Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde sub 1]2. [gedaagde sub 2]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- de huurovereenkomst tussen partijen ontbindt;
- [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk veroordeelt tot ontruiming van het gehuurde binnen drie dagen na betekening van dit vonnis;
- [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk veroordeelt tot betaling van € 3.218,69, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.706,76 vanaf 3 april 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening.
- [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk veroordeelt tot betaling van € 1.276,19 per maand, althans het bedrag dat krachtens de huurovereenkomst op elk tussenliggend moment door indexering, dan wel een andere wettelijke of contractuele bepaling per maand verschuldigd zou zijn, voor de periode tot aan de ontbinding van de huurovereenkomst en voor de periode vanaf het moment van de ontbinding van de huurovereenkomst tot aan de ontruiming van het gehuurde.
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
de tegenvordering