In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 28 mei 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een ontheffing van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) voor geluidshinder tijdens het evenement SLAM! Koningsdag 2018. Eiser, een omwonende van de locatie waar het evenement plaatsvond, had bezwaar gemaakt tegen de ontheffing die was verleend aan SLAM BV voor het veroorzaken van geluidshinder op 26 en 27 april 2018. De rechtbank oordeelde dat verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar, in redelijkheid had kunnen besluiten om de ontheffing te verlenen. Eiser had onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de ontheffing zou leiden tot onduldbare geluidsoverlast. De rechtbank overwoog dat de ontheffing was verleend op basis van akoestisch onderzoek en dat de gestelde geluidsnormen niet werden overschreden. Eiser had weliswaar gewezen op de historische waarde van zijn woning en de slechte geluidsisolatie, maar had dit niet voldoende onderbouwd. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en veroordeelde de Staat der Nederlanden tot betaling van € 500,- immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.