ECLI:NL:RBNHO:2020:3160

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 april 2020
Publicatiedatum
24 april 2020
Zaaknummer
8209257 CV EXPL 19-18877
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake betaling uit hoofde van een energiecontract

In deze zaak heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Eneco Services B.V. (hierna: Eneco) de gedaagde partij gedagvaard wegens het niet nakomen van een energiecontract. De gedaagde partij is niet verschenen, waardoor verstek is verleend. Bij tussenvonnis van 24 december 2019 heeft de kantonrechter Eneco de gelegenheid gegeven om haar vordering nader toe te lichten, wat zij heeft gedaan bij akte van 22 januari 2020.

Eneco vordert betaling van € 496,44, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen voor de levering van gas en elektriciteit voor een periode van drie jaar. Eneco heeft uitvoerig toegelicht hoe deze overeenkomst tot stand is gekomen, waarbij een vertegenwoordiger van Eneco op 7 november 2016 bij de gedaagde thuis is geweest. De overeenkomst is ter plaatse geregistreerd en de gedaagde heeft het voorstel voor de levering van gas en elektriciteit ondertekend.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst is gesloten buiten de verkoopruimte, zoals bedoeld in artikel 6:230g lid 1 onder f van het Burgerlijk Wetboek. De rechter oordeelt dat aan de informatieverplichtingen van artikel 6:230t lid 1 BW is voldaan, waardoor de vordering van Eneco op grond van de primaire grondslag wordt toegewezen. De gedaagde wordt in het ongelijk gesteld en veroordeeld in de proceskosten, met uitzondering van de kosten voor de extra akte, die voor rekening van Eneco blijven. De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8209257 \ CV EXPL 19-18877
Uitspraakdatum: 22 april 2020

Verstekvonnis in de zaak van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Eneco Services B.V.
gevestigd te Rotterdam
de eisende partij
hierna te noemen: Eneco
gemachtigde: Flanderijn Incasso Gerechtsdeurwaarders
tegen

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
de gedaagde partij
hierna te noemen: [gedaagde]
niet verschenen

De procedure

Eneco heeft [gedaagde] gedagvaard. Tegen [gedaagde] is verstek verleend. Bij tussenvonnis van 24 december 2019 heeft de kantonrechter Eneco in de gelegenheid gesteld haar vordering nader toe te lichten, hetgeen zij bij akte van 22 januari 2020 heeft gedaan.

De beoordeling

Eneco vordert betaling van € 496,44 uit hoofde van het niet nakomen van een energiecontract, te vermeerderen met de wettelijke rente over de (nog openstaande) hoofdsom, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure. Zij heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat tussen partijen een koopovereenkomst tot stand is gekomen voor het leveren van gas en elektriciteit voor de duur van drie jaar. Daarbij is sprake van een schriftelijke overeenkomst die inclusief de toepasselijke actievoorwaarden, contractvoorwaarden, leveringsvoorwaarden, het algemeen tarievenblad en contractvoorwaarden Toon en het modelformulier voor annulering alsmede de algemene voorwaarden Eneco 2013 voor de levering van elektriciteit en gas als productie 5 bij de akte is overgelegd.
Eneco heeft uitvoerig toegelicht hoe de overeenkomst tot stand is gekomen. Zij heeft gesteld dat een vertegenwoordiger van Eneco op 7 november 2016 bij [gedaagde] thuis langs is geweest. Daarbij heeft de vertegenwoordiger de overeenkomst en alle van [gedaagde] ontvangen gegevens ter plaatse via een tablet in haar systeem geregistreerd. Een systeemoverzicht is als productie 6 bij de akte overgelegd. Op basis van de door [gedaagde] verstrekte gegevens heeft (de vertegenwoordiger van) Eneco een berekening getoond van de ingeschatte jaarkosten. Waarna Eneco een voorstel voor de levering van gas en elektriciteit aan [gedaagde] heeft getoond. [gedaagde] is vervolgens met het voorstel akkoord gegaan door het te ondertekenen. Het betreffende voorstel is als productie 5c en 5d bij de akte overgelegd. Een bevestiging van de overeenkomst inclusief de toepasselijke actievoorwaarden, contractvoorwaarden, leveringsvoorwaarden, het algemeen tarievenblad en contractvoorwaarden Toon is op 8 november 2017 per e-mail gestuurd naar het door [gedaagde] opgegeven e-mailadres.
Nu de overeenkomst is gesloten in gelijktijdige aanwezigheid van de vertegenwoordiger van Eneco en [gedaagde] bij [gedaagde] thuis, is sprake van een overeenkomst die gesloten is buiten de verkoopruimte in de zin van artikel 6:230g lid 1 onder f Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Ingevolge artikel 6:230t lid 1 BW dient bij de overeenkomst die gesloten is buiten de verkoopruimte, de in artikel 6:230m lid 1 BW genoemde informatie in duidelijke en begrijpelijke taal en in leesbare vorm aan de consument op papier of, indien de consument hiermee instemt, op een andere duurzame gegevensdrager te worden verstrekt. Gelet op de door Eneco overgelegde producties en haar toelichting daarop, overweegt de kantonrechter dat aan die vereisten is voldaan, zodat de vordering op grond van de primaire grondslag zal worden toegewezen. Aan de overige stellingen van Eneco wordt daarom niet meer toegekomen.
[gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten voor de te nemen akte blijven echter voor rekening van Eneco, aangezien het aan haarzelf te wijten is dat het nodig was deze extra akte op te stellen.

De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Eneco van € 496,44, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 350,25 vanaf 27 november 2019 tot aan de dag van de gehele betaling;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Eneco tot en met vandaag vaststelt op:
€ 85,18 wegens dagvaardingskosten,
€ 121,00 wegens griffierecht en
€ 72,00 wegens salaris gemachtigde;
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
de griffier de kantonrechter