ECLI:NL:RBNHO:2020:2187
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor het plaatsen van een beschoeiing in strijd met bestemmingsplan
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 23 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oostzaan. De eiser, eigenaar van een perceel aan het water, had een omgevingsvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een beschoeiing. De gemeente weigerde deze vergunning, omdat het project in strijd zou zijn met het bestemmingsplan 'Buitengebied Oostzaan'. De rechtbank heeft de weigering van de vergunning beoordeeld aan de hand van de feiten en de geldende wet- en regelgeving.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente terecht had gesteld dat de beschoeiing niet in overeenstemming was met het bestemmingsplan, dat de bestemming 'Agrarisch met waarden' met een gebiedsaanduiding 'Weidevogelgebied' niet toestaat dat er een beschoeiing ten dienste van de woonbestemming wordt geplaatst. De rechtbank heeft ook de argumenten van de eiser, die stelde dat de beschoeiing reeds was vergund met een eerdere omgevingsvergunning, verworpen. De rechtbank concludeerde dat de eerdere vergunning enkel betrekking had op de bouw van een woning en niet op de beschoeiing.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de watervergunning die door het Hoogheemraadschap was verleend niet volstond om de omgevingsvergunning te vervangen. De rechtbank benadrukte dat de belangen die door de gemeente worden behartigd niet gelijk zijn aan die van het Hoogheemraadschap en dat er dus een aparte beoordeling van de omgevingsvergunning nodig was. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in het kader van de coronamaatregelen, waardoor deze niet op een openbare zitting kon worden uitgesproken.