ECLI:NL:RBNHO:2020:7441
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening sluiting woning op grond van artikel 13b Opiumwet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 september 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in verband met de sluiting van een woning op grond van artikel 13b van de Opiumwet. De burgemeester van de gemeente Haarlem had op 2 juli 2020 besloten de woning met onmiddellijke ingang te sluiten voor de duur van 12 maanden, omdat er aanwijzingen waren dat in de woning harddrugs werden bereid. Dit besluit was gebaseerd op een bestuurlijke rapportage van de politie, waarin werd vermeld dat tijdens een huiszoeking op 1 juli 2020 cocaïne werd aangetroffen en dat er sprake was van drugsoverlast en frequente aanloop van personen die in verband werden gebracht met drugshandel.
Verzoeker, die in de woning woont, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit en verzocht om schorsing van de sluiting. Hij voerde aan dat de noodzaak voor sluiting ontbrak, omdat er geen feitelijke handel vanuit de woning plaatsvond en dat de aangetroffen hoeveelheid cocaïne gering was. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de burgemeester zich mocht baseren op de bevindingen van de politie en dat er voldoende aanwijzingen waren voor de noodzaak van de sluiting. De voorzieningenrechter vond ook dat verzoeker onvoldoende had onderbouwd dat de sluiting niet evenredig was, gezien zijn situatie en de gevolgen van de sluiting.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waarbij hij benadrukte dat het oordeel voorlopig van aard is en de rechtbank in een eventueel bodemgeding niet bindend is. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, en er is geen rechtsmiddel tegen deze uitspraak open.