ECLI:NL:RBNHO:2020:11257
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot veroordeling in proceskosten na intrekking van beroep inzake AVG-aanvraag
Op 21 december 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemskerk. De eiser had op 24 juni 2020 beroep ingesteld bij de rechtbank Rotterdam wegens het niet tijdig nemen van een besluit op zijn AVG-aanvraag van 26 september 2019. De rechtbank Rotterdam heeft het beroep op grond van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) doorgezonden naar de Rechtbank Noord-Holland voor verdere behandeling. Op 21 juli 2020 heeft verweerder alsnog op de aanvraag beslist en een dwangsom van € 1.442,00 toegekend aan de eiser. Het beroep is op 10 september 2020 ingetrokken, waarbij de eiser verzocht heeft om verweerder in de kosten van de procedure te veroordelen.
De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om een verweerschrift in te dienen, maar verweerder heeft niet gereageerd. Aangezien partijen niet om een zitting hebben verzocht, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en uitspraak gedaan met toepassing van artikel 8:57, eerste lid, van de Awb. De rechtbank overweegt dat de veroordeling in de kosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en dat het verzoek om verweerder in de proceskosten te veroordelen wordt afgewezen. De rechtbank stelt vast dat eiser geen kosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. Wel dient het door eiser betaalde griffierecht van € 178,- te worden vergoed door verweerder.
De rechtbank wijst het verzoek om verweerder te veroordelen in de proceskosten af. Deze uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 21 december 2020. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.