In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 23 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar. De eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van het college om vergunninghoudersparkeren definitief niet in te voeren in de straten Bannewaard, Bregwaard en Broekerwaard in Alkmaar. Het primaire besluit, genomen op 7 december 2018, werd door het college gehandhaafd in het bestreden besluit van 27 juni 2019, waarin het bezwaar van de eiser ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de besluitvorming zorgvuldig was voorbereid en dat de uitkomsten van verschillende enquêtes onder de bewoners van de betrokken straten zijn meegenomen in de overwegingen. De rechtbank oordeelde dat de gekozen vaste gedragslijn van het college, waarbij een percentage van 60% voorstanders van vergunninghoudersparkeren vereist was, niet onredelijk was. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, die onder andere stelden dat de evaluatie onjuist was uitgevoerd en dat de enquête niet representatief was, verworpen. De rechtbank concludeerde dat het beroep van de eiser ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.