Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
.Verder heeft de eisende partij gesteld dat de vordering niet gebaseerd is op bepalingen in de algemene voorwaarden.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 3 juni 2020 een verstekvonnis uitgesproken in een geschil tussen de rechtspersoon naar buitenlands recht Zalando SE, gevestigd te Berlijn, Duitsland, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard en de kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 12 februari 2020 de eisende partij in de gelegenheid gesteld haar vordering nader toe te lichten. De vordering is gebaseerd op een koopovereenkomst op afstand, waarbij de kantonrechter ambtshalve moet toezien op de naleving van de wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen zoals vastgelegd in de artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat aan de gedaagde partij op duidelijke en begrijpelijke wijze alle in artikel 6:230m BW bedoelde informatie is verstrekt. Er is geen concrete bestelbevestiging overgelegd die aan de gedaagde partij is verzonden. Desondanks heeft de kantonrechter geoordeeld dat de vordering van de eisende partij niet onrechtmatig of ongegrond is, aangezien de gedaagde partij de gekochte zaken kennelijk zonder commentaar heeft behouden. De kantonrechter heeft de gevorderde koopsom van € 148,71 toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.
De gedaagde partij is veroordeeld in de proceskosten, met uitzondering van de kosten voor de akte die voor rekening van de eisende partij blijven. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de vordering voor het overige is afgewezen. Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.