In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 31 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. V.Y. Jokhan, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres, geboren op 3 juni 1998, heeft een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend, nadat eerdere aanvragen en bezwaren waren afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag van 25 juli 2018 door verweerder is opgevat als een herhaalde aanvraag, wat volgens de rechtbank terecht is. Eiseres stelde dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigden, maar de rechtbank oordeelde dat de ingebrachte informatie niet nieuw was en dat de medische situatie van eiseres niet wezenlijk was veranderd sinds de eerdere beoordeling in 2017.
De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, waaronder de diagnose sociale angststoornis en de vermeende toename van beperkingen, zorgvuldig overwogen. Echter, de rechtbank concludeerde dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep terecht had geoordeeld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een ander oordeel rechtvaardigden. De rechtbank heeft ook het verzoek van eiseres om een onafhankelijke deskundige te benoemen afgewezen, omdat er geen twijfel was gerezen over de medische bevindingen van de verzekeringsartsen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere besluiten van verweerder in stand blijven.