In deze zaak heeft de rechtspersoon Airhelp Limited, gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Delta Air Lines Inc., gevestigd in Wilmington, Delaware, vanwege een vertraging van een vlucht van Amsterdam naar Atlanta op 6 november 2017. De passagiers, die met Delta een vervoersovereenkomst hadden gesloten, arriveerden met een vertraging van meer dan 23 uur op hun eindbestemming in Managua, Nicaragua. Airhelp vorderde compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij vertragingen.
Delta betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden op de luchthaven van Seattle, die de uitvoering van de vlucht in Amsterdam beïnvloedden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Delta voldoende bewijs heeft geleverd van de slechte weersomstandigheden en de maatregelen die de luchtverkeersleiding had genomen, zoals een 'ground delay program' en een 'ground stop'. Hierdoor was de vertraging van de vlucht gerechtvaardigd.
De kantonrechter oordeelde dat Delta alle redelijke maatregelen had getroffen om de vertraging te beperken en wees de vordering van Airhelp af. Tevens werd Airhelp veroordeeld tot betaling van de proceskosten, omdat zij ongelijk kreeg in de procedure. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.