Op 25 november 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het vervoeren van ruim 4 kilo heroïne. De verdachte ontkende wetenschap te hebben van de in de auto aangetroffen heroïne, die was verborgen in de kofferbak. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig is, gezien de omstandigheden waaronder de heroïne werd aangetroffen en de specifieke informatie die anderen over de verdachte hadden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de Opiumwet en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden. De rechtbank heeft ook de teruggave van een in beslag genomen telefoon aan de verdachte gelast. De uitspraak is gedaan na een openbare terechtzitting op 11 november 2020, waarbij de officier van justitie en de raadsman van de verdachte hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit gevolgd en de verdachte vrijgesproken van andere tenlasteleggingen.