ECLI:NL:RBNHO:2020:9203

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 oktober 2020
Publicatiedatum
10 november 2020
Zaaknummer
8094018 \ CV EXPL 19-15152
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en Austrian Airlines. De passagier had een vordering ingesteld wegens vertraging van zijn vlucht van Amsterdam naar Sofia via Wenen op 20 mei 2019. De passagier miste zijn aansluitende vlucht naar Sofia door een vertraging van 52 minuten van de eerste vlucht, OS 374. De passagier vorderde compensatie van € 250,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij vertragingen. Austrian Airlines betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk besluiten van de luchtverkeersleiding, waar zij geen invloed op had.

De kantonrechter oordeelde dat de passagier niet had voldaan aan de substantiëringsplicht, maar dat dit in de repliek was hersteld. De rechter stelde vast dat de passagier met meer dan drie uur vertraging op de eindbestemming was aangekomen, wat in beginsel recht gaf op compensatie. Echter, Austrian Airlines kon aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, zoals het opleggen van nieuwe CTOT's door de luchtverkeersleiding, die niet inherent zijn aan de normale bedrijfsvoering van de luchtvaartmaatschappij.

De kantonrechter concludeerde dat de vertraging van de eerste vlucht doorwerkte naar de tweede vlucht en dat Austrian Airlines alle redelijke maatregelen had getroffen om de vertraging te beperken. Daarom werd de vordering van de passagier afgewezen en werd hij veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8094018 \ CV EXPL 19-15152
Uitspraakdatum: 14 oktober 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[de passagier]
wonende te [woonplaats] (Bulgarije)
eiseres
hierna te noemen de passagier
gemachtigde mr. D.E. Lof
tegen
de buitenlandse rechtspersoon
Austrian Airlines Aktiengesellschaft
gevestigd te Wenen (Oostenrijk), mede kantoorhoudende te Schiphol (gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen Austrian Airlines
gemachtigde mr. E.C. Douma

1.Het procesverloop

1.1.
De passagier heeft bij dagvaarding van 15 augustus 2019 een vordering tegen Austrian Airlines ingesteld. Austrian Airlines heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Austrian Airlines een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met Austrian Airlines een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Austrian Airlines de passagier diende te vervoeren van Amsterdam, via Wenen (Oostenrijk) naar Sofia (Bulgarije) op 20 mei 2019 met vluchten OS 374 en OS 799, hierna: de vlucht.
2.2.
Volgens de planning zou vlucht OS 374 naar Wenen om 17:45 uur lokale tijd vertrekken en om 19:40 uur lokale tijd arriveren. Dit zou de passagier 45 minuten geven om over te stappen op vlucht OS 799, welke om 20:25 uur lokale tijd zou vertrekken en 23:00 uur lokale tijd zou landen te Sofia.
2.3.
Vlucht OS 374 is met een vertraging van 52 minuten uitgevoerd. De passagier heeft de overstap te Wenen gemist. De passagier is omgeboekt naar een andere vlucht en is de volgende dag gearriveerd op eindbestemming Sofia.
2.4.
De passagier heeft compensatie van Austrian Airlines gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
Austrian Airlines heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagier vordert dat Austrian Airlines, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 mei 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 37,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis, indien voldoening niet binnen die termijn plaatsvindt.
3.2.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat Austrian Airlines vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00.

4.Het verweer

4.1.
Austrian Airlines betwist de vordering. Allereerst heeft Austrian Airlines aangevoerd dat de passagier niet heeft voldaan aan de substantiëringsplicht. Volgens Austrian Airlines had de passagier minimaal moeten stellen hoe, met welke vluchten en hoe laat zij in Sofia is aangekomen om aan deze plicht te voldoen. Daarnaast doet Austrian Airlines een beroep op (doorwerking van) buitengewone omstandigheden.
4.2.
De vlucht OS 374 van Amsterdam naar Wenen is onderdeel van de rotatievlucht Wenen-Amsterdam-Wenen (OS 373/OS 374). Als de voorgaande vlucht OS 373 niet tijdig wordt uitgevoerd, werkt de vertraging van die vlucht door op vlucht OS 374. Austrian Airlines heeft aangevoerd dat het uitvoeren van vlucht OS 373 een vertraging van 26 minuten heeft opgelopen als gevolg van een besluit van de luchtverkeersleiding. Deze vlucht zou meermaals een nieuwe CTOT toegewezen hebben gekregen op grond van, onder meer, slechte weersomstandigheden te Amsterdam. Deze CTOT zou specifiek zijn opgelegd aan vlucht OS 373. Eenmaal in Amsterdam had de onderhavige vlucht OS 374 eveneens te kampen met het toewijzen van nieuwe CTOT’s vanuit de luchtverkeersleiding; dit veroorzaakte een aanvullende vertraging van 33 minuten, aldus Austrian Airlines. Reden hiervoor was vertragingscode 81 (‘ATFM due to standard demand/capacity problems’). Vlucht OS 374 landde uiteindelijk met 52 minuten vertraging te Wenen. Austrian Airlines beroept zich op (doorwerking van) buitengewone omstandigheden; zij moest gevolg geven aan de instructies van de luchtverkeersleiding bij het uitvoeren van zowel de direct voorgaande vlucht als de onderhavige vlucht. Austrian Airlines voert aan dat zij geen invloed kan uitoefenen op beslissingen van de luchtverkeersleiding en dat zij de vertraging van voorgaande vlucht OS 373, van onderhavige vlucht OS 374 en daarmee het missen van de overstap op vlucht OS 799 niet kon voorkomen. Austrian Airlines voert voorts aan dat zij alle redelijke maatregelen heeft getroffen en heeft de passagier op de eerstvolgende beschikbare vlucht naar de eindbestemming geboekt.
4.3.
Austrian Airlines betwist tevens de verschuldigdheid van de buitengerechtelijke kosten.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Allereerst zal de kantonrechter het verweer van Austrian Airlines ten aanzien van de substantiëringsplicht van de passagier beoordelen. Dit verweer slaagt niet. Voor zover de passagier in de dagvaarding niet aan zijn substantiëringsplicht heeft voldaan, is dat in de repliek hersteld. Het was voor Austrian Airlines zonder meer duidelijk waartegen zij zich moest verweren en zij heeft ook reeds in de conclusie van antwoord inhoudelijk verweer tegen de vordering gevoerd.
5.3.
Vast staat dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur is aangekomen op de eindbestemming Sofia, zodat Austrian Airlines op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien zij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. Gelet op het arrest Wallentin-Hermann (C-549/07) van het Hof van 22 december 2008 dient een luchtvaartmaatschappij in het voorkomende geval aan te tonen dat zij zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen de buitengewone omstandigheden kennelijk niet had kunnen vermijden – behoudens indien zij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van haar onderneming had gebracht – dat de buitengewone omstandigheden waarmee zij werd geconfronteerd tot de langdurige vertraging van de vlucht leidden.
5.4.
Uit de door Austrian Airlines overgelegde vluchtrapporten van vlucht OS 373 en vlucht OS 374 blijkt dat het toestel in beide gevallen tijdig gereed stond voor vertrek, maar steeds een nieuwe CTOT opgelegd kreeg van de luchtverkeersleiding. Reden hiervoor was vertragingscode 81 en vertragingscode 84 (‘weather at destination airport’) voor vlucht
OS 373 en vertragingscode 81 (‘standard demand capacity problems’) voor vlucht OS 374. Wanneer een vlucht een CTOT opgelegd krijgt heeft deze vlucht niet de mogelijkheid toch eerder te vertrekken. Een CTOT moet immers altijd worden opgevolgd. In beide gevallen is niet gebleken dat de luchtverkeersleiding de CTOT heeft opgelegd door toedoen van Austrian Airlines. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn in dit geval de opgelegde CTOT’s dan ook aan te merken als een buitengewone omstandigheid. Een CTOT is immers niet inherent aan de normale bedrijfsuitvoering en ligt buiten de macht van een luchtvaartmaatschappij. De vertraging van de voorgaande vlucht OS 373 is derhalve het gevolg van een buitengewone omstandigheid. Ook in het geval van vlucht OS 374 zijn de 33 minuten vertraging voortkomend uit het opleggen van een CTOT aan te merken als het gevolg van een buitengewone omstandigheid.
5.5.
De vraag die vervolgens voorligt is of de buitengewone omstandigheid die zich voordeed bij de uitvoering van vlucht OS 373 doorwerkt naar vlucht OS 374. Deze vluchten vormen tezamen de rotatievlucht OS 373/OS 374. Een vertraging die zich voordoet in het eerste gedeelte van de rotatie kan invloed hebben op het tweede deel van de rotatie. In dit geval is voldoende gebleken dat Austrian Airlines voldoende reservetijd had gepland tussen de twee vluchten. Vlucht OS 373 is vertraagd uitgevoerd als gevolg van een buitengewone omstandigheid. Als gevolg van deze buitengewone omstandigheid heeft vlucht OS 374 een vertrekvertraging opgelopen van 16 minuten opgelopen. Dit blijkt uit de in het vluchtrapport opgenomen vertragingscode 93. Gelet daarop is de kantonrechter van oordeel dat de buitengewone omstandigheid die zich heeft voorgedaan tijdens de uitvoering van vlucht
OS 373 doorwerkt naar de vlucht in kwestie.
5.6.
Tevens is voldoende gebleken dat de uiteindelijke vertraging van de passagier van meer dan drie uur op de eindbestemming het directe gevolg is geweest van de vertraagde uitvoering van vlucht OS 374. De passagier heeft immers door deze vertraging de aansluitende vlucht OS 799 gemist. De uiteindelijke vertraging van de passagier is dan ook het gevolg van buitengewone omstandigheden.
5.7.
Voorts dient de vraag te worden beantwoord of Austrian Airlines alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagier te voorkomen dan wel te beperken. De passagier voert aan dat de overstaptijd te kort zou zijn geweest. Te Wenen geldt een minimum overstaptijd van 25 minuten. Austrian Airlines had 45 minuten overstaptijd ingepland. Er was dus sprake van een buffer van 20 minuten bovenop de overstaptijd, hetgeen door de kantonrechter als voldoende wordt gekwalificeerd. Austrian Airlines heeft de passagier omgeboekt naar een andere vlucht. Hoewel de passagier stelt dat er eerdere vluchten naar Sofia beschikbaar zouden zijn, wordt dit verweer door Austrian Airlines voldoende gemotiveerd betwist. In de gegeven omstandigheden kon er dan ook niet meer van Austrian Airlines worden gevergd. Austrian Airlines heeft alle redelijke maatregelen getroffen om de vertraging van de passagier zo veel mogelijk te beperken.
5.8.
Gelet op het voorgaande zal de vordering van de passagier worden afgewezen.
5.9.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal de passagier worden veroordeeld in de kosten van de procedure.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Austrian Airlines worden vastgesteld op een bedrag van € 144,00 aan salaris van de gemachtigde van Austrian Airlines;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter