6.2Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden is de gelijkenis tussen Chapter Northcoast van Singa 19 en het verboden Satudarah naar het oordeel van de voorzieningenrechter zodanig, dat dit op zichzelf al de vrees wettigt dat het openblijven van het pand in [adres] een ernstig gevaar zal opleveren voor de openbare orde. Immers is Studarah vanwege schendingen van de openbare orde en vrees op herhaling daarvan verboden verklaard. De voorzieningenrechter acht in dit verband naast het voorgaande van belang dat Singa 19 naar het schijnt alleen het logo en de naam van Satudarah heeft laten vallen, maar verder in het geheel geen afstand lijkt te hebben genomen van het verboden Satudarah. In tegendeel, Signa 19 heeft ten aanzien van de kleuren verklaard dat zij die draagt uit respect voor Satudarah.
7. De stelling van verzoekers dat verweerder niet bevoegd was over te gaan tot sluiting van het pand, omdat geen sprake is van een voor publiek openstaand lokaal in de zin van artikel 2:78 van de Apv, volgt de voorzieningenrechter niet. Niet is aannemelijk geworden dat Singa 19 een besloten groep is die bij zijn bijeenkomsten geen aspirant-leden of anderen heeft toegelaten of zal toelaten. Zo zijn geen statuten, geen notulen van vergaderingen en ook geen andere stukken overgelegd waaruit dit blijkt. Daarbij komt dat Singa 19 niet alleen uit personen bestaat die voorheen lid waren van Satudarah maar ook uit andere leden. Dit duidt erop dat het, anders dan door verzoeker is gesteld, na het verbod op Satudarah wel degelijk mogelijk was – en wellicht nog steeds is – om als nieuw lid aansluiting te zoeken bij Singa 19. Daarnaast staat vast dat een deel van het pand volgens verzoeker in gebruik is als tattooshop. Ook dat maakt het een voor publiek toegankelijk lokaal.
8. De stelling dat de besluitvorming van verweerder inhoudt dat oud-leden van Satudarah in feite het recht op vereniging wordt ontnomen volgt de voorzieningenrechter evenmin. Het staat de oud-leden ondanks het verbod op Satudarah immers vrij om zich opnieuw te verenigen. De vraag die thans voorligt is of de vereniging Signa 19 een voortzetting is van Satudarah. Bij die beoordeling kan worden betrokken dat oud-leden van Satudarah daarvan deel uitmaken.
9. Ook de stelling dat de sluiting van het pand niet kan worden gebaseerd op een nog niet onherroepelijk geworden verenigingsverbod treft naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen doel. Onherroepelijkheid speelt een rol bij de beoordeling van artikel 140, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht. Die beoordeling ligt thans niet voor. Naast het strafrechtelijke traject heeft echter ook verweerder de taak te waken over de openbare orde, en wel op grond van de Gemeentewet. Bij vrees voor ernstige verstoring daarvan is verweerder bevoegd over te gaan tot sluiting van een pand. Bij beoordeling van die vrees kunnen alle omstandigheden worden betrokken, waaronder ook (het ontbreken van) onherroepelijkheid. Gelet op alle omstandigheden als hiervoor genoemd is de voorzieningenrechter van oordeel dat verweerder in dit geval geen doorslaggevend belang heeft hoeven toekennen aan het ontbreken van onherroepelijkheid.
10. Gelet op het voorgaande zal de voorzieningenrechter het verzoek afwijzen.
11. Bij deze beslissing bestaat voor een proceskostenveroordeling geen aanleiding.