseren, een beurs op het gebied van duurzame mobiliteit. Tussen partijen staat vast dat 54Events tot op heden aan die verplichting heeft voldaan. De vraag die voorligt of uit deze afspraak ook moeten afgeleid dat het 54Events is
verbodenom andere activiteiten te verrichten, die geen betrekking hebben op Ecomobiel of duurzame mobiliteit, zoals VNU-EE betoogt.
4.14.
De rechtbank is van oordeel dat de inhoud van de onderhandelingen voorafgaand aan de totstandkoming van de samenwerkingsovereenkomst, de tekst van de samenwerkingsovereenkomst en de handelswijze van partij ná het sluiten van de samenwerkingsovereenkomst, aan deze uitleg geen steun bieden. Ter toelichting daarop geldt het volgende.
4.15.
Vast staat dat Fun & Forest in de onderhandelingen over de samenwerkingsovereenkomst aan VNU-EE heeft duidelijk gemaakt dat de activiteiten van 54Events niet beperkt zouden blijven tot de beurs Ecomobiel. Zie bijvoorbeeld in de e-mail van 30 januari 2013: “
door beiden gewenste lanceringen van nieuwe titels” en “…
hebben wij de ambitie om naast Ecomobiel nieuwe events / producten te lanceren”. Het moet dus voor VNU-EE duidelijk zijn geweest dat het de intentie was van Fun & Forest om naast Ecomobiel andere activiteiten te gaan verrichten. Dat is ook aldus opgenomen in artikel 2 lid 1 in de samenwerkingsovereenkomst: “
de beurs Ecomobiel door de Vennootschap en mogelijk andere in de toekomst te ontwikkelen beursconcepten (…)”. Op geen enkel moment heeft VNU-EE daarop gereageerd dat dit niet toegestaan, en zelfs verboden is zonder toestemming van VNU-EE. In zijn e-mail van 29 januari 2013 heeft [A.] juist zelf verklaard dat VNU-EE de zeggenschap inlevert en helemaal geen zeggenschap heeft. Dit terwijl VNU-EE ook bij het aangaan van de samenwerkingsovereenkomst duidelijk moet zijn geweest dat de activiteiten van 54Events voor VNU-EE concurrerend waren of konden zijn. Uit de e-mail van [A.] van 29 januari 2013 volgt dat de kern van de afspraken was, dat VNU-EE in ruil voor haar investering, 30% van de resultaten van 54Events zou ontvangen, alsmede 30% van de aandelen en een buy out-regeling (artikel 6).
4.16.
VNU-EE heeft zich beroepen op de e-mail van Van der Woude van 30 januari 2013, waarin Van der Woude het navolgende schrijft: “
Wat ons betreft zouden we afspraken over in de toekomst door F&F te lanceren events in markten waar VNUEE een strategische rol kan vervullen in overleg breder kunnen maken dan genoemde duurzame mobiliteit waardoor F&F als incubator kan fungeren voor VNUEE”.Volgens VNU-EE hebben partijen aan de door Van der Woude voorgestelde uitbreiding geen uitvoering gegeven. Naar het oordeel van de rechtbank kan hieruit echter niet worden afgeleid dat het Fun & Forest verboden is om activiteiten te verrichten buiten het gebied van duurzame mobiliteit. Vast staat immers dat, conform dit voorstel van Van der Woude, in de samenwerkingsovereenkomst niet is bepaald dat de activiteiten van 54Events beperkt moeten blijven tot duurzame mobiliteit.
4.17.
Hierbij acht de rechtbank tevens van belang dat de uitleg van de overeenkomst die VNU-EE verdedigt, namelijk dat 54Events - behoudens toestemming van VNU-EE - alleen de beurs Ecomobiel mocht organiseren (en aanpalende activiteiten op het gebied van duurzame mobiliteit), een zeer ingrijpende beperking van de vrijheden van 54Events vormt. Ter zitting heeft VNU-EE ook erkend dat indien 54Events zich inderdaad zou hebben beperkt tot de beurs Ecomobiel, dit zou hebben geleid tot het faillissement van 54Events (proces-verbaal, pag. 3). Vast staat dat Fun & Forest (en dus uiteindelijk Van de Woude en Van de Geijn) een aanzienlijke investering hebben gedaan bij de aankoop van de aandelen in 54Events (vgl. de koopsom van de aandelen van 54Events ter hoogte van € 360.000 en de door VNU-EE gedane investering van € 108.000). Indien partijen daadwerkelijk een dermate grote beperking van de activiteiten van 54Events zouden zijn overeengekomen, althans een dergelijke afhankelijkheid van 54Events van de toestemming van haar concurrent VNU-EE, welke beperking bovendien de levensvatbaarheid van 54Events en de persoonlijke investering van Van der Woude en Van de Geijn ernstig in gevaar zou brengen, zou het voor de hand liggen dat dit duidelijk en uitdrukkelijk zou zijn vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst, bijvoorbeeld in de vorm van een (zorgvuldig uitonderhandeld) non-concurrentiebeding. Daarvan is geen sprake. Slechts is in artikel 7 bepaald dat partijen niet mogen concurreren met de beurs Ecomobiel. Tussen partijen staat vast dat Fun & Forest dit beding niet heeft overtreden.
4.18.
Het beroep van VNU-EE op bijlage 1 bij de samenwerkingsovereenkomst, waarin de elementen van de beurs Ecomobiel zijn beschreven, slaagt niet. Zij betoogt dat daaruit de overeengekomen scope van de samenwerking blijkt en dat overige activiteiten niet toegestaan zijn. Naar bijlage 1 wordt in de samenwerkingsovereenkomst echter enkel verwezen in het kader van het non-concurrentiebeding van artikel 7. Het betreft derhalve een verbod om naast Ecomobiel een andere beurs met dezelfde elementen als Ecomobiel te organiseren, maar (dus) geen verbod om andere activiteiten, bijvoorbeeld beurzen met andere onderwerpen/elementen, te exploiteren.
4.19.
Bij de uitleg van de samenwerkingsovereenkomst zijn tevens van belang de verklaringen en gedragingen van partijen ná het sluiten van de overeenkomst, met andere woorden: de wijze waarop partijen uitvoering hebben gegeven aan de samenwerkingsovereenkomst. VNU-EE heeft zich op het standpunt gesteld dat haar uitleg van de samenwerkingsovereenkomst steun vindt in het feit dat 54Events in april 2015 uitdrukkelijk en formeel toestemming aan VNU-EE heeft gevraagd voor het organiseren van Vakbeurs Energie. Hieraan kent de rechtbank echter geen doorslaggevende betekenis toe, omdat Fun & Forest c.s. voldoende gemotiveerd heeft aangevoerd dat deze toestemming vereist was op grond van de kort daarvoor, in februari 2015, tussen 54Events en Jaarbeurs B.V. gesloten managementovereenkomst, waarin een algemener non-concurrentiebeding was opgenomen. VNU-EE heeft dit onvoldoende gemotiveerd betwist. Het vragen van toestemming door 54Events moet daarom niet worden gezien als uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst, maar als uitvoering van de managementovereenkomst. Voor zover VNU-EE in deze procedure betoogt dat 54Events dit non-concurrentiebeding in de managementovereenkomst heeft overtreden (vgl. pag. 1 van het proces-verbaal van de comparitie) wordt daaraan voorbij gegaan, nu niet VNU-EE bij de managementovereenkomst partij is, maar Jaarbeurs B.V. (die geen procespartij is bij deze procedure).
4.20.
Vast staat tussen partijen dat VNU-EE, in de persoon van [A.], 54Events niet heeft beperkt in haar activiteiten. VNU-EE heeft 54Events daarentegen steeds gesteund in de organisatie van bijvoorbeeld Vakbeurs Energie en ook van de Strategie Summit. Ook aan de organisatie van de Vakbeurs Renovatie heeft VNU-EE haar medewerking verleend, door de benodigde informatie aan 54Events te verstrekken. Sterker nog, [A.] en Simons van VNU-EE hebben daarnaast actief potentiele nieuwe activiteiten aan 54Events voorgesteld, zoals de overname van het door Vondel Finance toegestuurde anonieme bedrijfsprofiel, en het contact met BTP (wat overigens niets te maken had met duurzame mobiliteit). Bovendien heeft [A.], naar aanleiding van de organisatie van de Vakbeurs Energie door 54Events, in zijn e-mail van 3 september 2015 uitdrukkelijk aan 54Events geschreven: “
De exploitatie is in jullie handen en contractueel vastgelegd hoe we met elkaar omgaan. Het feit dat jullie meerdere zaken uitvoeren in één en dezelfde BV is geen bezwaar.” Dat [A.] hierbij een voorbehoud heeft gemaakt van toestemming van VNU-EE, zoals VNU-EE nu stelt, blijkt daaruit niet.
4.21.
Het heeft er alle schijn van dat het niet Fun & Forest c.s., maar VNU-EE is die met de komst van [E.] als nieuwe CFO een nieuwe koers is gaan varen, die afwijkt van de handelswijze die voor [A.] (en ook Simons van VNU-EE) gebruikelijk was. Daar is op zich niets op tegen, maar dat geeft VNU-EE niet het recht om eenzijdig de met Fun & Forest gemaakte afspraken, die worden ingekleurd door de manier waarop partijen daaraan steeds uitvoering hebben gegeven, te wijzigen. Hoewel VNU-EE dit weerspreekt, lijkt het er sterk op dat VNU-EE hiermee beoogt de concurrentie door 54Events uit te bannen. Gezien het voorgaande bieden de afspraken in de samenwerkingsovereenkomst daarvoor geen grondslag.
4.22.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de samenwerkingsovereenkomst aldus moet worden uitgelegd dat Fun & Forest niet is verboden om andere activiteiten te exploiteren dan de organisatie van de beurs Ecomobiel, en dat zij daarvoor evenmin de toestemming van VNU-EE nodig heeft. Omdat VNU-EE onvoldoende concreet heeft gesteld dat en wanneer is afgesproken dat het Fun & Forest, althans 54Events verboden is om zonder toestemming van VNU-EE andere activiteiten te verrichten dan de beurs Ecomobiel, wordt aan bewijslevering op dit punt niet toegekomen.
Tekortkoming – handelen in strijd met de scope van de samenwerking
4.23.
De voormelde uitleg van de samenwerkingsovereenkomst, betekent dat Fun & Forest niet is tekortgeschoten in de nakoming van de verbintenissen uit de samenwerkingsovereenkomst, door naast de beurs Ecomobiel ook andere beurzen/evenementen te organiseren.
4.24.
Om die reden kan het betoog dat Fun & Forest tekortschiet in de nakoming van de samenwerkingsovereenkomst, omdat Van der Woude en Van de Geijn niet ieder 40 uur per week hebben besteed aan de organisatie van Ecomobiel, evenmin slagen. Partijen zijn het er over eens dat zij bij het vaststellen van de maximum management fee voor Van der Woude Beheer en Geijntje van € 180.000 per jaar (artikel 3 lid 4 van de samenwerkingsovereenkomst) zijn uitgegaan van een werkweek van 40 uur. Nergens is echter bepaald dat de 40 uur besteed dient te worden aan de beurs Ecomobiel. VNU-EE betwist niet dat Van der Woude en Van de Geijn 40 uur per week hebben gewerkt voor 54Events. De enkele omstandigheid dat Van der Woude en Van de Geijn die 40 uur ook aan de andere activiteiten van 54Events hebben besteed, levert daarom geen wanprestatie op, nu uit het voorgaande volgt dat die andere activiteiten niet in strijd zijn met de samenwerkingsovereenkomst. Een dergelijke uitleg van de overeenkomst is ook logisch en redelijk, nu de opbrengsten van de overige activiteiten ten goede komen van het resultaat van 54Events, waarvan de managementvergoeding wordt betaald en op basis waarvan de jaarlijkse winstafdracht aan VNU-EE wordt berekend.
4.25.
Ook de stelling van VNU-EE dat kosten van de andere activiteiten die 54Events exploiteerde naast de beurs Ecomobiel, ten laste van het resultaat van 54Events zijn gebracht en dat daarom het resultaat van 54Events tegenviel, leidt niet tot de conclusie dat sprake is van een tekortkoming van Fun & Forest. Fun & Forest c.s. heeft immers onweersproken aangevoerd dat ook de inkomsten van die overige activiteiten in de resultaten van 54Events zijn verwerkt en dus zijn meegenomen in het bepalen van de winstafdracht aan VNU-EE. Dit betoog van VNU-EE over de tegenvallende resultaten van 54Events als gevolg van de overige activiteiten van 54Events naast Ecomobiel, is overigens moeilijk te rijmen met haar stelling ter zitting dat indien 54Events haar activiteiten zou hebben beperkt tot Ecomobiel, 54Events reeds zou zijn gefailleerd, terwijl 54Events in werkelijkheid als gevolg van haar overige activiteiten winst heeft behaald.
4.26.
VNU-EE heeft de verwijten aan Fun & Forest c.s. verder toegelicht met de stelling dat Fun & Forest, in strijd met de afspraken en de belangen van VNU-EE, de door haar georganiseerde beurzen niet alle heeft laten plaatsvinden op een locatie van de Jaarbeurs-groep, maar in plaats daarvan op locaties van concurrenten van de Jaarbeurs-groep. Ook dit betoog wordt niet gevolgd. In artikel 2 lid 4 van de samenwerkingsovereenkomst is op dit punt immers slechts een verplichting van VNU-EE opgenomen, om 54Events de gelegenheid te stellen Ecomobiel en/of andere in de toekomst gelanceerde evenementen te verplaatsen naar Jaarbeurs Utrecht (een locatie van Jaarbeurs-groep). Daarbij komt dat tussen partijen als onweersproken vast staat dat het ook voor VNU-EE zelf (in het kader van haar samenwerking met Libéma) niet ongebruikelijk was om beurzen te organiseren op andere locaties dan haar eigen locaties. Fun & Forest mocht daarom bij het aangaan van de samenwerkingsovereenkomst verwachten dat het haar vrij stond om de door haar te organiseren beurzen op een andere locaties te laten plaatsvinden, dan een locatie van de Jaarbeurs-groep.
Tekortkoming – informatieplicht/overleg m.b.t. andere activiteiten
4.27.
VNU-EE voert met name aan dat Fun & Forest tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de samenwerkingsovereenkomst, door voor nieuwe activiteiten niet eerst toestemming te vragen aan VNU-EE, althans (na wijziging van eis) door geen voorafgaand overleg met VNU-EE te plegen, althans door VNU-EE onvoldoende informatie te verstrekken.
4.28.
Uit het voorgaande volgt dat Fun & Forest niet verplicht is om voorafgaand aan het initiëren van nieuwe activiteiten toestemming te vragen aan VNU-EE. Wel rust er op Fun & Forest een verplichting om VNU-EE op de hoogte te stellen van alle relevante aangelegenheden met betrekking tot 54Events en om minimaal tweemaal per jaar een bespreking te laten plaatsvinden inzake voortgang planning en realisatie, acquisitie, publiciteit, en resultaatverwachting voor het lopende en volgende kalenderjaar. Dit is opgenomen in artikel 4 van de samenwerkingsovereenkomst, onder het kopje “
overleg”. In zoverre dient dus overleg plaats te vinden tussen VNU-EE en Fun & Forest.
4.29.
De rechtbank is echter van oordeel dat Fun & Forest c.s. voldoende concreet heeft toegelicht dat zij, althans 54Events, tot op heden heeft voldaan aan deze verplichting. Over de organisatie van Vakbeurs Energie, de Strategie Summit en de Vakbeurs Renovatie heeft tussen VNU-EE en 54Events overleg plaatsgevonden. Over de Vakbeurs Monument heeft 54Events VNU-EE geïnformeerd, waarbij 54Events heeft aangeboden deze activiteiten verder toe te lichten. Ten aanzien van het evenement Industrial Heat & Power heeft Fun & Forest c.s. onweersproken gesteld dat dit onderdeel uitmaakt van de Vakbeurs Energie, waarover reeds overleg had plaatsgevonden. Over de beurs Prefab heeft Fun & Forest c.s. gesteld dat 54Events deze beurs verder zou toelichten aan VNU-EE tijdens een gepland overleg op 20 december 2018, welk overleg door VNU-EE is afgezegd en waarna op 11 maart 2019 deze procedure is gestart. Bovendien is de beurs Prefab opgenomen in de begroting voor 2019 die op 29 november 2018 aan VNU-EE is verstrekt. Dat daarnaast sprake is van andere activiteiten van 54Events waarover geen overleg heeft plaatsgevonden, is door VNU-EE onvoldoende concreet gesteld. Daarbij komt nog dat op geen enkel moment tussen de aanvang van de samenwerking in 2013 en het ontstaan van het onderhavige geschil begin 2018, VNU-EE aan 54Events of Fun & Forest kenbaar heeft gemaakt dat zij ontevreden was over de wijze van overleg. Reeds daaruit wordt afgeleid dat VNU-EE tot het ontstaan van het onderhavige geschil instemde met de wijze waarop Fun & Forest, althans 54Events invulling gaf aan deze verplichting.
Tekortkoming – schending financiële informatieplicht
4.30.
Aan de stelling dat Fun & Forest c.s. tekort is geschoten in de nakoming van de samenwerkingsovereenkomst heeft VNU-EE verder ten grondslag gelegd dat Fun & Forest zich schuldig heeft gemaakt aan gebrekkige financiële informatieverstrekking aan VNU-EE.
4.31.
Vooropgesteld wordt dat - in aanvulling op de algemene informatieplicht in artikel 4 van de samenwerkingsovereenkomst - in artikel 3 lid 5 en 6 is bepaald dat aan VNU-EE de balans en de resultatenrekening van de voorgaande kalanderjaar dient te worden verstrekt, alsmede een prognose voor het volgende jaar. Uit de in nr. 2.24 van dit vonnis samengevatte correspondentie leidt de rechtbank af dat Fun & Forest, althans 54Events VNU-EE steeds heeft geïnformeerd over haar (jaar)cijfers. Weliswaar voert VNU-EE in deze procedure aan dat deze cijfers over de periode vanaf 2013 tot heden niet compleet waren, maar vast staat dat VNU-EE tot aan het ontstaan van het onderhavige geschil begin 2018, steeds heeft ingestemd met de wijze van informatieverstrekking door 54Events, althans daarover in ieder geval nimmer heeft geklaagd. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat Fun & Forest, althans 54Events tot begin 2018 naar genoegen van VNU-EE heeft voldaan aan haar verplichtingen ten aanzien van de financiële informatieverstrekking. Daar kan VNU-EE niet achteraf op terugkomen. De jaarrekening 2018 is voorts aan VNU-EE verstrekt op 22 februari 2019, en de begroting voor 2019 op 29 november 2018, zodat ook hieruit niet kan worden afgeleid dat Fun & Forest of 54Events is tekortgeschoten in de financiële informatieverstrekking aan VNU-EE.
4.32.
VNU-EE stelt zich sinds begin 2018 op het standpunt dat Fun & Forest verplicht is tot het verstrekken van een aansluiting van de projectcijfers op de jaarrekeningen en het budget, een balans en cashflow analyse waaruit de investeringen blijken (historisch en toekomstig), en alle materiele overeenkomsten met derden waaronder afspraken met venues, meerjarencontracten en personeel. De rechtbank is echter van oordeel dat Fun & Forest c.s. in dit kader voldoende heeft toegelicht dat deze gegevens niet eenvoudig boven water te halen zijn in de administratie, nu die administratie daarop niet is ingericht, omdat VNU-EE daar in de jarenlange samenwerking vanaf 2013 nooit om heeft gevraagd. De samenwerkingsovereenkomst voorziet ook niet in een verplichting van Fun & Forest of 54Events om de door VNU-EE nu gevraagde informatie te verstrekken. Fun & Forest en 54Events handelen dus niet in strijd met de samenwerkingsovereenkomst, door die informatie niet te verstrekken. Daarbij komt dat de samenwerkingsovereenkomst (artikel 3 lid 7) reeds voorziet in een remedie voor het geval VNU-EE nadere informatie wenst uit de financiële administratie van 54Events, namelijk door een registeraccountant inzage te laten nemen in die administratie. Fun & Forest c.s. heeft ook in het kader van deze procedure toegezegd daaraan medewerking te verlenen. De omstandigheid dat dat onderzoek nog niet heeft plaatsgevonden doet aan die bereidheid van Fun & Forest c.s. niet af, nu het initiatief voor dat onderzoek bij VNU-EE rust en niet bij Fun & Forest c.s.
Consequenties voor vorderingen 2G, 1A, 1B, 2A en 2B
4.33.
Gelet op hetgeen in reconventie is overwogen over de ongeldigheid van de opzegging van de samenwerkingsovereenkomst door Fun & Forest, zal vordering 2G (de verklaring voor recht dat de samenwerkingsovereenkomst voortduurt) worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
4.34.
Nu niet is gebleken dat Fun & Forest is tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de samenwerkingsovereenkomst, zijn vorderingen 1A en 1B (verklaring voor recht en verwijzing naar schadestaatprocedure) niet toewijsbaar.
4.35.
Ten aanzien van vordering 2A (verbod tot het uitvoeren van andere activiteiten dan de beurs Ecomobiel zonder overleg met VNU-EE) wordt overwogen dat ook voor toekomstige activiteiten op Fun & Forest de verplichting rust tot het verstrekken van informatie aan VNU-EE en het voeren van overleg (in de zin van artikel 4 van de samenwerkingsovereenkomst). Anders dan VNU-EE veronderstelt, is niet overeengekomen dat het Fun & Forest c.s. bij overtreding van die verplichting verboden is om nieuwe activiteiten uit voeren. Dat ligt ook niet voor de hand, omdat geen
toestemmingvan VNU-EE is vereist. De vordering strekkende tot het opleggen van een verbod om andere activiteiten te verrichten dan de beurs Ecomobiel zonder overleg met VNU-EE is in die zin onvoldoende door VNU-EE gemotiveerd. Vordering 2A zal daarom worden afgewezen.
4.36.
Vordering 2B is in zoverre toewijsbaar, dat Fun & Forest verplicht is VNU-EE op de hoogte te stellen van alle relevante aangelegenheden met betrekking tot 54Events (conform de tekst van artikel 4 lid 1 van de samenwerkingsovereenkomst). Vordering 2B wordt voor het overige afgewezen, omdat gelet op het voorgaande voor de gevorderde verdergaande informatieverplichtingen van Fun & Forest geen grondslag bestaat. Voor toewijzing van de gevorderde dwangsom ziet de rechtbank onvoldoende aanleiding, omdat niet is gebleken dat Fun & Forest tot op heden is tekortgeschoten in de nakoming van haar informatieverplichtingen.
4.37.
Vordering 2B zal in deze (beperkte) zin eveneens tegen 54Events worden toegewezen, omdat uit de inhoud van de samenwerkingsovereenkomst voldoende duidelijk wordt dat VNU-EE en Fun & Forest de bedoeling hadden om ook 54Events te binden aan de samenwerkingsovereenkomst, terwijl uit de handelswijze van 54Events tevens duidelijk wordt dat zij de verplichtingen uit de samenwerkingsovereenkomst heeft aanvaard. 54Events stelt immers in deze procedure dat zij tot op heden heeft voldaan aan de informatieverplichtingen uit de samenwerkingsovereenkomst. Anders dan VNU-EE heeft gevorderd, ziet de rechtbank echter onvoldoende aanleiding om ook de bestuurders van 54Events (Van der Woude Beheer en Geijntje) te veroordelen om aan de informatieplicht uit de samenwerkingsovereenkomst te voldoen. VNU-EE heeft deze vordering onderbouwd met een beroep op HR 4 april 2014, NJ 2014/286 (Cancun)). Dit arrest heeft echter betrekking op de vennootschapsrechtelijke doorwerking van een aandeelhoudersovereenkomst (in het kader van de vraag of sprake is van wanbeleid/bestuurdersaansprakelijk), terwijl daarvan hier geen sprake is. Daarom is dit deel van vordering 2B onvoldoende toegelicht.
Vordering 1C (winstafdracht 2018 en 2019)
4.38.
Na de comparitie van partijen op 5 november 2019, heeft VNU-EE bij akte van 29 juli 2020 haar eis vermeerderd, in die zin dat zij tevens betaling vordert van de restant winstafdracht 2018, alsmede betaling van de winstafdracht 2019.
4.39.
Deze vorderingen komen niet voor toewijzing in aanmerking. Door deze vorderingen in een dusdanig laat stadium van de procedure in te stellen, heeft het debat tussen VNU-EE en Fun & Forest c.s. niet ten volle kunnen plaatsvinden. Ten aanzien van de winstafdracht 2019 heeft Fun & Forest c.s. immers verschillende verweren gevoerd, waaronder het verweer dat de factuur voor de winstafdracht is verzonden door Jaarbeurs B.V. (terwijl alleen VNU-EE partij is in deze procedure) en dat in het verleden bij het berekenen van de winstafdracht rekening werd gehouden met geleden verliezen, zodat ook de verliezen in 2020 (als gevolg van de corona-pandemie) bij de berekening van de winstafdracht 2019 moet worden betrokken. VNU-EE heeft weliswaar op de verweren van Fun & Forest c.s. kort gereageerd, maar bijvoorbeeld het verweer over de afzender van de factuur onbesproken gelaten. Daarbij komt dat VNU-EE wel heeft betwist dat in het verleden bij het berekenen van de winstafdracht rekening is gehouden met verliezen, maar die betwisting op geen enkele manier heeft onderbouwd, terwijl dat gelet op de concrete onderbouwing van Fun & Forest c.s. (vgl. randnummer 17 van haar antwoordconclusie in conventie) wel op de weg van VNU-EE had gelegen. Het belang van een goede proces-economie en de eisen van de goede procesorde verzetten zich ertegen dat het debat op dit punt wordt heropend. De eiswijziging ten aanzien van de winstafdracht 2019 wordt daarom buiten beschouwing gelaten.
4.40.
Over de resterende winstafdracht 2018 heeft VNU-EE in haar vermeerdering van eis slechts aangevoerd dat een deel van de factuur onbetaald is gelaten. Reeds voorafgaand aan het instellen van deze eis, was VNU-EE er echter van op de hoogte dat 54Events slechts een deel van de factuur erkende (en daarom dat deel van de factuur heeft voldaan, op verzoek van VNU-EE van 25 januari 2019 om 11.10 uur) en dat 54Events ook daarna het resterende factuurbedrag op inhoudelijke gronden gemotiveerd betwistte (zie bijvoorbeeld de e-mail van 25 januari 2019 van 13.45 uur). Desondanks heeft VNU-EE er voor gekozen om niet inhoudelijk te reageren op deze betwistingen van 54Events in haar akte vermeerdering van eis. Vervolgens heeft Fun & Forest c.s. haar gemotiveerde betwisting herhaald in haar antwoordconclusie, waarop VNU-EE evenmin inhoudelijk heeft gereageerd. Bij deze stand van zaken kan de vordering tot betaling van de resterende winstafdracht 2018 niet worden toegewezen.
Vorderingen 2E en 2F (levering aandelen op grond van artikel 3 lid 2)
4.41.
Op grond van artikel 3 lid 2 van de samenwerkingsovereenkomst, vordert VNU-EE dat Fun & Forest meewerkt aan het omzetten van de 30% economisch eigendom van VNU-EE in 54Events, in een aandelenbelang van 30%. Daarbij heeft VNU-EE verdedigd dat artikel 3 lid 2 van de samenwerkingsovereenkomst moet worden aangemerkt als optierecht van VNU-EE dat zij tijdens de duur van de samenwerkingsovereenkomst te allen tijde kan uitoefenen. Fun & Forest c.s. heeft zich echter onder meer beroepen op verjaring en rechtsverwerking.
4.42.
Bij de beoordeling hiervan stelt de rechtbank voorop dat ten tijde van het sluiten van de samenwerkingsovereenkomst, Fun & Forest nog geen eigenaar was van de aandelen van 54Events, zodat om die reden de overdracht van 30% van de aandelen in 54Events aan VNU-EE nog niet kon plaatsvinden. Zowel uit de tekst van de samenwerkingsovereenkomst (“
bij eerstvolgende gelegenheid, nadat FUN & FOREST B.V. een 100% belang in de Vennootschap heeft verworven”), als uit de e-mail van 28 januari 2013 die daaraan voorafging (“
Ik stel dan ook voor dat we zodra we 100% in de Vennootschap bezitten deze overeenkomst omzetten in een aandeelhoudersovereenkomst tussen VNUEE en 54 Events”) blijkt dat de bedoeling van partijen was dat de aandelenoverdracht aan VNU-EE direct zou plaatsvinden nadat Fun & Forest die aandelen had verworven. Daarbij komt dat uit de stellingen van beide partijen duidelijk wordt, alsmede uit de e-mail van 30 januari 2013 van [A.], dat het aandeelhouderschap van VNU-EE pas geformaliseerd kon worden nadat de raad van commissarissen (RvC) van VNU-EE (althans van de Jaarbeurs-groep) zich daarover had uitgelaten. Uitsluitend daarom is in artikel 3 lid 2 van de samenwerkingsovereenkomst gekozen voor een meer indirecte formulering.
4.43.
Bij deze stand van zaken kan naar het oordeel van de rechtbank het betoog van VNU-EE dat artikel 3 lid 2 moet worden aangemerkt als een optierecht van VNU-EE dat tijdens de duur van de samenwerkingsovereenkomst te allen tijde kan worden ingeroepen, niet worden gevolgd. In artikel 3 lid 2 is overeengekomen dat zodra Fun & Forest de aandelen zou hebben verkregen, het economisch belang van VNU-EE in 54Events zou worden omgezet in een aandelenbelang van 30%, en wel bij eerstvolgende gelegenheid. De vordering tot het omzetten van het economisch belang in een aandelenbelang (dus tot levering van de aandelen aan VNU-EE) is daarom opeisbaar geworden op het moment dat Fun & Forest eigenaar werd van de aandelen in 54Events. De omstandigheid dat VNU-EE dit kennelijk eerst diende voor te leggen aan haar (eigen) raad van commissarissen staat aan die opeisbaarheid niet in de weg, althans dat is door VNU-EE onvoldoende concreet toegelicht.
4.44.
Uit de door partijen overgelegde stukken blijkt dat Fun & Forest op 4 maart 2013 enig aandeelhouder is geworden van 54Events. Gelet op het bepaalde in artikel 3:307 lid 1 BW is de verjaringstermijn van vijf jaar aangevangen op 5 maart 2013 en geëindigd op 4 maart 2018. Pas in de e-mail van 30 april 2018 heeft [E.] namens VNU-EE medegedeeld dat zij sterk overweegt aanspraak te maken op de levering van de aandelen. Voor zover dit kan worden aangemerkt als een stuiting van de verjaring, hetgeen in het midden kan blijven, staat vast dat deze mededeling is gedaan na het eindigen van de verjaringstermijn en daarmee te laat is. De omstandigheid dat Fun & Forest in het kader van de daarop volgende onderhandelingen met VNU-EE geen beroep heeft gedaan op verjaring maakt dat niet anders, omdat daaruit (zonder nadere toelichting, die ontbreekt) nog niet kan worden afgeleid dat Fun & Forest afstand heeft gedaan op een beroep op verjaring.
4.45.
Volledigheidshalve wordt overwogen dat in artikel 6 van de samenwerkingsovereenkomst wel een koopoptie is overeengekomen (in de vorm van een aanbiedingsplicht van Fun & Forest aan VNU-EE, de eerdergenoemde buy out-regeling) maar de werking daarvan kan in het midden blijven, omdat geen van partijen zich op die koopoptie heeft beroepen en VNU-EE haar vorderingen grondt op artikel 3 lid 2 van de samenwerkingsovereenkomst.
4.46.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de rechtsvordering van VNU-EE op Fun & Forest tot het leveren van 30% van de aandelen in 54Events op grond van artikel 3 lid 2 van de samenwerkingsovereenkomst, is verjaard. Vorderingen 2E en 2F zullen daarom worden afgewezen.
Vordering 3 (buitengerechtelijke incassokosten)
4.47.
Tussen partijen staat vast dat 54Events inmiddels de volledige geldlening inclusief contractuele rente aan VNU-EE heeft (terug)betaald. VNU-EE vordert na vermindering van eis nog de buitengerechtelijke kosten van Fun & Forest en 54Events. Bij de beoordeling hiervan wordt vooropgesteld dat op 26 februari 2014 de rechten en plichten van Fun & Forest uit de geldleningovereenkomst met instemming van VNU-EE zijn overgedragen aan 54Events. Alleen 54Events kan derhalve nog worden aangemerkt als schuldenaar.
4.48.
De rechtbank is van oordeel dat 54Events voldoende gemotiveerd heeft betwist dat de geldlening opeisbaar was en zij in verzuim verkeerde, terwijl VNU-EE op dit punt haar stellingen onvoldoende heeft geconcretiseerd. Uit de geldleningsovereenkomst volgt immers dat pas sprake is van een aflossingsverplichting, wanneer het werkkapitaal (van 54Events) dat toelaat. VNU-EE heeft hierover niets gesteld. Daarbij komt dat de geldleningsovereenkomst weliswaar eindigde op 31 december 2015, maar door [A.] in zijn e-mail van 7 januari 2016 is verlengd tot 31 december 2016. Daarbij heeft [A.] ook medegedeeld dat indien 54Events op dat moment (31 december 2016) de geldlening niet heeft afgelost, nadere afspraken zullen worden gemaakt. Het betoog van VNU-EE dat de geldlening op 31 december 2015 opeisbaar is geworden, gaat daarom niet op. Voor zover VNU-EE aanvoert dat de geldlening op 31 december 2016 opeisbaar is geworden, heeft zij dat niet toegelicht, terwijl dat gelet op de toezegging van [A.] om na 31 december 2016 nadere afspraken te maken, wel op haar weg had gelegen. De stelling van VNU-EE dat sprake is van een fatale termijn in de zin van artikel 6:83 aanhef en sub a BW (in het kader van de vraag of sprake is van verzuim) slaagt evenmin, gezien deze toezegging van [A.].
4.49.
Ook de sommatiebrieven van 30 november 2018 en 31 januari 2019 van VNU-EE hebben niet geleid tot opeisbaarheid van de geldlening en verzuim. Die sommaties zeggen immers niet over de beschikbaarheid van werkkapitaal bij 54Events om aflossingen te verrichten, en zijn bovendien strijdig met de toezegging van [A.] om na 31 december 2016 in overleg te treden over de condities van de geldleningsovereenkomst. Daarbij komt nog dat VNU-EE deze brieven uitsluitend heeft gericht aan Fun & Forest, terwijl (in het kader van de geldleningsovereenkomst) 54Events haar schuldenaar was. VNU-EE heeft tevens aangevoerd dat 54Events in verzuim verkeerde ten aanzien van haar verplichting om de contractuele rente te betalen. 54Events heeft dit betwist en aangevoerd dat zij de contractuele rente steeds direct heeft voldaan nadat VNU-EE aan haar heeft medegedeeld hoe hoog de renteaanspraak van VNU-EE was. Dit laatste is door VNU-EE onvoldoende concreet weersproken. Omdat onvoldoende is gebleken dat 54Events in verzuim verkeerde, zijn de buitengerechtelijke kosten niet verschuldigd geworden en zal vordering 3 worden afgewezen.
Proceskosten in conventie
4.50.
In de omstandigheid dat partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld ziet de rechtbank aanleiding om de proceskosten in conventie tussen partijen te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
4.51.
Partijen hebben uitvoerig gedebatteerd over de gevorderde uitvoerbaarheid bij voorraad van de veroordelingen. Vooropgesteld wordt dat de toewijsbare verklaring voor recht dat de samenwerkingsovereenkomst ook na 16 mei 2019 voortduurt, naar de aard daarvan niet uitvoerbaar bij voorraad kan worden verklaard (zie onder andere HR 17 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO1815). De veroordeling van Fun & Forest en 54Events om te voldoen aan de contractuele informatieplicht zal wel uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard, omdat het belang van VNU-EE daarbij zwaarder weegt dan het belang van Fun & Forest en 54Events. Daartoe is redengevend dat Fun & Forest en 54Events zelf hebben aangevoerd dat zij tot op heden steeds aan die informatieplicht hebben voldaan en daarvan kennelijk geen significante hinder ondervinden.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
gebiedt Fun & Forest en 54Events alle benodigde medewerking te verlenen aan het tijdig op de hoogte houden van VNU-EE van alle relevante aangelegenheden met betrekking tot 54Events;
5.2.
verklaart voor recht dat de samenwerkingsovereenkomst tussen Fun & Forest en VNU-EE vanaf 16 mei 2019 onverminderd voortduurt en Fun & Forest haar verplichtingen daaruit vanaf 16 mei 2019 onverminderd dient na te komen;
5.3.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de veroordeling in 5.1 uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
compenseert de proceskosten in conventie aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.5.
wijst af het anders of meer gevorderde in conventie;
in reconventie
5.6.
wijst het gevorderde af;
5.7.
veroordeelt Fun & Forest c.s. in de proceskosten in reconventie, aan de zijde van VNU-EE tot op heden begroot op € 814,50, te vermeerderen met de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Fun & Forest c.s. niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
5.8.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.S. Röell en in het openbaar uitgesproken op
9 december 2020. [1]

Voetnoten

1.type: 1538