ECLI:NL:RBNHO:2020:3823

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 mei 2020
Publicatiedatum
25 mei 2020
Zaaknummer
7076506 \ CV EXPL 18-5898
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht EZY3332 en de toepassing van buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft Airhelp Limited, een rechtspersoon naar het recht van Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited, gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, wegens compensatie voor vertraging van vlucht EZY3332 van Amsterdam naar Venetië op 10 februari 2017. De passagiers van deze vlucht, die met meer dan drie uur vertraging aankwamen, hadden hun vordering op Easyjet overgedragen aan Airhelp. Easyjet betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk winterse weersomstandigheden en vertragingen bij de-icing.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Easyjet niet heeft aangetoond dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De rechter oordeelde dat de omstandigheden die Easyjet aanvoerde, zoals de-icing vertragingen en de overschrijding van het maximaal toegestane aantal werkuren van de bemanning, inherent zijn aan de normale bedrijfsvoering van een luchtvaartmaatschappij en daarom niet als buitengewoon kunnen worden beschouwd. De kantonrechter heeft de vordering van Airhelp toegewezen en Easyjet veroordeeld tot betaling van € 500,00 aan compensatie, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten.

De uitspraak benadrukt de bescherming van consumentenrechten in het kader van luchtvaartcompensatie en de strikte eisen die aan luchtvaartmaatschappijen worden gesteld om buitengewone omstandigheden aan te tonen. De beslissing is genomen door mr. M.M. Kruithof, kantonrechter, op 20 mei 2020.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7076506 \ CV EXPL 18-5898
Uitspraakdatum: 20 mei 2020
Vonnis in de zaak van:
de rechtspersoon naar het recht van Hong Kong
Airhelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiseres
hierna te noemen: Airhelp
gemachtigde: mr. H. Yildiz
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Easyjet Airline Company Limited
gevestigd te Luton, Verenigd Koninkrijk, mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: Easyjet
gemachtigde: mr. J.W.A. Lameijer

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 5 juli 2018 een vordering tegen Easyjet ingesteld. Easyjet heeft een incidentele conclusie genomen, strekkende tot zekerheidstelling voor proceskosten op grond van artikel 224 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd.
1.2.
Bij vonnis in het incident van 3 juli 2019 heeft de kantonrechter Airhelp bevolen zekerheid te stellen ten behoeve van Easyjet. Bij brief van 26 juli 2019 heeft Easyjet medegedeeld dat Airhelp aan dit bevel heeft voldaan.
1.3.
Vervolgens heeft Easyjet schriftelijk geantwoord in de hoofzaak. Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Easyjet een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[passagier 1] en [passagier 2] (hierna: de passagiers) hebben met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam Schiphol naar Marco Polo Airport (Venetië) op 10 februari 2017 met vlucht EZY3332 (hierna ook: de vlucht).
2.2.
De geplande vertrektijd van de vlucht was 20:35 uur UTC en de geplande aankomsttijd 22:30 uur UTC.
2.3.
De vlucht is een nacht vertraagd, en ongeveer 16 uur later dan gepland vertrokken.
2.4.
De passagiers hebben compensatie van Easyjet gevorderd in verband met voornoemde vertraging. Zij hebben hun vordering op Easyjet overgedragen aan Airhelp.
2.5.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert – na vermindering van eis – dat Easyjet bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 februari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat Easyjet vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
Easyjet betwist de vordering en doet een beroep op (doorwerking van) buitengewone omstandigheden. Zij voert aan dat de vertraging van de vlucht in kwestie het gevolg is van winterse weersomstandigheden op de luchthaven in Amsterdam en vertragingen bij de-icing mede ten gevolge van defecten in de de-icinginstallatie aldaar. Deze omstandigheden liggen buiten de macht van Easyjet. Vlucht EZY3331 (van Venetië naar Amsterdam), die voorafging aan de vlucht in kwestie, heeft door genoemde omstandigheden een vertraging opgelopen van 1 uur en 20 minuten. Hierdoor liep de bemanning ‘uit de uren’, hetgeen betekent dat zij bij uitvoering van de vlucht in kwestie hun wettelijk toegestane aantal vlieguren zou overschrijden. Inzet van een ander toestel of reservebemanning had geen zin, aangezien die met dezelfde omstandigheden geconfronteerd zouden zijn en daarbij de vlucht dan de nachtklok van Schiphol zou overschrijden.
4.2.
Ten slotte verweert Easyjet zich tegen de verschuldigdheid van de proceskosten en wettelijke rente.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de passagiers met meer dan drie uur vertraging zijn aangekomen op hun eindbestemming. Gelet hierop is Easyjet op grond van de Verordening in beginsel compensatie aan de passagiers verschuldigd. Dit is anders indien Easyjet kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van (doorwerking van) buitengewone omstandigheden, die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden (artikel 5 lid 3 van de Verordening). Bij de beoordeling hiervan geldt als uitgangspunt dat de Verordening een hoge mate van bescherming van de consument beoogt en restrictief moet worden uitgelegd.
5.3.
Ten aanzien van het beroep van Easyjet op de aanwezigheid van buitengewone omstandigheden geldt (in algemene zin) het volgende. In de punten 14 en 15 van de considerans van de Verordening staat dat dergelijke omstandigheden zich onder meer kunnen voordoen in geval van weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen, en wanneer een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt, ook al heeft de betrokken luchtvaartmaatschappij alle redelijke inspanningen geleverd om de vertragingen of annuleringen te voorkomen. Buitengewone omstandigheden die zich op een voorafgaande vlucht hebben voorgedaan, kunnen in beginsel doorwerken op de vlucht in kwestie.
5.4.
Easyjet heeft in dit verband aangevoerd dat de vertraging (indirect) is ontstaan door winterse weersomstandigheden en de-icing vertragingen op de luchthaven in Amsterdam. Ter onderbouwing van haar verweer heeft Easyjet onder meer overgelegd informatie van de website Weather Underground (productie A2). Voor zover Easyjet hiermee bedoelt te betogen en aan te tonen dat sprake was van buitengewone omstandigheden bestaande uit slechte weersomstandigheden, dan slaagt dit verweer niet. Uit dit stuk kan worden afgeleid dat in de middag en avond op de dag van de vlucht op Schiphol sprake was van lichte sneeuwval en een temperatuur die gemiddeld rond minus 2ºC lag. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is dit echter onvoldoende om aan te nemen dat buitengewone weersomstandigheden de uitvoering van de vlucht in kwestie hebben verhinderd.
5.5.
Easyjet beroept zich er daarnaast op dat ten gevolge van genoemde weersomstandigheden op Schiphol sprake was van de-icing vertragingen, mede door defecten aan de de-icinginstallatie. Volgens Easyjet is de vlucht voorafgaand aan de vlucht in kwestie hierdoor getroffen en één uur en 20 minuten vertraagd, hetgeen vervolgens tot de vertraging van de onderhavige vlucht zou hebben geleid. Naar het oordeel van de kantonrechter is zowel het wachten op de ijsbehandel-machines als de ijsbehandeling zelf een omstandigheid die inherent is aan de normale uitoefening van het bedrijf van de luchtvaartmaatschappij, en kan dit niet als buitengewoon worden beschouwd. Alleen al om die reden kan in zoverre geen sprake zijn van doorwerking van buitengewone omstandigheden.
5.6.
Daarbij komt dat Easyjet ook niet heeft aangetoond dat de overnacht vertraging van vlucht EZY3332 het gevolg is van de-icing vertraging van voorafgaande vlucht (EZY3331), zoals zij stelt. Uit de ‘Actual flight info’ van laatstgenoemde vlucht blijkt dat deze een aankomstvertraging had van 1 uur en 20 minuten, met vermelding van vertragingscode 93, die staat voor ‘Aircraft rotation, late arrival of aircraft from another flight or previous sector’. In aanvulling daarop is de opmerking geplaatst
“ARR DELAY…DUE TO WAITING FOR A STAND”. Hieruit blijkt niet dat de-icing tot vertraging van vlucht EZY3331 heeft geleid, zoals Easyjet betoogt. De ‘Actual flight info’ van vlucht EZY3332 vermeldt onder ‘Delay Remarks’:
“AMS...DE-ICING DELAYS. SGB/2045z LL18611…2325Z CREW OUT OF HOURS. OVERNIGHT DELAYED. SGB/0120Z”. Easyjet heeft deze tekst niet toegelicht, hetgeen wel op haar weg had gelegen. Mogelijk is sprake geweest van vluchten eerder op de dag die met de-icing vertraging zijn geconfronteerd, maar Easyjet heeft daarover geen concrete stellingen ingenomen.
5.7.
Uit de overgelegde stukken blijkt veeleer dat de langdurige vertraging vooral is veroorzaakt doordat vertraging van de voorafgaande vlucht(en) heeft geleid tot overschrijding van het maximaal toegestane aantal werkuren van de bemanning. Ook deze omstandigheid is onlosmakelijk verbonden aan het voeren van een luchtvaartonderneming en kwalificeert om die reden niet als bijzondere omstandigheid. Verder is niet gesteld of gebleken dat het luchtverkeersbeheer restricties heeft opgelegd die specifiek gericht waren aan het vliegtuig waarmee de onderhavige vlucht uitgevoerd zou worden.
5.8.
Gelet op het voorgaande heeft Easyjet niet aangetoond dat de langdurige vertraging van vlucht EZY3332 het gevolg is geweest van (doorwerking van) buitengewone omstandigheden. Daarmee komt de kantonrechter niet toe aan beantwoording van de vraag of Easyjet voldoende redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen.
5.9.
De door Airhelp gevorderde hoofdsom van € 500,00, waartegen Easyjet op zichzelf geen verweer heeft gevoerd, zal gelet op de duur van de vertraging worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente daarover is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.10.
De proceskosten komen voor rekening van Easyjet, omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Easyjet tot betaling aan Airhelp van € 500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 10 februari 2017 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Easyjet tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Airhelp tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 103,81
griffierecht € 476,00
salaris gemachtigde € 240,00;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter