Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 december 2020 in de zaak tussen
[derde partijen], te [woonplaats 1] en [woonplaats 2] ,
Procesverloop
Overwegingen
- Op de in 1955 genomen foto is een aan een boom bevestigd bordje 'eigen weg' zichtbaar, waarbij op dit bordje tevens staat vermeld 'verboden wandeling houder wandelkaart'. Vanwege de verwijzing naar de 'houder wandelkaart' en de omstandigheid dat de weg tot 1924 alleen voor houders van wandelkaarten toegankelijk was, kan worden aangenomen dat dit bordje (aanzienlijk) langer dan een jaar ter plaatse aanwezig was. De rechtbank heeft geen reden aan de datering en plaats van de foto te twijfelen. Tegenover de toelichting van de [derde partijen] over de datering van de op de foto deels zichtbare bebouwing en de toelichting dat deze foto behoort tot een fotoreportage voor en tijden het kappen van de iepen langs de weg in 1955, hebben eisers geen concrete feiten en omstandigheden aangevoerd die aannemelijk maken dat de foto op een ander moment en/of op een andere plaats is genomen. In het door eisers opgestelde rapport staat de 'iepenkwestie' ook vermeld.
- Op de foto's uit 1964 en 1967 is een bordje aan een paal zichtbaar. Op de foto uit 1964 is alleen de achterzijde van het bord zichtbaar, op de foto uit 1967 een deel van de voorkant van het bord. Daarop is het woord 'weg' zichtbaar.
- Getuige [naam 8] , die op deze foto's staat en van 1962 tot 1972 op de [adres] woonde, verklaart dat hij van 1969 tot 1991 de dagelijkse postbezorging heeft gedaan op Leidsevaartweg 83/85/87/89. Hij verklaart verder dat op het bordje op de foto's 'eigen weg' stond en dat dit bordje van 1964 tot 1972 op een paal en daarna tot 1989 op een boom bevestigd was ter hoogte van Leidsevaarweg 83. Eisers hebben er terecht op gewezen dat deze getuigenverklaring voor wat betreft enkele daarin genoemde jaartallen verschilt van de verklaring van deze getuige in het (in 2016 in opdracht van de gemeente Heemstede opgemaakte) advies van Van der Feltz advocaten. De rechtbank acht de verschillen echter niet van dien aard dat daarmee aan de geloofwaardigheid van de verklaring van deze getuige wezenlijk afbreuk wordt gedaan.
- Getuigen [naam 9] verklaren beiden dat in de jaren '60 en '70 aan de Leidsevaartkant aan het begin van de weg rechts een bordje 'eigen weg' stond.
- Getuige [naam 10] verklaart dat haar broer in 1964 een bordje 'eigen weg' heeft gemaakt en dat dit bordje aan de rechterkant ter hoogte van Leidsevaartweg 83 eerst op een paal en later aan een populier was bevestigd, totdat deze in 1995 werd gekapt.
- In de brief van de gemeente Heemstede van 11 juni 1993 aan [naam 10] wordt melding gemaakt van de aanwezigheid van een bordje 'eigen weg' op de Leidsevaartweg ter hoogte van de percelen 87 en 89.
- Getuige [naam 11] verklaart dat zij van 1976 tot 2012 dagelijks bij de boerderij van [naam 12] aan de Boekenroodeweg was en dat aan deze weg tegenover nummer 43 tot zeker 1985 een bord 'eigen weg' stond.
- Getuige [naam 8] verklaart dat aan de Boekenroodeweg tegenover nummer 43 tot zeker 1985 een bord 'eigen weg' stond.
- Getuige [naam 10] verklaart dat aan de Boekenroodeweg tegenover nummer 43 vanaf 1950 tot 1985/1986 een bord 'eigen weg' stond.
- Getuigen [naam 13] en [naam 10] verklaren dat vanaf 1966 een bordje 'eigen weg' stond op de Boekenroodeweg ter hoogte van de boerderij van [naam 12] . Volgens de getuigenverklaringen in dit dossier stond dit bordje er tot 2006. Eisers hebben erop gewezen dat deze getuigen in andere verklaringen (die kennelijk in een andere procedure zijn ingediend) hebben verklaard dat dit bordje er tot midden jaren '90 stond. Dit terecht geconstateerde verschil geeft de rechtbank echter geen reden om eraan te twijfelen dat het bordje er in ieder geval tot midden jaren '90 stond.
- Tussen partijen is niet in geschil dat de [derde partijen] in 2013 aan de Leidsevaartkant en in 2016 aan de Bloemendaalse kant van de weg een bordje 'eigen weg' hebben geplaatst.