Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde]
1.Het procesverloop
2.De feiten
Bewoner van [adres 1] , …, meldt dat hij vanmorgen een discussie had met zijn vriendin, in het portaal. Daarop kwam de buurman van [adres] ( [gedaagde] ) naar buiten en begon te schreeuwen en te dreigen met een soort satéprikker. (..) probeerde hem af te weren, maar toen pakte [gedaagde] een mes. Daarop heeft ook (…) een mes gepakt om zich te kunnen verweren. (…) de politie is gebeld. (…)
3.De vordering
€ 500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan waarmee Kwaaitaal q.q. in gebreke blijft om aan dit bevel te voldoen, met een maximum van € 10.000,00. Daarnaast vordert Woontij Kwaaitaal q.q. te veroordelen tot betaling van de achterstallige huurpenningen ter hoogte van € 1.245,91, te vermeerderen met de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten ad € 186,89, alsmede tot betaling van een bedrag van € 416,48 voor iedere maand of gedeelte daarvan gedurende waarvan [gedaagde] in het genot blijft van het gehuurde.
4.Het verweer
5.De beoordeling
“om zich als goed huurder te gedragen en zelfstandig te wonen zonder overlast te veroorzaken of huurachterstand op te bouwen”.Er is namelijk een huurachterstand ontstaan tot en met februari 2020 van € 1.245,91. Deze huurachterstand is door Kwaaitaal q.q. niet betwist zodat vast staat dat er een huurachterstand is van meer dan 3 maanden. Daarnaast heeft [gedaagde] zich niet als een goed huurder gedragen. Hij heeft zich op 8 januari 2020, bij de voorinspectie van de woning, jegens de medewerkers van Woontij agressief gedragen. Tevens heeft er zich op of omstreeks 14 april 2020 een ernstig incident voorgedaan, zoals hiervoor onder 2.6. vermeld.