Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Vestia
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
I. de huurovereenkomst tussen partijen ontbindt;
II. [gedaagde] veroordeelt om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning met al degene die en al datgene dat zich daarin van de zijde van [gedaagde] mocht bevinden, te ontruimen en te verlaten met afgifte van de sleutels aan Vestia en de woning geheel ontruimd ter beschikking van Vestia te stellen en te laten;
III. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 4.443,42 aan hoofdsom vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 mei tot de dag van algehele betaling;
IV. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van het huurbedrag voor iedere maand vanaf mei 2020 tot de dag van de ontbinding van de huurovereenkomst en daarna tot betaling van een gebruiksvergoeding tot en met de maand waarin de ontruiming en lege oplevering van de woning heeft plaatsgevonden;
V. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 603,23 aan buitengerechtelijke incassokosten;
VI. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten.