Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van20 augustus 2020 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar, verweerder.
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 174,- aan eiser te vergoeden.
Overwegingen
7 juni 2020 geen invorderbeschikking heeft genomen, dat door hem geen stuitingshandelingen zijn verricht en ook de aan de last verbonden begunstigingstermijn door hem niet nogmaals is verlengd. Omdat onder deze omstandigheden de bevoegdheid van verweerder om de aan de last verbonden dwangsom in te vorderen is verjaard, heeft eiser geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit. Voor dit oordeel vindt de rechtbank steun in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 28 oktober 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:32790).
mr. J.J. Maarleveld, rechter, in aanwezigheid van mr. P.C. van der Vlugt, griffier.