Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
De beslissing
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft Tui Nederland N.V. (hierna: TUI) de gedaagde partij gedagvaard, waarbij verstek is verleend. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 11 december 2019 TUI de gelegenheid gegeven om haar vordering nader toe te lichten. TUI vorderde betaling van € 692,48, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, omdat de gedaagde in gebreke was gebleven met de betaling van annuleringskosten na annulering van een geboekte reis.
De gedaagde had op 20 februari 2019 een reis geboekt bij TUI, maar heeft de aanbetaling van € 599,28 niet voldaan, waardoor TUI de reis op 24 april 2019 heeft moeten annuleren. TUI heeft de annuleringskosten van € 599,27 in rekening gebracht, gebaseerd op de ANVR-voorwaarden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding onvoldoende informatie bevatte om de vordering te beoordelen, maar heeft desondanks geoordeeld dat de vordering van TUI toewijsbaar was.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de ANVR-voorwaarden, en specifiek artikel 9.2, geen onredelijk bezwarend beding vormen. TUI heeft voldaan aan de voorwaarden voor het vorderen van wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten vergoeden. De kantonrechter heeft de vordering van TUI toegewezen, met inachtneming van de wettelijke rente en proceskosten, en de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard.