Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 september 2019 waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van comparitie van 23 januari 2020,
- de faxbrief van 5 februari 2020 van mr. Coumou naar aanleiding van het proces-verbaal en de reactie daarop per faxbrief van mr. Sjouw van 6 februari 2020,
- de faxbrief van 5 februari 2020 van mr. Sjouw naar aanleiding van het proces-verbaal.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Anders dan [eiser] heeft betoogd, is er daarom geen grond voor het oordeel dat het feit dat [gedaagde] voor de spelovertreding een rode kaart heeft gekregen en dat de KNVB hem een tuchtmaatregel heeft opgelegd op zichzelf al meebrengt dat de gedraging van [gedaagde] onrechtmatig is.
Daarnaast geldt dat voetbal in het bijzonder een contactsport is, waarbij fysiek contact tussen spelers in de vorm van tackles en slidings bij duels om de bal gebruikelijk is. Tijdens deze duels vinden onvermijdelijk ook acties plaats die gevaarlijk, slecht gecoördineerd, verkeerd getimed of ondoordacht zijn. Deelnemers moeten daar bedacht op zijn. Aansprakelijkheid kan daarom pas aan de orde zijn als sprake is van een zodanige actie dat deze valt buiten het normale risico dat men in een voetbalwedstrijd loopt. Dit betekent dat de vordering van [eiser] alleen kan worden toegewezen als [gedaagde] - kort gezegd - een abnormaal gevaarlijke gedraging heeft verricht. Dat betekent ook dat het feit dat [eiser] ernstig geblesseerd is geraakt, op zichzelf nog niet betekent dat [gedaagde] ook een - op een voetbalveld - abnormaal gevaarlijke gedraging heeft verricht die als onrechtmatig is aan te merken.
5.De beslissing
25 maart 2020voor uitlating door [eiser] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden juni tot en met september 2020 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,