ECLI:NL:RBNHO:2020:7749

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 oktober 2020
Publicatiedatum
1 oktober 2020
Zaaknummer
8562377 CV EXPL 20-2492
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot overlegging van aanverwant procesdossier in aansprakelijkheidskwestie tussen assurantietussenpersoon en opdrachtgever

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, is de kantonrechter M. Flipse betrokken bij een civiele procedure tussen Poorter Management & Investment B.V. en Univé Noord-Holland Advies B.V. De zaak betreft een incident dat door Univé is ingesteld op basis van artikel 843a Rv, waarin zij verzoekt om het volledige procesdossier van een eerdere kort gedingprocedure tegen Goudse Schadeverzekeringen N.V. te overleggen. Poorter had Goudse Schadeverzekeringen N.V. aangesproken tot betaling van een uitkering, die was geweigerd na een arbeidsongeschiktheid van een werknemer, en Univé wordt als assurantietussenpersoon aansprakelijk gesteld voor het onjuist invullen van een aanvraagformulier.

De kantonrechter oordeelt dat Univé recht heeft op het procesdossier, omdat dit van belang is voor de beoordeling van de aansprakelijkheid van Univé. De rechter wijst de vordering van Univé toe en verplicht Poorter om het dossier binnen 14 dagen te overleggen. Tevens worden de proceskosten in het incident aan Poorter opgelegd, omdat deze ongelijk heeft gekregen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en de hoofdzaak wordt naar een rolzitting verwezen voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8562377 CV EXPL 20-2492
Uitspraakdatum: 7 oktober 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
Poorter Managment & Investment B.V.
gevestigd te Zaandam
eiseres, verweerster in het incident
verder te noemen: Poorter
gemachtigde: gerechtsdeurwaarder K.W.A. van der Meer
tegen
Univé Noord-Holland Advies B.V.
gevestigd te Heerhugowaard
gedaagde, eiseres in het incident
verder te noemen: Univé
gemachtigde: mr. S. de Zwart

1.Het procesverloop

1.1.
Poorter heeft bij dagvaarding van 26 mei 2020 een vordering tegen Univé ingesteld. Univé heeft een incidentele conclusie genomen waarin een vordering uit hoofde van artikel 843a Rv is ingesteld en heeft geantwoord in de hoofdzaak. Poorter heeft schriftelijk gereageerd in het incident.

2.De beoordeling van het incident

2.1.
Univé is door Poorter aansprakelijk gesteld als assurantietussenpersoon op de grond dat Univé zonder ruggespraak met Poorter een aanvraagformulier voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor haar werknemer(s) onjuist heeft ingevuld, waardoor de verzekeraar bij wie de verzekering tot stand is gekomen, Goudse Schadeverzekeringen N.V. uitkering heeft geweigerd toen een werknemer van Poorter arbeidsongeschikt werd. Poorter heeft in verband hiermee eerst Goudse Schadeverzekeringen N.V. in kort geding aangesproken tot betaling, maar deze vordering is afgewezen (ECLI:NL:RBDHA:2019:12059).
2.2.
Univé vordert in dit geding dat Poorter het volledige procesdossier uit bedoelde kort geding procedure tegen Goudse Schadeverzekeringen N.V. in het geding brengt op grond van artikel 843a Rv dan wel artikel 22 Rv. Deze vordering is toewijsbaar. Dit procesdossier bestaat uit bescheiden bij het afschrift waarvan Univé een rechtmatig belang heeft, omdat het zowel in de procedure tegen Goudse Schadeverzekeringen N.V. als Univé gaat om de vraag welke informatie Poorter bij de aanvraag van de arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft verstrekt. In deze procedure kan daarom ook van belang zijn welke standpunten Poorter hierover heeft ingenomen en welke gegevens Poorter en Goudse Schadeverzekeringen N.V. hebben overgelegd in de eerder bedoelde kortgedingprocedure. De vordering zal derhalve worden toegewezen.
2.3.
De proceskosten in het incident komen voor rekening Poorter, omdat hij ongelijk krijgt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
in het incident
3.1.
veroordeelt Poorter tot het verschaffen aan Univé van het volledige procesdossier in de zaak met nummer 8031711 CV EXPL 19-4223 (van de kort geding procedure, waarvan het vonnis is gepubliceerd onder ECLI:NL:RBDHA:2019:12059 binnen 14 dagen na heden;
3.2.
veroordeelt Poorter in de kosten van het incident die de kantonrechter tot en met vandaag vaststelt op € 480,- aan salaris van de gemachtigde van Univé;
3.3.
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak
3.3.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
4 november 2020, alwaar Univé zich bij akte mag uitlaten over genoemd procesdossier, waarna Poorter een antwoordakte mag nemen;
Dit vonnis is gewezen door M. Flipse en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter