ECLI:NL:RBNHO:2020:4268
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening bij aanvraag om bijstand wegens onvoldoende financiële informatie
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 juni 2020 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die een aanvraag om bijstand had ingediend. De aanvraag was door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad buiten behandeling gesteld, omdat de verzoeker onvoldoende inzicht had gegeven in zijn financiële situatie. De verzoeker had op 5 maart 2020 een aanvraag om bijstand ingediend, maar had niet tijdig de gevraagde aanvullende informatie verstrekt. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker, die alleenstaand is en met zijn minderjarige zoon bij zijn moeder woont, niet over voldoende inkomen beschikt om in zijn levensonderhoud te voorzien. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de informatie die de verzoeker had aangeleverd niet voldoende was om een inhoudelijke beoordeling van de aanvraag te kunnen maken. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de aanvraag terecht buiten behandeling is gesteld en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.