ECLI:NL:RBNHO:2020:7017

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 augustus 2020
Publicatiedatum
7 september 2020
Zaaknummer
8443086 \ CV EXPL 20-3298
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens stelselmatige wanbetaling

In deze zaak heeft de stichting Elan Wonen een vordering ingesteld tegen [gedaagde sub 1] c.s. wegens stelselmatige wanbetaling van huur. De huurovereenkomst betreft een woonruimte die sinds maart 2018 door [gedaagde sub 1] c.s. wordt gehuurd. Elan Wonen heeft eerder juridische stappen ondernomen vanwege huurachterstanden, en op 26 augustus 2020 heeft de kantonrechter uitspraak gedaan. De vordering van Elan Wonen omvatte de ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde, en betaling van achterstallige huur en incassokosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde sub 1] c.s. een huurachterstand van € 2.711,28 heeft erkend en dat er geen plaats is voor verrekening van eerdere betalingen. De kantonrechter heeft de vordering tot ontbinding en ontruiming toegewezen, met een termijn van veertien dagen voor ontruiming. Tevens is [gedaagde sub 1] c.s. veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en proceskosten. De tegenvordering van [gedaagde sub 1] c.s. is afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat Elan Wonen onrechtmatig heeft gehandeld. De kantonrechter heeft de proceskosten voor [gedaagde sub 1] c.s. vastgesteld op nihil.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8443086 \ CV EXPL 20-3298
Uitspraakdatum: 26 augustus 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de stichting
Stichting Elan Wonen
gevestigd te Haarlem
eiseres
verder te noemen: Elan Wonen
gemachtigde: L.V. Snijder (Snijder Incasso en Gerechtsdeurwaarders)
tegen

1.[gedaagde sub 1]2. [gedaagde sub 2]

beiden wonende te [woonplaats]
gedaagden
verder gezamenlijk te noemen: [gedaagde sub 1] c.s.
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Elan Wonen heeft bij dagvaarding van 7 april 2020 een vordering tegen [gedaagde sub 1] c.s. ingesteld. [gedaagde sub 1] c.s. heeft mondeling en aanvullend schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Op 24 juli 2020 heeft een zitting plaatsgevonden. Aanwezig waren mr. B. de Boer (Snijder Incasso en Gerechtsdeurwaarders) en [gedaagde sub 1] , mede namens [gedaagde sub 2] . De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Elan Wonen bij brief van 20 juli 2020 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde sub 1] c.s. huurt vanaf maart 2018 de woonruimte aan [adres] in [woonplaats] (hierna: het gehuurde) tegen een maandelijkse huurprijs die ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding € 1.276,19 bedroeg, bij vooruitbetaling te voldoen.
2.2.
Bij vonnis van de kantonrechter van 17 oktober 2018 is [gedaagde sub 1] c.s. veroordeeld tot betaling aan Elan Wonen van € 2.815,38, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.392,43 vanaf 18 september 2018 in verband met een huurachterstand.
2.3.
Bij vonnis van de kantonrechter van 6 maart 2019 is [gedaagde sub 1] c.s. veroordeeld tot betaling aan Elan Wonen van € 2.406,50 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.175,72. In het vonnis staat dat huurachterstand van [gedaagde sub 1] per 15 februari 2019 € 2.175,72 bedroeg en dat [gedaagde sub 1] c.s. de vordering heeft erkend.
2.4.
[gedaagde sub 1] c.s. heeft ondanks aanmaning opnieuw niet alle huurpenningen voldaan. [gedaagde sub 1] c.s. heeft over de periode 1 maart 2019 tot 24 juli 2020 een huurachterstand van € 2.711,28 laten ontstaan.

3.De vordering

3.1.
Elan Wonen vordert (samengevat) dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- de huurovereenkomst tussen partijen ontbindt;
- [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk veroordeelt tot ontruiming van het gehuurde binnen drie dagen na betekening van dit vonnis;
- [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk veroordeelt tot betaling van € 3.218,69, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.706,76 vanaf 3 april 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening.
- [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk veroordeelt tot betaling van € 1.276,19 per maand, althans het bedrag dat krachtens de huurovereenkomst op elk tussenliggend moment door indexering, dan wel een andere wettelijke of contractuele bepaling per maand verschuldigd zou zijn, voor de periode tot aan de ontbinding van de huurovereenkomst en voor de periode vanaf het moment van de ontbinding van de huurovereenkomst tot aan de ontruiming van het gehuurde.
3.2.
Elan Wonen legt aan de vordering – kort weergegeven – ten grondslag dat [gedaagde sub 1] c.s. tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst door met stipte betaling van de huurpenningen in gebreke te blijven. Elan Wonen heeft voorafgaand aan de zitting een specificatie van de huurachterstand in het geding gebracht, waaruit blijkt dat de huurachterstand tot en met de maand juli 2020 € 2.711,28 bedraagt. Door met betaling in gebreke te blijven is [gedaagde sub 1] c.s. ook € 487,56 (inclusief btw) aan buitengerechtelijke incassokosten en € 3,85 aan wettelijke rente (berekend tot 7 april 2020) verschuldigd.
3.3.
Aan de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde legt Elan Wonen verder nog ten grondslag dat zij reeds twee keer eerder wegens een huurachterstand genoodzaakt is geweest een gerechtelijke procedure tegen [gedaagde sub 1] c.s. te starten. Dit stelselmatig toerekenbaar tekortschieten van [gedaagde sub 1] c.s. levert een aanzienlijke kostenpost op en is grond voor ontbinding, aldus Elan Wonen.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
[gedaagde sub 1] c.s. heeft ter zitting de huurachterstand over de periode 1 maart 2019 tot en met 1 juli 2020 ad € 2.711,28 erkend. Hij stelt zich echter op het standpunt dat in het vonnis van de kantonrechter van 6 maart 2019 ten onrechte geen rekening is gehouden met de betalingen van in totaal € 1.396,86. Vervolgens is er vanaf april 2019 loonbeslag gelegd, waardoor hij niet meer in staat was om andere rekeningen en schulden (volledig) te betalen. [gedaagde sub 1] c.s. voert aan dat hij hierdoor financiële en emotionele schade heeft geleden. Verder verzet [gedaagde sub 1] c.s. zich tegen ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde.
4.2.
[gedaagde sub 1] c.s. vordert bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter Elan Wonen veroordeelt tot betaling van een passende vergoeding vanwege financiële en emotionele schade. Volgens [gedaagde sub 1] c.s. heeft Elan Wonen onrechtmatig gehandeld door geen rekening te houden met door hem verrichte betalingen met als gevolg dat er onterecht loonbeslag is gelegd.
4.3.
Elan Wonen betwist de tegenvordering. Zij stelt zich op het standpunt dat zij [gedaagde sub 1] c.s. in de eerdere procedure op juiste gronden heeft gedagvaard en dat het vonnis correct ten uitvoer is gelegd. Elan Wonen wijst erop dat [gedaagde sub 1] c.s. de vordering destijds ook heeft erkend. Elan Wonen betwist ook de gestelde schade.

5.De beoordeling

de vordering
5.1.
[gedaagde sub 1] c.s. heeft ter zitting erkend dat de huurachterstand over de periode van 1 maart 2019 tot en met 1 juli 2020 € 2.711,28 bedraagt. [gedaagde sub 1] c.s. voert aan dat Elan Wonen vóór 1 maart 2019 ten onrechte een bedrag van € 1.396,86 niet heeft meegenomen in de huurbetalingen, waardoor hij door de kantonrechter in het vonnis van 6 maart 2019 is veroordeeld tot betaling van een te hoog bedrag en dat er vervolgens ten onrechte loonbeslag is gelegd.
5.2.
Voor zover [gedaagde sub 1] c.s. een beroep doet op verrekening, kan dit verweer niet slagen reeds omdat de gegrondheid van het verweer niet op eenvoudige wijze kan worden vastgesteld (artikel 6:136 BW). Elan Wonen heeft gemotiveerd betwist dat zij in de eerdere procedure een te hoog bedrag aan huurachterstand heeft gevorderd. Daarbij volgt uit het vonnis van 6 maart 2019 dat [gedaagde sub 1] c.s. destijds geen verweer heeft gevoerd tegen de vordering, maar deze heeft erkend. Vast staat dat [gedaagde sub 1] c.s, tegen dit vonnis geen hoger beroep heeft ingesteld.
5.3.
Nu [gedaagde sub 1] c.s. de huurachterstand heeft erkend en er geen plaats is voor verrekening zal [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk, in die zin dat als de een betaalt de ander zal zijn bevrijd, worden veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 2.711,28 aan huurachterstand, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals gevorderd.
5.4.
Ook de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde zullen worden toegewezen. Vast staat dat [gedaagde sub 1] c.s. in de relatief korte tijd dat hij in het gehuurde woont (sinds maart 2018) al twee keer eerder is veroordeeld wegens tekortkomingen in de nakoming van de huurovereenkomst. Nu is wederom sprake van een huurachterstand van bijna twee maanden. Uit het door Elan Wonen ingebrachte overzicht met betalingen blijkt dat [gedaagde sub 1] c.s. sinds het aangaan van de huurovereenkomst nooit volledig bij is geweest met de huurbetalingen. De kantonrechter neemt voorts in aanmerking dat [gedaagde sub 1] c.s. ter zitting heeft verklaard dat hij de huurachterstand bewust heeft laten oplopen om zo ter zitting aan de orde te kunnen stellen dat hij het niet eens was met het vonnis van 6 maart 2019 en het daaropvolgende loonbeslag. De kantonrechter overweegt dat [gedaagde sub 1] c.s. hiermee een groot risico heeft genomen. Hoezeer persoonlijke omstandigheden van [gedaagde sub 1] c.s. in het ontstaan van de huurachterstand ook een rol hebben gespeeld, kan van Elan Wonen kan niet langer verlangd worden dat zij de huidige situatie laat voortbestaan. Wel heeft Elan Wonen ter zitting verklaard dat toewijzing van de vordering tot ontruiming niet betekent dat [gedaagde sub 1] c.s. “gelijk op straat staat”. Daaruit leidt de kantonrechter af dat Elan Wonen niet direct tot executie van het vonnis zal overgaan waar het de ontbinding en ontruiming betreft als door [gedaagde sub 1] c.s. een deugdelijke betalingsregeling wordt aangeboden en nagekomen.
5.5.
De ontruimingstermijn zal, anders dan gevorderd, in verband met alle verdere omstandigheden van het geval worden bepaald op veertien dagen na betekening van dit vonnis.
5.6.
De vordering tot betaling van de huurpenningen tot aan het moment van ontruiming van het gehuurde zal eveneens worden toegewezen.
5.7.
Elan Wonen maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat aan de vereisten zoals gesteld in artikel 6:96 BW is voldaan. Daarmee is de vergoeding verschuldigd en zal het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
5.8.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde sub 1] c.s., omdat hij ongelijk krijgt.
de tegenvordering
5.9.
De kantonrechter is gelet op hetgeen onder 5.2. is overwogen van oordeel dat niet is komen vast te staan dat Elan Wonen onrechtmatig heeft gehandeld jegens [gedaagde sub 1] c.s. Voor toewijzing van een passende vergoeding aan [gedaagde sub 1] c.s. ziet de kantonrechter dan ook geen grond. Nu [gedaagde sub 1] c.s. in het ongelijk wordt gesteld zal hij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze worden aan de zijde van Elan Wonen begroot op nihil.

6.De beslissing

De kantonrechter:
ten aanzien van de vordering:
6.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen [gedaagde sub 1] c.s. en Elan Wonen;
6.2.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. om de woning aan [adres] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te verlaten en te ontruimen met al de hunnen en al het hunne, en met afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Elan Wonen te stellen;
6.3.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk om aan Elan Wonen te betalen € 3.218,69, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.711,28 vanaf 21 juli 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening;
6.4.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk om aan Elan Wonen vanaf 1 augustus 2020 tot aan het tijdstip dat de huurovereenkomst zal zijn ontbonden € 1.276,19 per maand te betalen, althans het bedrag dat krachtens de huurovereenkomst op elk tussenliggend moment door indexering, dan wel een andere wettelijke of contractuele bepaling per maand verschuldigd zou zijn;
6.5.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk om aan Elan Wonen vanaf heden tot de dag der algehele ontruiming ter zake van schadevergoeding € 1.276,19 per maand te betalen, althans het bedrag dat krachtens de (ontbonden) huurovereenkomst op elk tussenliggend moment door indexering, dan wel een andere wettelijke of contractuele bepaling per maand verschuldigd zou zijn;
6.6.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Elan Wonen tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 105,03
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 420,00 ;
6.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.8.
wijst de vordering voor het overige af;
de tegenvordering
6.9.
wijst de vordering af;
6.10.
veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Elan Wonen worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter