ECLI:NL:RBNHO:2020:2951

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 april 2020
Publicatiedatum
17 april 2020
Zaaknummer
7324715 \ CV EXPL 18-9675
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door birdstrike en buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft Airhelp Limited, een rechtspersoon naar het recht van Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Corendon Dutch Airlines B.V. wegens compensatie voor vertraging van een vlucht van Ohrid naar Amsterdam op 27 juni 2017. De passagiers van de vlucht arriveerden 11 uur en 30 minuten later dan gepland. Airhelp vorderde een schadevergoeding op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die compensatie regelt voor luchtreizigers bij vertragingen. Corendon betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van een birdstrike, een buitengewone omstandigheid die niet te vermijden was. De kantonrechter oordeelde dat Corendon voldoende had aangetoond dat de vertraging het gevolg was van deze buitengewone omstandigheid. De rechter stelde vast dat Corendon alle redelijke maatregelen had genomen om de vertraging te beperken en dat de vordering van Airhelp daarom werd afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan Airhelp, die ongelijk kreeg in de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7324715 \ CV EXPL 18-9675
Uitspraakdatum: 15 april 2020
Vonnis in de zaak van:
de rechtspersoon naar het recht van Hong Kong
Airhelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiseres
hierna te noemen Airhelp
gemachtigde mr. H. Yildiz
tegen Corendon
de besloten vennootschap
Corendon Dutch Airlines B.V.
gevestigd te Lijnden
gedaagde
hierna te noemen Corendon
gemachtigde S.G. Basarat LL.M.

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 8 oktober 2018 een vordering tegen Corendon ingesteld. Corendon heeft schriftelijk geantwoord en een incidentele conclusie strekkende tot zekerheidsstelling voor proceskosten ex artikel 224 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) genomen. Airhelp heeft schriftelijk gereageerd op de incidentele conclusie.
1.2.
Bij vonnis in het incident van 20 februari 2019 heeft de kantonrechter de incidentele vordering van Corendon toegewezen en Airhelp bevolen om zekerheid te stellen. Bij akte van 17 april 2019 heeft Corendon bevestigd dat zij de door Airhelp op 12 maart 2019 gestelde zekerheid aanvaardt.
1.3.
Vervolgens heeft Airhelp in de hoofdzaak schriftelijk gereageerd, waarna Corendon een schriftelijke reactie heeft gegeven in de hoofdzaak.
1.4.
Airhelp heeft zich bij akte uitgelaten over (de producties bij) de schriftelijke reactie van Corendon en daarbij zelf producties overgelegd. Nu Corendon niet op de bij de akte van Airhelp in het geding gebrachte producties heeft kunnen reageren, zullen die producties buiten beschouwing worden gelaten.

2.De feiten

2.1.
Passagiers [passagier 1] en [passagier 2] (hierna gezamenlijk: de passagiers) hebben met Corendon een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Corendon de passagiers diende te vervoeren van Ohrid naar Amsterdam met vluchtnummer CND216 op 27 juni 2017, hierna: de vlucht.
2.2.
De geplande vertrektijd van de vlucht was om 11:00 uur lokale tijd en de geplande aankomsttijd was om 14:15 uur lokale tijd.
2.3.
Corendon heeft de vlucht met een vervangend toestel van Small Planet uitgevoerd. De passagiers zijn 11 uur en 30 minuten later op de eindbestemming te Amsterdam aangekomen dan oorspronkelijk gepland, te weten op 28 juni 2017 om 01:45 uur lokale tijd.
2.4.
Op 28 juni 2017 en op 29 juni 2017 hebben passagier [passagier 2] respectievelijk passagier [passagier 1] een ‘assignment form / volmacht’ ondertekend, waarin onder andere staat vermeld:

The Client hereby assigns to Airhelp full ownership and legal title to his/her Claim pursuant to Regulation 261/2004 and the Montreal Convention 1999 in relation tot he above operated flight(s) identified by the booking reference pursuant to the T&C. (…)”.
2.5.
Airhelp heeft compensatie van Corendon gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.6.
Corendon heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het geschil

3.1.
Airhelp vordert dat Corendon bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 800,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 120,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat Corendon vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is compensatie te betalen conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00 per passagier.
3.3.
Corendon betwist de vordering. Corendon voert aan dat de vlucht zou worden uitgevoerd met het toestel PH-CDH. Dit toestel stond gepland om voorafgaand aan de onderhavige vlucht de vlucht CND215 van Amsterdam naar Ohrid uit te voeren en dááraan voorafgaand een vlucht van Madeira naar Amsterdam. Op die laatstvermelde vlucht is het toestel volgens Corendon tijdens de landing op de luchthaven Schiphol door meerdere vogelaanvaringen getroffen. Ter onderbouwing hiervan heeft Corendon de Aircraft Flight Logs overgelegd (AFL). Voorts heeft Corendon foto’s overgelegd waaruit volgens haar blijkt dat de neus van het toestel flink is geraakt en dat het toestel ook intern schade heeft opgelopen
.Als gevolg van deze zogeheten birdstrikes diende het toestel verplicht te worden geïnspecteerd. Uit die inspectie bleek dat het toestel (omvangrijke) schade had opgelopen. De inspecties en herstelwerkzaamheden hebben zeer lange tijd in beslag genomen en het toestel kon dan ook niet worden ingezet om de onderhavige vlucht uit te voeren. Het gaat hier om een buitengewone omstandigheid (een onverwacht vliegveiligheidsprobleem), die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen had kunnen worden. Deze buitengewone omstandigheid werkt volgens Corendon door op de onderhavige vlucht. Corendon heeft zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen de birdstrikes niet kunnen voorkomen. Bovendien heeft Corendon alle redelijke maatregelen getroffen om de vertraging zo veel mogelijk te beperken door een subcharter van Small Planet te huren, aldus nog steeds Corendon.

4.De beoordeling

4.1.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op de eindbestemming te Amsterdam, zodat Corendon op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien Corendon kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. Gelet op het arrest Wallentin-Hermann (C-549/07) van het Hof van 22 december 2008 dient de luchtvaartmaatschappij in het voorkomende geval ook aan te tonen dat zij zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen kennelijk niet had kunnen vermijden - behoudens indien zij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van haar onderneming had gebracht - dat de buitengewone omstandigheden waarmee zij werd geconfronteerd tot vertraging van de vlucht leidden.
4.2.
Airhelp betwist dat er een birdstrike heeft plaatsgevonden, althans zij meent dat Corendon dit onvoldoende heeft onderbouwd. Airhelp wijst erop dat de AFL met lognummer F.0.012.025 geen betrekking heeft op het toestel dat de onderhavige vlucht zou uitvoeren (PH-CDH), maar op een ander toestel namelijk PH-CDF. Ook blijkt uit de door Corendon overgelegde foto’s niet dat sprake was van schade aan het toestel, omdat niet kan worden vastgesteld dat deze foto’s betrekking hebben op het toestel dat de onderhavige vlucht zou uitvoeren. Airhelp stelt dat het niet mogelijk is dat een birdstrike heeft plaatsgevonden op 6000 voet (ongeveer op 1.828 meter), omdat vogels gemiddeld niet hoger dan 150 meter vliegen. Voorts voert Airhelp aan dat Corendon niet alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen, omdat - voor zover productie 2 bij de conclusie van antwoord betrekking heeft op de onderhavige zaak - uit deze productie volgt dat de birdstrike plaatsvond op 26 juni 2017 om 21:32 lokale tijd, terwijl uit productie 7 bij de conclusie van antwoord blijkt dat Corendon pas op 27 juni 2017 om 00:15 uur lokale tijd is begonnen met het zoeken naar een alternatief. Nu de birdstrike ongeveer 3 uur en 45 minuten voor de geplande vertrektijd van de onderhavige vlucht plaatsvond, had Corendon volgens Airhelp voldoende tijd om de passagiers op een andere manier naar de eindbestemming te vervoeren.
4.3.
De kantonrechter overweegt dat een vogelaanvaring oftewel birdstrike als buitengewone omstandigheid kwalificeert als bedoeld in art 5 lid 3 van de Verordening. Overweging 14 van de considerans van de Verordening vereist niet dat de birdstrike zich op de vlucht in kwestie heeft voorgedaan. In de door Corendon overgelegde AFL met lognummer F.0.012.025 staat onder andere vermeld “
birdstrike during descent at +/- 6000 ft (…)”.Ten aanzien van deze AFL waarop het toestel PH-CDF is genoteerd, betoogt Corendon dat sprake is van een kennelijke verschrijving. Ter onderbouwing hiervan heeft Corendon een verklaring van de gezagvoerder van de vlucht overgelegd waaruit volgt dat per abuis het vluchtnummer verkeerd is ingevuld. De passagiers hebben niet betwist dat sprake is geweest van een verschrijving. Aldus staat vast dat AFL F.0.012.025 betrekking heeft op toestel PH-CDH dat de onderhavige vlucht zou uitvoeren. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Corendon met deze en de overige door haar overgelegde AFL’s voldoende aangetoond dat dit toestel op de vlucht die twee vluchten vóór de onderhavige vlucht is uitgevoerd, is getroffen door een of meerdere birdstrikes en dat als gevolg hiervan diverse reparatiewerkzaamheden hebben plaatsgevonden. Naast de vermelding van de birdstrike in AFL met nummer F.0.012.025 is hiertoe ook redengevend dat bij meerdere notities, vermeld op de AFL’s, is gerefereerd aan nummer 0.036.074 onder welk “complaint number” de eerste melding van de birdstrike is gemaakt op AFL F.0.012.025. Zo is ook in de AFL met nummer: F.0.011.452, onder ‘
complaint no. 0.034.355’met verwijzing naar sector REF0036074 aangegeven
“remains of birdstrike on several spots”.De kantonrechter begrijpt hieruit dat deze werkzaamheden zien op werkzaamheden die voortvloeien uit de birdstrike. Hetgeen Airhelp heeft opgemerkt over de foto’s van de schade en de hoogte waarop vogels doorgaans zouden vliegen, doet hier niet aan af. Ook de opmerking van Airhelp over de ‘gecensureerde witte vlakken’ op de AFL’s leidt niet tot een ander oordeel, nu de gegevens die wel zijn vermeld voldoende informatie bieden. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat Corendon voldoende heeft aangetoond dat de vertraging van meer dan drie uur van de vlucht in de onderhavige zaak het gevolg is geweest van (doorwerking van) een buitengewone omstandigheid, te weten birdstrikes op de vlucht van Madeira naar Amsterdam, die twee vluchten vóór de onderhavige vlucht is uitgevoerd.
4.4.
De kantonrechter oordeelt voorts dat Corendon alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te beperken. Airhelp heeft niet betwist dat Corendon vanaf het moment dat duidelijk werd dat dit wellicht niet haalbaar zou zijn, is begonnen met het zoeken naar een vervangend toestel. Voor zover Airhelp heeft aangevoerd dat Corendon te laat is begonnen met zoeken naar alternatief vervoer wordt die stelling verworpen. Uit AFL F.0.012.blijkt dat het toestel op 26 juni 2017 is geland om 21.32 uur. Corendon heeft onbetwist aangevoerd dat het toestel toen eerst verplicht moest worden geïnspecteerd vanwege de birdstrikes, dat daaruit bleek dat het toestel omvangrijke schade had opgelopen en dat de verschillende inspecties en herstelwerkzaamheden lange tijd in beslag hebben genomen. Uiteindelijk is vastgesteld dat de vlucht niet meer kon worden uitgevoerd met dit toestel. Dat er enige tijd zit tussen de landing op 26 juni 2017 om 21.32 uur en het zoeken door Corendon naar een alternatief toestel kan Corendon niet worden verweten. Op 26 juni 2017 om 21.32 uur toen het toestel was geland, was immers nog niet duidelijk of sprake was van schade aan het toestel en ook niet dat het toestel als gevolg van de birdstrikes niet meer kon worden ingezet om de onderhavige vlucht uit te voeren. Corendon diende eerst de uitkomsten van de inspecties af te wachten. Nu Corendon direct na de melding is begonnen met het zoeken naar alternatieve toestellen heeft zij alles gedaan wat in haar mogelijkheden lag. Vast staat dat Corendon erin is geslaagd een vervangend toestel te huren van Small Planet om de onderhavige vlucht uit te voeren. Voorts valt niet in te zien welke alternatieve of aanvullende maatregelen van Corendon verwacht hadden kunnen worden, waarbij in aanmerking genomen wordt dat Corendon geen uit het oogpunt van de mogelijkheden van haar onderneming onaanvaardbare offers hoeft te brengen. Volgens Airhelp had Corendon voldoende tijd om de passagiers op een andere manier naar de eindbestemming te vervoeren. Dit is echter geen maatregel waarmee Corendon de vertraging van de vlucht had kunnen vermijden.
4.5.
De proceskosten komen voor rekening van Airhelp, omdat zij ongelijk krijgt. De nakosten komen eveneens voor rekening van Airhelp, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Corendon worden gemaakt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Corendon worden vastgesteld op een bedrag van € 240,00 aan salaris van de gemachtigde van Corendon;
5.3.
veroordeelt Airhelp tot betaling van € 60,00 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Corendon worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
5.4.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter