Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 november 2020 in de zaak tussen
[X] , wonende te [Z] , eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente Landsmeer, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
- de aanwezigheid van houtworm;
- dat de cv-ketel meer dan 15 jaar oud is;
- het niet geïsoleerde dak;
- vocht (vochtoverlast in wanden en/of kruipruimte);
Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank voorts aannemelijk gemaakt dat ten aanzien van de woning, die aan dezelfde weg is gelegen als de vergelijkingsobjecten, sprake is van goede liggingsfactoren. Eiser daarentegen, heeft zijn stelling dat sprake is van parkeeroverlast niet onderbouwd en derhalve niet aannemelijk gemaakt. Dat geldt evenzeer voor zijn stelling inhoudende dat sprake is van bodemverontreiniging aangezien niet is gebleken van een verplichting tot sanering van de grond. Dienaangaande heeft eiser zijn stelling dat sprake is van bodemverontreiniging zelfs niet met enig bescheid onderbouwd.
Gelet op het voorgaande kan niet worden gezegd dat een waarde van € 306.000 in een onjuiste verhouding staat tot de verkoopprijzen van de vergelijkingsobjecten.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- vermindert de bij beschikking vastgestelde waarde van de woning per de waardepeildatum tot € 306.000;
- vermindert de aanslag onroerende-zaakbelastingen dienovereenkomstig;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.047 en
- draagt verweerder op het door eiser betaalde griffierecht van € 48 aan hem te vergoeden.
R. van der Vecht, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 9 november 2020. Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.