Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
3.De beslissing
16 september 2020zodat de eisende partij de hierboven bedoelde inlichtingen kan verstrekken;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 juli 2020 een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de ANWB B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, ANWB B.V., heeft de gedaagde partij gedagvaard en er is verstek verleend. In een eerder tussenvonnis van 29 januari 2020 is de eisende partij in de gelegenheid gesteld om haar vordering nader toe te lichten, wat zij heeft gedaan in een akte van 22 april 2020. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding onvoldoende informatie bevatte om aan de eisen van artikel 21 Rv te voldoen en dat er een schending was van artikel 111 lid 2 sub d Rv. De kantonrechter heeft de eisende partij de kans gegeven om ontbrekende informatie aan te leveren, maar heeft geconstateerd dat er nog steeds essentiële informatie ontbreekt voor de verdere beoordeling van de vordering.
De zaak betreft een overeenkomst die de gedaagde partij in een ANWB-winkel heeft gesloten, specifiek een lidmaatschap voor de Wegenwacht service. De kantonrechter heeft vastgesteld dat deze overeenkomst als een verzekeringsovereenkomst moet worden gekwalificeerd, maar de eisende partij heeft zich daar nog niet over kunnen uitlaten. De kantonrechter heeft de eisende partij daarom de gelegenheid gegeven om zich hierover uit te laten, om verrassingen te voorkomen.
Daarnaast heeft de kantonrechter de toepasselijkheid van de Wet op het financieel toezicht (Wft) op de overeenkomst onderzocht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende gegevens zijn om te bepalen of de Wft van toepassing is en heeft de eisende partij gevraagd om zich hierover uit te laten. De kantonrechter heeft ook de (pre)contractuele informatieverplichtingen van de eisende partij besproken, waarbij hij heeft benadrukt dat het enkel opnemen van informatie in de algemene voorwaarden niet voldoende is. De eisende partij moet de informatie op een duidelijke en begrijpelijke manier aan de consument verstrekken.
De kantonrechter heeft de zaak naar de rol verwezen, zodat de eisende partij de gevraagde informatie kan verstrekken. De verdere beslissing is aangehouden.